Wat is Kufr duna Kufr?

Het concept van Kufr duna Kufr betekent taalkundig ongeloof kleiner dan ongeloof, oftewel kleine ongeloof (kleine Kufr). Je spreekt het uit als 'koefr doena koefr'.

Deze term wordt gebruikt bij het oordelen met wat anders dan wat Allah geopenbaard heeft. Ook werd deze term gebruikt om te refereren naar daden die onder kleine ongeloof vallen.

In dit artikel lees je meer over Kufr duna Kufr en de kwestie van het oordelen met iets anders dan wat Allah heeft neergezonden.

Inhoud
  1. Is de gezegde Kufr duna Kufr authentiek?
  2. De context van Kufr duna Kufr

Is de gezegde Kufr duna Kufr authentiek?

Er is overgeleverd van Ibn Abbas dat hij zei: "Kufr duna Kufr". Deze overlevering is opgenomen door verschillende geleerden van de Salaf Saliheen waaronder: Ahmad ibn Hanbal, Ibn Abi Hatim, Daarimi en Al-Maruzi.

Alhoewel sommigen zeggen dat deze specifieke overleveringen van Ibn Abbas wat zwakheid bevatten, dachten de Salaf Saliheen hier anders over door deze overleveringen te accepteren.

Wat authentiek is overgeleverd van Ibn Abbas

قال الخلال: قال أبو بكر: حدثنا أبو عبد اللَّه قال: ثنا وكيع، عن سفيان، عن معمر، عن ابن طاوس، عن أبيه، عن ابن عباس: {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ}، قال: هي به كفر، وليس كمن كفر باللَّه وملائكته وكتبه ورسله. "السنة" للخلال 2/ 104 - 107 (1413 - 1425)

Al-Khallal overleverde van Abu Bakr al-Marwadhi van Ahmad ibn Hanbal van Waki' van Sufyan van Ma'mar van Ibn Tawus van Tawus van Ibn Abbas die de vers 'Wie niet oordeelt met wat Allah heeft nedergezonden, zij zijn de ongelovigen', becommentarieerde: "Dit is Kufr, maar niet zoals de Kufr in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers." [Al-Sunnah 2/104-107 van Al-Khallal]

عبد الرزاق عن معمر عن ابن طاوس عن أبيه قال سئل ابن عباس عن قوله ومن لم يحكم بما أنزل الله فأولئك هم الكافرون قال هي كفر قال ابن طاوس وليس كمن كفر بالله وملائكته ورسله تفسير القرآن - عبد الرزاق الصنعاني - ج ١ - الصفحة ١٩١

Abdurrazaq overleverde van Ma'mar van Ibn Tawus van Tawus van Ibn Abbas die de vers 'Wie niet oordeelt met wat Allah heeft nedergezonden, zij zijn de ongelovigen', becommentarieerde: "Dit is Kufr." Ibn Tawus zei: "Maar niet zoals de Kufr in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers." [Tafsir Abd al-Razzaq pagina 191]

Wat authentiek is overgeleverd van de Tabi'een

قال الخلال: قال أبو بكر: حدثنا أبو عبد اللَّه قال: ثنا وكيع، قال: ثنا سفيان، عن ابن جريج، عن عطاء قال: كفر دون كفر، وظلم دون ظلم، وفسق دون فسق. "السنة" للخلال 2/ 104 - 107 (1413 - 1425)

Al-Khallal overleverde van Abu Bakr al-Marwadhi van Ahmad ibn Hanbal van Waki' van Sufyan van Ibn Jurayj van 'Attaa die zei: "Kufr duna Kufr, Dhulm duna Dhulm, Fisq duna Fisq." [Al-Sunnah 2/104-107 van Al-Khallal]

قال الخلال: قال أبو بكر: حدثنا أبو عبد اللَّه قال: ثنا وكيع، قال: ثنا سفيان، عن سعيد المكي، عن طاوس قال: ليس بكفر ينقل عن الملة "السنة" للخلال 2/ 104 - 107 (1413 - 1425)

Al-Khallal overleverde van Abu Bakr al-Marwadhi van Ahmad ibn Hanbal van Waki' van Sufyan van Sa'eed al-Makki van Tawus die zei: "Het is niet de ongeloof dat een persoon uit de religie doet treden." (dus kleine ongeloof) [Al-Sunnah 2/104-107 van Al-Khallal]

Het is geaccepteerd door de Salaf Saliheen

Er zijn velen onder de geleerden die de overlevering van Ibn Abbas hebben geaccepteerd. Zij overleverden de uitspraken in hun Hadith verzamelingen, Tafsir en Fatwa's.

Imam Ahmad gebruikte de overleveringen over Kufr duna Kufr. Hij antwoordde de vragen van zijn studenten en gebruikte de overleveringen van Ibn Abbas en Tawus.

