Wat is algemene Takfir?

Je kunt bij algemene Takfir denken aan een generalisatie en excommunicatie van een groep mensen. Geloof je dat een specifieke groep Kafir is, of zie je een persoon als Kafir vanwege de meerderheid van een land? Dan is dat algemene Takfir.

Algemene Takfir heet ook wel Takfir 'Aamma in het Arabisch. Het is een vorm van Takfier dat zich op de meerderheid van een groep of bevolking baseert.

Moslims dienen de algemene en persoonlijke vorm van Takfir te praktiseren. Het valt zo binnen Aslu Deen (fundamenten van de religie).

Inhoud
  1. Wanneer is het van toepassing?
  2. Hoe praktiseer je het?
  3. Voorbeelden van algemene Takfir

Wanneer is algemene Takfir van toepassing?

Verkeert de meerderheid van een bevolking in grote Shirk of grote Kufr? Of is dat land een land van ongeloof (Darul Kufr)? Dan zijn dit de momenten waar algemene Takfir van toepassing wordt. Een moslim kijkt naar de realiteit van een bevolking of groep en baseert daar een oordeel op.

Bevindt een land zich op ongeloof? Dan ziet hij de mensen ervan niet als moslim. Een persoon in een land waar de meerderheid zich in ongeloof bevindt, krijgt de oordeel van de meerderheid. Dit wordt ook wel gezien als generalisatie.

1. Meerderheid in ongeloof en afgoderij

We oordelen als mensen automatisch op de meerderheid. Of het nou gaat om ras, religie of andere zaken. We maken generalisaties wanneer we denken dat de meerderheid op een bepaalde wijze is. Dit doen we vanwege onze natuurlijke aanleg. Het is daarom ook niet echt te vermijden.

In de Islamitische bronnen vinden we terug dat algemene Takfir een plaats heeft. We zien dat de vrome voorgangers (Salaf Saliheen) dit praktiseerden. Laten we kijken naar een voorbeeld waarin Jarir bin Abdul-Hamid (een Salafu Salih) generaliseerde.

De Imam Ya'qoub al-Qomi (180H) werd geboren in Qom, en het is een stad met een Rafidhi-meerderheid.
Jarir bin Abdul-Hamid zei altijd als hij Ya'qoub al-Qomi zag: "Dit is de gelovige van het volk van Fir'awn. Vanwege de veelheid van Rafidhah in de stad Qom.” [Tarikh al-Islam 4/767 en Tabaqat al-Muhaditheen bi Asbhan (2/34) #86]

Ya'qoub Al-Qomi leefde in de stad Qom, een stad in Iran. Door de meerderheid van Rafidhi mensen die er woonden, zei Jarir bin Abdul-Hamid (een vriend van hem) tegen hem dat hij de gelovige is in het volk van Fir'awn.

Een gelovige in de tijd van Fir'awn was zeer uniek. Het volk van Fir'awn waren bijna allemaal ongelovigen. Daarom vond Jarir bin Abdul-Hamid dat Ya'qoub binnen die specificatie valt.

2. Land van ongeloof (Darul Kufr)

Een persoon krijgt de oordeel van het land waar hij in leeft. Dat wordt automatisch bepaald in Islam. Het is dan aan de persoon om zich van het land te onderscheiden, door zijn standpunten duidelijk te maken.

Een land is Dar Kufr wanneer er bijvoorbeeld ongeloof verspreid is. Imam Ahmad sprak over deze kwestie en vertelde dat een Dar ongeloof wordt wanneer ongeloof wijdverspreid is.

Imam Ahmad zei: "Als de innovaties: Quran is geschapen of Qadr (Het Lot) bestaat niet en soortgelijke wijdverspreid zijn, dan is het Darul Kufr." [Al-Aqeedah Riwayat pagina 124 van Abu Bakr al-Khallal]

Wanneer een ongeval gebeurt en een persoon daarbij betrokken is, dan dient hij zichzelf te onderscheiden als hij er niets mee te maken heeft. Hetzelfde geldt ook bij het onderscheiden van de oordeel van het land.

Imam Sahnoun (240H) zei: "Ik vroeg Ibn Al-Qasim (metgezel van Imam Malik): Had Malik er een hekel aan als een man handel in Darul Harb (land van oorlog) drijft?" Hij (Ibn Al-Qasim) zei: "Ja, Malik had er een grote hekel aan. Malik zei namelijk dat die persoon de regelgeving van Ahl Shirk (mensen van Shirk) automatisch op zich zou krijgen." [Al-Muduwanna 3/294 van Ibn Sahnoun]

Hier zien we dus dat een persoon de oordeel van zijn land krijgt. Gaat een persoon naar Darul Islam? Dan krijgt hij het oordeel van het land, tenzij hij zichzelf als Christen of Jood specificeert. Gaat een persoon naar Darul Kufr? Dan krijgt hij het oordeel van dat land, tenzij hij zichzelf daarvan onderscheidt.