وقال ابن هانئ: وسألته عن حديث طاوس عن قوله: كفر لا ينقل عن الملَّة؟ قال أبو عبد اللَّه: إنما هذا في هذِه الآية: {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ} [المائدة: 44]. "مسائل ابن هانئ" (2042)

Imam Ahmad werd gevraagd over de overlevering van Tawus betreft de uitspraak 'Ongeloof dat niet uit de religie doet treden', waarop hij zei: "Dat werd gezegd op de vers van Surah al-Maaidah vers 44: 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen.'" [Masail Ibn Hani 2042]

قال الخلال: أخبرني موسى بن سهل، قال: حدثنا محمد بن أحمد الأسدي، حدثنا إبراهيم بن يعقوب، عن إسماعيل بن سعيد قال: سألت أحمد عن المُصرِّ على الكبائر بجهده، إلا أنه لم يترك الصلاة والزكاة ¬ والصوم والحج والجمعة، هل يكون مصرًّا أمن كانت هذِه حاله؟ قال: هو مصرُّ في مثل قوله -صلى اللَّه عليه وسلم-: "لا يَزْنِي الزّانِي حِينَ يَزْنِي وَهُوَ مُؤمِنٌ"، من يخرج من الإيمان ويقع في الإسلام، ومن نحو قوله: "وَلا يَشْرَبُ الخَمْرَ حِينَ يَشْرَبُها وَهُوَ مُؤْمِنٌ، وَلا يَسْرِقُ حين يسرق وَهُوَ مُؤْمِنٌ، وَلا يَنْتَهِبُ نُهْبَةً. . " (¬1)، ومن نحو قول ابن عباس {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ} (¬2)، فقلت له: فما هذا الكفر؟ قال: كفر لا ينقل من الملة، مثل بعضه فوق [بعض]، فكذلك الكفر، حتى يجيء من ذلك أمر لا يختلف الناس فيه. فقلت له: أرأيت إن كان خائفًا من إصراره، ينوي التوبة، ويسأل ذلك، ولا يدع ركوبها؟ قال: الذي يخاف أحسن حالًا. "أحكام النساء" للخلال (91)

Imam Ahmad zei: "Wat betreft degene die veelvoudig grote zondes verricht en er in blijft volharden: Zo een persoon is beschreven in de Hadith als de persoon die geen gelovige is tijdens het consumeren van alcohol of tijdens het stelen. Deze Hadith wordt begrepen als kleine ongeloof, zoals de uitspraak van Ibn Abbas dit duidelijk maakte.." [Ahkam an-Nisaa pagina 57 van Abu Bakr al-Khallal, Masail Al-Shaalanji pagina 78-79]

Imam Bukhari gebruikte de bewoording Kufr duna Kufr in een van zijn hoofdstuk namen.

(21)باب كُفْرَانِ الْعَشِيرِ وَكُفْرٍ دُونَ كُفْرٍ
Hoofdstuk 21: Ondankbaarheid jegens de echtgenoot en Kufr duna Kufr (kleine ongeloof).

Ibn Abbas overleverde dat de Profeet (ﷺ) zei: "Meerderheid van de bewoners van het Hellevuur zullen vrouwen zijn die ondankbaar waren." Toen werd er gevraagd: "Waren zij ondankbaar jegens Allah?" Waarop de Profeet (ﷺ) antwoordde: "Zij waren ondankbaar jegens hun echtgenoten van het goede dat hen is gegeven. Als je altijd goed (welwillend) bent geweest voor een van hen en ze ziet iets in je wat ze niet leuk vindt, dan zal ze zeggen: 'Ik heb nooit iets goeds van je ontvangen.'" [Sahih al-Bukhari 29]

Imam Tirmidhi gaf als commentaar op een Hadith die hij in zijn Sunan opnam. Hij maakte daar duidelijk dat het van Ibn Abbas en anderen is overgeleverd dat ze de implicatie van Kufr duna Kufr uitdrukten.

De Profeet (ﷺ) zei: "Een moslim verbaal onderdrukken is Fisq en hem bevechten is Kufr." [Sunan Tirmidhi 2635 (Hasan Sahih)] قَالَ أَبُو عِيسَى هَذَا حَدِيثٌ حَسَنٌ صَحِيحٌ ‏.‏ وَمَعْنَى هَذَا الْحَدِيثِ قِتَالُهُ كُفْرٌ لَيْسَ بِهِ كُفْرًا مِثْلَ الاِرْتِدَادِ عَنِ الإِسْلاَمِ وَقَدْ رُوِيَ عَنِ ابْنِ عَبَّاسٍ وَطَاوُسٍ وَعَطَاءٍ وَغَيْرِ وَاحِدٍ مِنْ أَهْلِ الْعِلْمِ قَالُوا كُفْرٌ دُونَ كُفْرٍ وَفُسُوقٌ دُونَ فُسُوقٍ

Imam Tirmidhi becommentarieerde het en zei: "Wat met deze Hadith wordt bedoeld is niet de Kufr dat een persoon uit de religie doet treden. Er is overgeleverd van Ibn Abbas, Tawus, 'Attaa en meer dan één van de mensen van kennis: "Kufr duna Kufr en Fisq duna Fisq." [Commentaar op Sunan Tirmidhi 2635]

Imam Ibn Abi Hatim nam verschillende overleveringen op over Kufr duna Kufr. Hieronder zie je de overlevering van Ibn Abbas. De keten bevat Hisham ibn Hujajr, een overleveraar waar nogal wat onduidelijkheid over bestaat. Ibn Abi Hatim accepteerde nog steeds zijn Hadith.

6434 حدثنا محمد بن عبد الله بن يزيد المقري، ثنا سفيان عن هشام بن جحير عن طاووس عن ابن عباس في قوله: ومن لم يحكم بما انزل الله فأولئك هم الكافرون قال: ليس هو بالكفر الذي يذهبون اليه.

Ibn Abi Hatim overleverde van Mohammed ibn Abdullah ibn Yazid Al-Muqri van Sufyan ibn 'Uyaynah van Hisham ibn Hujajr van Tawus van Ibn Abbas die zei: "{En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen}, dit is niet de vorm van Kufr waar zij (de Khawarij) over denken." [Tafsir Ibn Abi Hatim hadith 6434]

Imam Maruzi nam de overleveringen op in zijn Ta'dhim Qadr as-Salat waarin hij diep ging op het feit dat grote zondes een persoon niet uit de religie doen treden. Hij overleverde uitspraken van onder andere Ibn Abbas en 'Attaa.