De broers van Yusuf 'alayhi salam bezochten Yusuf in een ander land, zonder dat ze door hadden dat hij het was. Ze oordeelden Yusuf zoals de volk waar hij in leefde.

Toen ze hem zagen zeiden ze: "Inderdaad, Allah beloont de liefdadigheid". Ze zeiden niet dat Allah hem (Yusuf) zal belonen, omdat ze hem niet als moslim oordeelden. Dat omdat ze niet wisten dat ze met Yusuf 'alayhi salam te maken hadden.

Muqatil bin Sulaiman zei: "De Tafsir van de vers: {Inderdaad, Allah beloont de liefdadigheid.}, houdt de gelovigen in. Hadden zij (broers van Yusuf) geweten dat wie ze spraken Yusuf was, dan zouden ze hebben gezegd: 'Waarlijk, Allah zal je belonen voor je liefdadigheid.'" [Tafsir Muqatil bin Sulaiman (2/349)]

Hoe praktiseer je het?

Een moslim praktiseert algemene Takfir door een persoon te koppelen aan de toestand van de mensen. Ziet hij een persoon in een land van ongeloof, of land waarin de bevolking in meerderheid grote Shirk begaan? Dan beschouwt hij deze persoon te horen bij de algemene toestand van de mensen.

Salamah bin Nu'aym overleverde: "Ik was getuige met Khalid bin al-Walid op de dag van Yamamah, toen we de mensen belegerden, sloeg ik een man uit hun midden, dus toen hij viel, zei hij: "O Allah, op uw religie en die van Uw profeet, ik ben vrij van waar Musaylamah mee bezig is." [Al-Fawaaid Riwayat, Juz Yahya bin Ma'een 28 van Abu Bakr al-Marwadhi]

De metgezellen belegerden het volk van Yamamah vanwege hun geloof in een valse profeet genaamd Musaylima. De mensen van Yamamah geloofden massaal in de valse profeet, maar slechts enkelen niet. Zoals aangegeven in de overlevering, onderscheidde een man zich van Musaylima. Dat was nodig om niet gevangen genomen te worden.

Hoe iemand zichzelf kan onderscheiden

Een persoon kan zichzelf onderscheiden van het land waarin hij leeft. Dat wordt gedaan met een unieke onderscheidingsfactor. Het is bijvoorbeeld geen onderscheiding om Islamitisch te kleden wanneer je weet dat mensen die zich zo kleden ook grote Shirk begaan.

Wat kun je dan als onderscheidende factor gebruiken om iemand als moslim te zien? Nou, dat is zijn geloofsleer (Aqeedah).

Om een persoon te ondervragen, is dus nodig in een land van ongeloof. Op die manier kom je te weten hoe een persoon denkt en hoe hij zich van de rest onderscheidt. Wijkt die persoon af van de rest door de mensen op dwaling te oordelen, dan is er een grote kans dat deze persoon moslim is.

Abu Bakr Al-Marwadhi hoorde de Iqama, dus vroeg hij Imam Ahmad of hij achter de Imam kan bidden. Imam Ahmad antwoordde: "Ik was er vroeger makkelijker in. Maar nu dat innovatie wijdverspreid is, dien je pas achter iemand te bidden als je hem kent." [Tabaqat Al-Hanabilah 1/59]

In die citaat van Imam Ahmad zien we dat hij een algemene oordeel velde. Hij zag vanwege de verspreiding van innovatie pas iemand op het rechte pad wanneer hij diegene daarop kende.

De Imam Ya'qoub al-Qomi (180H) werd geboren in Qom, en het is een stad met een Rafidhi-meerderheid.
Jarir bin Abdul-Hamid zei altijd als hij Ya'qoub al-Qomi zag: "Dit is de gelovige van het volk van Fir'awn. Vanwege de veelheid van Rafidhah in de stad Qom.” [Tarikh al-Islam 4/767 en Tabaqat al-Muhaditheen bi Asbhan (2/34) #86]

Ondanks de Islamitische rituelen die in de stad Qom aanwezig waren, oordeelden de Salafu Saliheen de mensen niet daarop. Zij oordeelden op de leer van mensen.

In dit geval zien we dat wanneer de meerderheid van een land op ongeloof bevindt, maar Islamitische rituelen vertonen, dat het niet als reden gebruikt kan worden om iemand op Islam te oordelen.

Voorbeelden van algemene Takfir

Wil je weten wie algemene Takfir verrichtten en wat hun denkwijze was? Hieronder zijn verschillende voorbeelden te zien hoe Profeet Ibrahim, de Sahaba en ná hen handelden.