قال في "تعظيم قدر الصلاة" (2/520): (ولنا في هذا قدوة بمن روى عنهم من أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم والتابعين؛ إذ جعلوا للكفر فروعاً دون أصله لا تنقل صاحبه عن ملة الإسلام، كما ثبتوا للإيمان من جهة العمل فرعاً للأصل، لا ينقل تركه عن ملة الإسلامة، من ذلك قول ابن عباس في قوله: {وَمَن لَّمْ يَحْكُم بِمَا أَنزَلَ اللّهُ فَأُوْلَـئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ}.)

Imam Maruzi zei: "En we hebben hierin een bewijs van onder de metgezellen en de Tabi'een, dat Kufr vormen heeft, net zoals Imaan vormen heeft. Neem zo de uitspraak van Ibn Abbas met betrekking tot de vers: 'En wie niet oordeelt met wat God geopenbaard heeft, zij zijn ongelovigen'." [Ta'dhim Qadr as-Salat 2/520 van Imam Maruzi]

وقال في "تعظيم قدر الصلاة" (2/523) معقباً على أثر عطاء:(- "كفر دون كفر، وظلم دون ظلم وفسق دون فسق"-: وقد صدق عطاء؛ قد يسمى الكافر ظالماً، ويسمى العاصي من المسلمين ظالماً، فظلم ينقل عن ملة الإسلام وظلم لا ينقل).

Imam Maruzi becommentarieerde wat 'Attaa zei: "'Attaa sprak waarlijk de waarheid toen hij 'Kufr duna Kufr, Dhulm duna Dhulm, Fisq duna Fisq' zei. Want de ongelovige kan een Dhalim genoemd worden, maar een ongehoorzame moslim kan ook zo genoemd worden. Dhulm komt (ook) in vormen, namelijk eentje die een persoon uit de religie doet treden en eentje die dat niet doet." [Ta'dhim Qadr as-Salat 2/523 van Imam Maruzi]

Context van Kufr duna Kufr

De uitspraak en implicatie van Kufr duna Kufr is authentiek overgeleverd. De gezegde van Kufr duna Kufr wordt helaas nog te vaak buiten context geplaatst.

Wat is de context van Kufr duna Kufr? Het is een uitspraak dat werd gedaan als antwoord op de Khawarij die beweerden dat het verrichten en volharden in grote zondes een persoon Kafir maakt. Ibn Abbas en anderen antwoordden op de Khawarij die dit beweerden met: "Kufr duna Kufr".

Ibn Abbas in debat met de Khawarij

De Sahabi voerde een grote debat met de Khawarij. Zij (de Khawarij) leefden eerst in de stad waar 'Ali regeerde (Kufah), maar toen zij zagen dat hij en Mu'awiyyah twee personen opstelden om de ruzie op te lossen, interpreteerden zij dit als iets nieuws wat niet van de Shari'ah komt.

'Ubaidullah b. Abu Rafi' overleverde: "De Haruriyyah (Khawarij) kwamen in opstand tegen Ali ibn Abi Talib en ze zeiden: "Laa Hukm illa Allah (Er is geen Hukm behalve voor Allah)". Ali radiyAllahu 'anhu zei toen: "Een woord van waarheid, maar met incorrecte bedoelingen en intenties. Voorwaar, de Boodschapper van Allah, vrede en zegeningen zij met hem, beschreef enkele mensen en ik herkende hun beschrijving in deze mensen. Ze spreken de waarheid met hun woorden, maar het gaat niet verder dan dit (en hij wees naar zijn keel (oftewel, ze begrijpen het niet))."" [Sahih Muslim 1066g]

Hierdoor geloofden de Khawarij dus dat 'Ali niet met de Shari'ah regeerde. En dit klopt niet, zoals je in de debat van Ibn Abbas terug zult zien.

Kort na hun bekende gezegde: 'Laa hukmu illa Allah', verhuisden ze naar het gebied langs de grens van Kufah, waar zij zich verzamelden.

De debat van Ibn Abbas met de Khawarij (18678) - أخبرنا عبد الرزاق عن عكرمة بن عمار قال: حدثنا أبو زميل الحنفي قال: حدثنا عبد الله بن عباس رضي الله عنه قال: لما اعتزلت الحروراء (4) فكانوا في دار على حدتهم، فقلت لعلي: يا أمير المؤمنين! أبرد عن الصلاة لعلي آتي هؤلاء القوم فأكلمهم، قال: إني أتخوفهم عليك، قلت: كلا إن شاء الله تعالى، قال: فلبست أحسن ما أقدر عليه من هذه اليمانية، قال: ثم دخلت عليهم وهم قائلون في نحر الظهيرة، قال: فدخلت على قوم لم أر قوما قط أشد اجتهادا منهم، أيديهم كأنها ثفن الإبل، ووجوههم معلمة من آثار السجود قال: فدخلت، فقالوا: مرحبا بك يا ابن عباس! ما جاء بك؟ قلت: جئت أحدثكم عن أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم، عليهم نزل الوحي، وهم أعلم بتأويله، فقال بعضهم: لا تحدثوه، وقال بعضهم: والله لنحدثنه، قال: قلت: أخبروني ما تنقمون على ابن عم رسول الله صلى الله عليه وسلم وختنه، وأول من آمن به؟ وأصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم معه؟ قالوا: ننقم عليه ثلاثا، قال: قلت: وما هن؟ قالوا: أولهن أنه حكم الرجال في دين الله، وقد قال الله: (إن الحكم إلا لله) (1)، قال: قلت: وماذا؟ قالوا: وقاتل ولم يسب، ولم يغنم، لئن كانوا كفارا لقد حلت له أموالهم، ولئن كانوا مؤمنين لقد حرمت عليه دماؤهم، قال: قلت: وماذا؟ قالوا: محا نفسه من أمير المؤمنين، فإن لم يكن أمير المؤمنين فهو أمير الكافرين، قال: قلت: أرأيتم (2) إن قرأت عليكم من كتاب الله المحكم، وحدثتكم من سنة نبيه صلى الله عليه وسلم ما لا تنكرون، أترجعون؟ قالوا: نعم، قال: قلت: أما قولكم: حكم الرجال في دين الله، فإن الله تعالى يقول: (يا أيها الذين آمنوا لا تقتلوا الصيد وأنتم حرم - إلى قوله - يحكم به ذوا عدل منكم) (1) وقال في المرأة وزوجها: (وإن خفتم شقاق بينهما فابعثوا حكما من أهله وحكما من أهلها) (2) أنشدكم الله أحكم الرجال في حقن دمائهم وأنفسهم، وإصلاح ذات بينهم أحق أم في أرنب ثمنها ربع درهم؟ قالوا: اللهم بل في حقن دمائهم، وإصلاح ذات بينهم، قال: أخرجت من هذه؟ قالوا: اللهم نعم، [قال:] وأما قولكم: إنه قاتل ولم يسب ولم يغن، أتسبون أمكم عائشة؟ أم تستحلون منها ما تستحلون من غيرها، فقد كفرتم، [وإن زعمتم أنها ليست أم المؤمنين فقد كفرتم] (3) وخرجتم من الاسلام، إن الله يقول: (النبي أولى بالمؤمنين من أنفسهم وأزواجه أمهاتهم) (4) فأنتم مترددون بين ضلالتين، فاختاروا أيتهما شئتم، أخرجت من هذه؟ قالوا: اللهم نعم، قال: وأما قولكم: محا نفسه من أمير المؤمنين، فإن رسول الله صلى الله عليه وسلم دعا قريشا يوم الحديبية على أن يكتب بينه وبينهم كتابا، فقال: اكتب: هذا ما قاضى عليه محمد رسول الله، فقالوا: والله لو كنا نعلم أنك رسول الله ما صددناك عن البيت، ولا قاتلناك، ولكن اكتب محمد بن عبد الله، فقال: والله إني لرسول الله حقا وإن كذبتموني. اكتب يا علي! محمد بن عبد الله، فرسول الله صلى الله عليه وسلم كان أفضل من علي رضي الله عنه، أخرجت من هذه؟ قالوا: اللهم نعم، فرجع منهم عشرون ألفا، وبقي منهم أربعة آلاف، فقتلوا.

Ibn Abbas overleverde: "De Hururiyyah vestigden zich langs de grens (van de stad). Ik zei tegen 'Ali: "Oh leider van de gelovigen, stel het gebed even uit zodat ik naar hen toe kan gaan en met ze kan spreken." Hij ('Ali) vertelde me: "Ik vrees voor je (dat ze je wat zullen aan doen)." Ik zei toen: "Welnee, in sha Allah (er zal niets gebeuren)." Dus ik kleedde met de beste Yemeni kleding en vertrok en kwam aan terwijl zij (de Khawarij) aan het lunchen waren. Ik ben nog nooit zo een volk tegengekomen. Hun handen leken op de knieën van kamelen (vanwege de ruwheid) en op hun gezichten was de afdruk van Sujud zichtbaar." Ik kwam binnen en zij zeiden: "Marhaban (welkom) oh Ibn Abbas, wat brengt jou hier?" Dus ik zei tegen hen: "Ik ben gekomen om aan jullie te overleveren wat de Sahaba van de Profeet (ﷺ) zeggen, op hen was de revelatie nedergezonden, en zij begrijpen dat (de revelatie) het beste." Sommigen onder hen zeiden vervolgens: "Praat niet met hem." Anderen zeiden: "Wij zullen met hem praten." Dus ik zei: "Vertel me, wat hebben jullie tegen de persoon ('Ali) die een van de eerste was die islam omarmde en de neefje en schoonzoon van de Profeet (ﷺ) is? En wat hebben jullie tegen de metgezellen van de Profeet (ﷺ) die met hem ('Ali) is?" Zij zeiden vervolgens: "Wij zitten met drie dingen." Ik zei toen: "En wat zijn die?" Zij zeiden: "De eerste: dat er een mens wetgaf terwijl Allah in de Quran zegt: 'Inil Hukmu illa Lillah (De wetgeving behoort slechts tot Allah)'." Dus ik zei: "En welke andere zaken?" Waarop zij zeiden: "Hij vocht maar nam geen gevangenen, noch nam hij buit. Als zij ongelovig waren, dan was hun welvaart wettig voor hem, en als zij moslims waren, dan was het verboden om ze te bevechten." Ik zei toen: "En wat nog meer?" Zij zeiden: "Hij wistte zijn titel als leider van de gelovigen uit, dus als hij dat niet is dan is hij leider van de ongelovigen." Ik zei toen: "Was dat het?" Zij zeiden: "Ja." Ik zei tegen hen: "Als ik wat jullie van de zaken hebben benoemd behandel volgens de Quran en Sunnah, zullen jullie dan terugkeren?" Zij zeiden: "Ja." Ik zei: "Wat betreft de eerste kwestie die jullie benoemden, dat een persoon wetgaf zonder dit te mogen, Allah zei: "Oh gelovigen, dood geen wild dier terwijl je in Ihram bent" tot Zijn Uitspraak: "Laat twee rechtvaardigen onder jullie dan de zaak oordelen (een straf bepalen)." Allah zei wat betreft de echtgenote en de echtgenoot: "En als je een breuk tussen hen vreest, stuur dan een arbiter van zijn familie en een arbiter van haar familie." Dus zeg mij, wat is belangrijker: het voorkomen van ruzie en bloedvergiet tussen twee partijen? Of bepalen wat de straf is van een konijn dat kwart dirham kost?" Zij zeiden: "Het is inderdaad belangrijker om een ruzie en bloedvergiet te voorkomen." Ik zei: "Zijn jullie uit over dit onderwerp?" Zij zeiden: "Ja." Ik zei: "Wat betreft de tweede kwestie die jullie benoemden, dat hij geen gevangenen of buit nam van dat gevecht. Zouden jullie overwegen om jullie moeder 'Aicha als gevangene te nemen? Als je dit als toegestaan acht, dan plegen jullie ongeloof, en als jullie zouden beweren dat zij niet de moeder van de gelovigen is, dan plegen jullie ook ongeloof, omdat Allah zei: "De Profeet staat dichter bij de gelovigen dan zijzelf en zijn vrouwen zijn hun moeders." Jullie kunnen in deze kwestie geen kant op, dus kies maar wat jullie willen. Zijn jullie uit over dit onderwerp?" Zij zeiden: "Ja." Ik zei: "Wat betreft jullie (derde) uitspraak: Hij wistte zichzelf uit als leider van de gelovigen; de Profeet (ﷺ) beveelde op de dag van Hudaybiyyah een brief op te stellen om die naar Quraysh te sturen. Hij () zei: "Schrijf op: Dit is Mohammed, de Boodschapper van Allah." Maar de Quraysh reageerden hier negatief op, zij zeiden: "Als wij geloofden dat we te maken hadden met de Boodschapper van Allah, dan hadden we je nooit verdreven, noch zouden wij je ooit bevechten. Dus schrijf eerder Mohammed ibn Abdullah." De Profeet (ﷺ) zei: "Wallah, ik ben echt Zijn Boodschapper, zelfs als jullie daar niet in geloven. Schrijf op! Oh 'Ali: Mohammed ibn Abdullah" En de Profeet (ﷺ) is beter dan 'Ali radiyAllahu 'anhu (en zelfs hij wistte zijn titel uit op een brief). Zijn jullie uit over dit onderwerp?" Zij zeiden: "Ja." Toen keerden 20.000 leden van de Khawarij zich terug, en 4.000 van de Khawarij bleven over, en die werden (uiteindelijk) bestreden (door 'Ali)." [Musannaf Abdurrazzaq hadith 18678]

De Khawarij en hun misinterpretaties

De Khawarij interpreteerden verschillende overleveringen en verzen uit de Quran. Zo gebruikten ze de vers 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen' om moslims als ongelovig te verklaren wanneer zij grote zondes verrichtten.

En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen.
(Surah al-Maaidah vers 44)

Ibn Abbas weerlegde de Khawarij door een opmerking te maken op de vers van Surah al-Maaidah, die zij (Khawarij) gebruikten om te beweren dat een persoon ongelovig wordt na grote zondes te verrichten.

6434 حدثنا محمد بن عبد الله بن يزيد المقري، ثنا سفيان عن هشام بن جحير عن طاووس عن ابن عباس في قوله: ومن لم يحكم بما انزل الله فأولئك هم الكافرون قال: ليس هو بالكفر الذي يذهبون اليه.

Ibn Abbas zei: "Dit (verrichten en volharden in grote zondes) is niet de vorm van Kufr waar zij (Khawarij) over denken." [Tafsir Ibn Abi Hatim hadith 6434]

قال الخلال: قال أبو بكر: حدثنا أبو عبد اللَّه قال: ثنا وكيع، عن سفيان، عن معمر، عن ابن طاوس، عن أبيه، عن ابن عباس: {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ}، قال: هي به كفر، وليس كمن كفر باللَّه وملائكته وكتبه ورسله. "السنة" للخلال 2/ 104 - 107 (1413 - 1425)

Al-Khallal overleverde van Abu Bakr al-Marwadhi van Ahmad ibn Hanbal van Waki' van Sufyan van Ma'mar van Ibn Tawus van Tawus van Ibn Abbas die de vers: 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen', becommentarieerde: "Dit is Kufr, maar niet zoals de Kufr in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers." [Al-Sunnah 2/104-107 van Al-Khallal]

حدثني المثنى قال، حدثنا حجاج قال، حدثنا حماد، عن عمران بن حدير قال: قعد إلى أبي مجلز نفرٌ من الإبَاضيَّة، قال فقالوا له: يقول الله: " ومن لم يحكم بما أنـزل الله فأولئك هم الكافرون "، فَأُولَئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ ، فَأُولَئِكَ هُمُ الْفَاسِقُونَ ! قال أبو مجلز: إنهم يعملون بما يعلمون = يعني الأمراء = ويعلمون أنه ذنب! قال: وإنما أنـزلت هذه الآية في اليهود! والنصارى قالوا: أما والله إنك لتعلم مثل ما نعلم، ولكنك تخشاهم! قال: أنتم أحق بذلك منّا! أمّا نحن فلا نعرف ما تعرفون! [قالوا]: (70) ولكنكم تعرفونه، ولكن يمنعكم أن تمضوا أمركم من خشيتهم! (71)

Al-Mathna overleverde van Hajjaj ibn Minhal van Hammad van Imran bin Hudayr dat hij zei: "Er zaten mensen van de Ibadiyyah (sekte van de Khawarij) bij Aba Mijliz en zij zeiden tegen hem: "En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn ongelovigen, onrechtplegers en boosdoeners!" Toen zei Abu Mijliz: "Zij (de heersers) handelen naar wat zij weten, en zij weten dat zij zondigen. En deze verzen waren nedergedaald over de Joden en de Christenen." De mensen van de Ibadiyyah zeiden daarop: "Echter, bij Allah, jij weet net zoveel als wij, maar je bent bang voor hen (de heersers)." Abu Mijliz zei toen: "Waarlijk, jullie behoren eerder tot die categorie dan wij, en wij gaan niet uit van waar jullie van uit gaan (dat een heerser kafir wordt na te zondigen)."" [Tafsir Tabari hadith 12026]

Andere misinterpretaties van de Khawarij

De Profeet (ﷺ) zei: "Een moslim verbaal onderdrukken is Fisq en hem bevechten is Kufr." [Sunan Tirmidhi 2635 (Hasan Sahih), Sahih al-Bukhari 48]

De Khawarij beweren dat het bevechten van een moslim grote ongeloof is, en dit baseren ze op hun misinterpretatie op deze Hadith. Imam Tirmidhi en anderen gaven ons meer duidelijkheid over wat er met deze Hadith wordt bedoeld.

قَالَ أَبُو عِيسَى هَذَا حَدِيثٌ حَسَنٌ صَحِيحٌ ‏.‏ وَمَعْنَى هَذَا الْحَدِيثِ قِتَالُهُ كُفْرٌ لَيْسَ بِهِ كُفْرًا مِثْلَ الاِرْتِدَادِ عَنِ الإِسْلاَمِ وَقَدْ رُوِيَ عَنِ ابْنِ عَبَّاسٍ وَطَاوُسٍ وَعَطَاءٍ وَغَيْرِ وَاحِدٍ مِنْ أَهْلِ الْعِلْمِ قَالُوا كُفْرٌ دُونَ كُفْرٍ وَفُسُوقٌ دُونَ فُسُوقٍ

Imam Tirmidhi becommentarieerde deze Hadith en zei: "Wat met deze Hadith wordt bedoeld is niet de Kufr dat een persoon uit de religie doet treden. Er is overgeleverd van Ibn Abbas, Tawus, 'Attaa en meer dan één van de mensen van kennis: "Kufr duna Kufr en Fisq duna Fisq." [Commentaar op Sunan Tirmidhi 2635]

De Khawarij stonden bekend om hun misinterpretaties van overleveringen en verzen uit de Quran. Een van hun overtuigingen is bijvoorbeeld ook dat het verrichten van grote zondes zoals alcohol consumptie, zina en andere zondes een persoon ongelovig maakt. Dit baseerden ze op de volgende Hadith.

De Profeet (ﷺ) zei: "Als een overspeler onwettige geslachtsgemeenschap pleegt, dan is hij op dat moment geen gelovige, en wanneer een drinker alcohol consumeert, dan is hij geen gelovige op het moment dat hij het drinkt, en wanneer een dief steelt, dan is hij geen gelovige op het moment van stelen, en wanneer een rover rooft, en de mensen kijken naar hem, dan is hij geen gelovige op het moment van beroven. [Sahih al-Bukhari 2475, Sahih Muslim 57a]

Een persoon zou in de val van de Khawarij kunnen vallen wanneer hij deze Hadith zelf zou interpreteren. Daarom is het belangrijk om in gevallen als deze altijd te kijken naar hoe de Salaf Saliheen het begrepen. Imam Ahmad geeft ons meer duidelijkheid over wat er met deze Hadith wordt bedoeld.

قال الخلال: أخبرني موسى بن سهل، قال: حدثنا محمد بن أحمد الأسدي، حدثنا إبراهيم بن يعقوب، عن إسماعيل بن سعيد قال: سألت أحمد عن المُصرِّ على الكبائر بجهده، إلا أنه لم يترك الصلاة والزكاة ¬ والصوم والحج والجمعة، هل يكون مصرًّا أمن كانت هذِه حاله؟ قال: هو مصرُّ في مثل قوله -صلى اللَّه عليه وسلم-: "لا يَزْنِي الزّانِي حِينَ يَزْنِي وَهُوَ مُؤمِنٌ"، من يخرج من الإيمان ويقع في الإسلام، ومن نحو قوله: "وَلا يَشْرَبُ الخَمْرَ حِينَ يَشْرَبُها وَهُوَ مُؤْمِنٌ، وَلا يَسْرِقُ حين يسرق وَهُوَ مُؤْمِنٌ، وَلا يَنْتَهِبُ نُهْبَةً. . " (¬1)، ومن نحو قول ابن عباس {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ} (¬2)، فقلت له: فما هذا الكفر؟ قال: كفر لا ينقل من الملة، مثل بعضه فوق [بعض]، فكذلك الكفر، حتى يجيء من ذلك أمر لا يختلف الناس فيه. فقلت له: أرأيت إن كان خائفًا من إصراره، ينوي التوبة، ويسأل ذلك، ولا يدع ركوبها؟ قال: الذي يخاف أحسن حالًا. "أحكام النساء" للخلال (91)

Imam Ahmad zei: "Wat betreft degene die veelvoudig grote zondes verricht en er in blijft volharden, hij is beschreven als de persoon die geen gelovige is tijdens het consumeren van alcohol of tijdens het stelen. Deze Hadith wordt begrepen als kleine ongeloof, zoals de uitspraak van Ibn Abbas dit duidelijk maakte.." [Ahkam an-Nisaa pagina 57 van Abu Bakr al-Khallal, Masail Al-Shaalanji pagina 78-79]

Context van Surah al-Maaidah vers 44

De vers in Surah al-Maaidah: 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen', wordt door sommigen totaal verkeerd begrepen.

De Khawarij gebruikten deze vers op iedereen die niet volgens Allah's openbaring handelt. Hierdoor geloofden ze dat deze vers gericht is op het zondigen.

Waarom deze vers is nedergedaald:

De vers in Surah al-Maaidah is nedergedaald op een specifieke incident van de Joden, waarbij ze een situatie niet oordeelden zoals in hun Torah staat beschreven.

Zij oordeelden naar eigen begeerten en vervingen de straf die in hun Torah staat beschreven. Ze zouden de plegers van Zina geselen en besmeren met zwarte kolen in plaats van ze te stenigen. Hierop werden zij aangesproken, en toen zond Allah de verzen neer over het oordelen met wat anders dan wat voorgeschreven is.

De verzen: "Zij zijn de ongelovigen", "Zij zijn de onrechtplegers" en "Zij zijn de overtreders" werden dus als eerst nedergezonden op de Joden die het oordeel veranderden die in hun Torah staat.

Al-Bara' b. 'Azib overleverde: "Toevallig passeerde er een Jood, zwart gesmeerd met kolen en gegeseld, langs Allah's Boodschapper (ﷺ). Allah's Boodschapper (ﷺ) riep hen (de Joden) en zei: Is dit de straf die u in uw Boek (Torah) vindt als een voorgeschreven straf voor overspel? Zij zeiden: Ja. Hij (de Heilige Profeet) riep een van de geleerden onder hen en zei: Ik vraag je in de naam van Allah die de Torah op Mozes heeft neergezonden of dat (wat deze mensen zeiden) de voorgeschreven straf is voor overspel die je in je Boek vindt. Hij (de Joodse geleerde) zei: "Nee. Als je het me niet had gevraagd in de naam van Allah, had ik je deze informatie niet gegeven. We vinden steniging tot de dood (als straf voorgeschreven in de Torah). Maar deze misdaad (overspel) werd heel gewoon onder onze aristocratische klasse (rijke klasse onder ons). Dus als we een rijke persoon te pakken kregen (zich overgeven aan deze overtreding), spaarden we hem, maar als we een arme persoon te pakken kregen, legden we hem de voorgeschreven straf op. Dus we zeiden toen: Laten we dit veranderen door het eens te worden (over een straf) die we zowel aan de rijken als aan de armen kunnen opleggen. Dus besloten wij om het gezicht van de misdader zwart te maken met kolen en te geselen als een vervangende straf voor steniging. Daarop zei Allah's Boodschapper (ﷺ): O Allah, ik ben de eerste die Uw bevel weer tot leven wekt nadat zij (de Joden) het dood hadden gemaakt. Hij (de Boodschapper) beval toen en hij (de overtreder) werd gestenigd. Allah, de Majestueuze en Glorieuze, zond (dit vers) neer:" O Boodschapper, (het gedrag van) degenen die met elkaar wedijveren in het ontkennen van de waarheid zou u geen verdriet moeten doen..." tot "wordt u gegund, accepteer het" (v. 41) Er werd gezegd (door de Joden): Ga naar Mohammed; als hij je beveelt om het gezicht zwart te maken en geseling toe te kennen (als straf voor overspel), accepteer het dan, maar als hij een oordeel uitspreekt voor steniging, vermijd het dan. Het was (toen) dat Allah, de Majestueuze en Grote, (deze verzen) neerzond: "En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen (vers 44)", "En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de onrechtplegers (v. 45)" en "En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de overtreders (v. 47)" Al deze verzen werden geopenbaard in verband met de ongelovigen." [Sahih Muslim 1700a]

De vers: 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft', werd nedergezonden op rechters die Zijn Oordeel niet toepasten en daar in volhardden, maar ook op rechters die het Oordeel veranderden.

Deze vers is dus nedergedaald op de Joden, maar dit is ook toepasselijk op de Christenen en Moslims. De rechter dient het Oordeel van Allah toe te passen zonder dit te vervangen met wat anders.

عبد الرزاق عن الثوري عن منصور عن إبراهيم قال نزلت هؤلاء الآيات في بني إسرائيل ورضي لهذه الأمة بها تفسير القرآن - عبد الرزاق الصنعاني - ج ١ - الصفحة ١٩١

Ibrahim an-Nakha'ee zei: "Deze vers: 'En wie niet oordeelt met Allah geopenbaard heeft', is nedergedaald op de Joden. Het is (ook) toepasbaar op de moslims." [Tafsir Abdurrazaaq 1/191]

6433 حدثنا الحسن بن أبي الربيع اثنا عبد الرزاق ثنا الثوري، عن زكريا عن الشعبي يعني قوله: ومن لم يحكم بما انزل الله فأولئك هم الكافرون قال: للمسلمين.

Al-Sha'bi zei wat betreft de vers 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen': "(ook nedergedaald) Voor moslims." [Tafsir Ibn Abi Hatim hadith 6433]

Moslim rechter die niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft

De rechter die het oordeel van Allah verlaat en daarin volhardt, hij is een ongelovige. Dit is overgeleverd van Al-Suddi.

٦٤٢٧ - أَخْبَرَنَا أَحْمَدُ بْنُ عُثْمَانَ بْنِ حَكِيمٍ الأَوْدِيُّ فِيمَا كَتَبَ إِلَيَّ ثنا أَحْمَدُ بْنُ مُفَضَّلٍ ثنا أَسْبَاطٌ عَنِ السُّدِّيِّ قَوْلَهُ: وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ قَالَ: مَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلْتُ فَتَرَكَهُ عَمْدًا وَجَادًّا وَهُوَ يَعْلَمُ فهو من الكافرون.

Al-Suddi zei: "En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, het bewust verlaat en hierin volhardt, dan is hij van de ongelovigen." [Tafsir Ibn Abi Hatim hadith 6427]

De rechter die bewust een andere straf geeft dat in tegenstrijd is met de Shari'ah, is een ongelovige. Dit is overgeleverd van Al-Qadi Ismail ibn Ishaq.

Al-Qadi Ismail bin Ishaq bin Hammad bin Zayd (282 AH) zei: "En dit gezegde is een overeenkomst tussen 'Umar en 'Ali, dat degene die nieuwe straffen uitvaardigt die in tegenspraak zijn met het boek van Allah, hij het oordeel krijgt van degenen die hem voor waren die het Boek ook tegengingen (Kafirun, Dhalimun, Fasiqun)." [Ahkam al-Quran pagina 487, Surah al-Maaidah, van Qushayri]

De rechter die Allah's Oordeel erkent maar hier niet haar handelt wegens omkoperij, hij is een onrechtpleger (Dhalim) en opstandige overtreder (Fasiq). Dit is overgeleverd van Ibn Abbas.

٦٤٢٦ - حَدَّثَنَا أَبِي ثنا أَبُو صَالِحٍ حَدَّثَنِي مُعَاوِيَةُ بْنُ صَالِحٍ عَنْ عَلِيِّ بْنِ أَبِي طَلْحَةَ عَنِ ابْنِ عَبَّاسٍ قَوْلَهُ: وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بما أنزل الله يَقُولُ: مَنْ جَحَدَ الْحُكْمَ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَقَدْ كَفَرَ، وَمَنْ أَقَرَّ بِهِ وَلَمْ يَحْكُمْ بِهِ فَهُوَ ظَالِمٌ فَاسِقٌ. يَقُولُ: مَنْ جَحَدَ مِنْ حُدُودِ اللَّهِ شَيْئًا فَقَدْ كَفَرَ.

Ibn Abbas zei: "{En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft}, wie Zijn Oordeel ontkent heeft ongeloof gepleegd. Wie het erkent er vervolgens niet mee oordeelt is een onrechtpleger en opstandige overtreder." [Tafsir Ibn Abi Hatim hadith 6426]

De rechter die wordt omgekocht om in sommige gevallen niet met Allah's openbaring te oordelen, vervalt in kleine Kufr. De rechter die wordt omgekocht om Allah's straffen te vervangen of volledig te verlaten, vervalt in grote Kufr.

قال الخلال: قال أبو بكر المروذي: حدثنا أبو عبد اللَّه قال: ثنا هشيم قال: ثنا عبد الملك بن أبي سليمان، عن سلمة بن كهيل، عن علقمة والأسود، أنهما سألا ابن مسعود عن الرشوة. فقال: هي السحت. قالا: أفي الحكم ذلك؟ قال: ذلك الكفر. ثم تلا هذا الآية: {وَمَنْ لَمْ يَحْكُمْ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ فَأُولَئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ} [المائدة: 44] (¬2). "السنة" للخلال 2/ 104 (1411 - 1412)

Ibn Mas'oud zei: "Omkoperij in de oordeel van een rechter is Kufr, 'En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen'." [Al-Sunnah 2/104 van Al-Khallal]

Wat de context van Kufr duna Kufr niet is

Sommigen begrijpen de uitspraak van Kufr duna Kufr niet zoals hierboven is uitgelegd. Zij beweren namelijk dat de uitspraak ook geldt voor leiders die met andere andere wetten regeren dan wat Allah geopenbaard heeft.

Deze mensen gebruiken de uitspraak van Kufr duna Kufr buiten haar context. Kufr duna Kufr geldt voor een rechter dat (in sommige gevallen) niet met Allah's openbaring oordeelt wegens omkoperij. Deze uitspraak geldt dus niet voor een leider die nieuwe wetten maakt of een volledige nieuwe wetgeving introduceert.

Want waarom geldt deze uitspraak niet voor het maken van nieuwe wetten? Dat komt omdat alleen Allah het recht heeft om wetten te maken. Alleen Hij heeft het recht om te bepalen wat verboden of toegestaan is.

إِنِ الْحُكْمُ إِلَّا لِلَّهِ Hukm (Wetgeving en Oordeel) is voor niemand behalve Allah. [Surah Yusuf vers 40]
وَلا يُشْرِكُ فِـي حُكمِهِ أحَداً En Hij deelt Zijn Oordeel en Wetgeving met niemand. [Surah al-Kahf vers 26]

Wie zou het oneens zijn met het feit dat alleen Allah het recht heeft om wetten te maken? Hij is Degene die bepaalt wat toegestaan en verboden is. Wie het recht van Allah tot zich neemt en vervolgens wetten maakt, is een Taghut. Dit is het begrip van Ahl Sunnah wal Jama'ah.

Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.

Heb je vragen over de Islam?

Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.

Vraag stellen