Profeet Ibrahim عليه السلام

Abu Huraira verteld:

Ibrahim vertelde geen leugen behalve bij drie gelegenheden. Tweemaal omwille van Allah toen hij zei: "Ik ben ziek", en hij zei: "(ik heb dit niet gedaan), de grote afgod heeft het gedaan." De (derde was) dat Ibrahim en Sarah (zijn vrouw) op reis gingen , toen ze voorbij (het grondgebied) gingen van een tiran. Iemand zei tegen de tiran: "Deze man (dat wil zeggen Ibrahim) wordt vergezeld door een zeer charmante dame." Dus hij stuurde Ibrahim naar hem en vroeg hem over Sarah, zeggende: "Wie is deze dame?" Ibrahim zei: "Zij is mijn zuster." Ibrahim ging naar Sarah en zei: "O Sarah! Er zijn geen gelovigen op het oppervlak van de aarde behalve jij en ik. Deze man vroeg me naar jou en ik heb hem verteld dat jij mijn zuster bent, dus spreek mijn verklaring niet tegen."

(Sahih al-Bukhari Volume 4, Book 55, Hadith 578)

In deze overlevering zien we terug dat Ibrahim عليه السلام generaliseerde. Ondanks het feit dat Lut عليه السلام leefde, deed Profeet Ibrahim alsnog algemene Takfir. Natuurlijk was niet de gehele aarde op dat moment ongelovig, omdat het een generalisatie is.

Sahaba praktiseerden algemene Takfir

De metgezellen in Islam waarnamen de realiteit van de wereld en volkeren. Op basis van die realiteit deden ze ook algemene Takfir. Abu Bakr, Ibn Mas'ud, Zayd ibn 'Amr, Salman Al-Farisi, 'Amr bin 'Abasa Sulami RadiyAllahu 'Anhuma en anderen praktiseerden algemene Takfir.

Abu Bakr رضي الله عنه

Abu Bakr radiyAllahu 'anhu zei aan het begin van Al-Riddah oorlogen: "Waarlijk, de aarde is vandaag ongelovig." (Tarikh al-Tabari 3/245 en al-Bidayah wa Nihaya 9/441)

Toen de valse profeet Musaylima veel invloed had op de mensen nadat de profeet (ﷺ) stierf, werden er veel moslim afvallig doordat ze in Musaylima de valse profeet geloofde.

Abu Bakr radiyAllahu 'anhu zag dit en zag dat er ook anderen waren die geen Zakaat wilde betalen. Hierdoor bevocht Abu Bakr de afvalligen in de oorlogen Al-Riddah (oorlog tegen de afvalligheid).

Omdat er nogal wat metgezellen waren op aarde die standvastig bleven op Islam, is het dus niet het geval dat Abu Bakr radiyAllahu 'anhu die metgezellen ook excommuniceerde. De generalisatie uit de uitspraak is te herleiden aan de realiteit van die tijdperk, namelijk dat de meerderheid van de wereld ongelovig was.

Ibn Mas'ud رضي الله عنه

'Abdullah ibn Mas'ud zei: "Zoals je mij ziet ben ik de zesde van zes. En er is op de wereld geen moslim naast ons." (Hilyatul Awliyaa #384)

Dit werd gezegd in de tijd toen Ibn Mas'ud zich tot de Islam bekeerde. Hij behoorde tot de eerste 6 moslims die zich tot Islam bekeerde.

Hoe kan Ibn Mas'ud radiyAllahu 'anhu beweren dat er geen andere moslims op aarde zijn? Dat is een generalisatie, op basis van de toestand van de wereld destijds. De meerderheid verkeerden zich op dwaling.

Zayd ibn 'Amr رضي الله عنه

Asma bint Abi Bakr (dochter van Abu Bakr) overleverde: Ik zag Zayd ibn 'Amr bin Nufail met zijn rug tegen de Ka'ba staan en zei: "O volk van Quraish! Bij Allah, niemand onder jullie is op de religie van Ibrahim behalve ik." Sahih al-Bukhari Boek 63, Hadith 53 (Hoofdstuk van de Ansar)

Zayd ibn 'Amr deed algemene Takfir op Quraysh. Hij wist dat ze in de meerderheid Shirk aan het plegen waren. Hij wist van de situatie af hoe de mensen waren.

Hij kende de profeet (ﷺ) en daarom wist hij dat hij geen veelgodenaanbidder was, maar toch zei Zayd ibn 'Amr: "O Quraysh (gehele volk), niemand van jullie bevind zich op de pad van Ibrahim 'alayhi salam (gelovigen) behalve ik". Zayd oordeelde Qurash (algemeen) als ongelovigen.

Salman Al-Farisi رضي الله عنه

Salman al-Farisi zei: "Ik was een man van de mensen van Jayy en de mensen van mijn dorp aanbaden een zwart-wit paard, daarom wist ik dat ze op niets waren. Er werd me verteld: "De religie die je zoekt is in Marokko". Dus ging ik weg totdat ik in Mosul aankwam." Al-Mustadrak ala al-Sahiheen pagina 790

Dit was gezegd toen Salman Al-Farisi op zoek ging naar een religie. Dit was voordat hij de Profeet salaAllahu 'alayhi wa salam ontmoette.

Salman oordeelde zijn volk op dwaling. Dat was op basis van de toestand en realiteit van de mensen. Misschien zat er wel een moslim tussen. Dus algemene Takfir is een generalisatie, en niet dat écht iedereen ongelovig is.

'Amr bin 'Abasa Sulami رضي الله عنه

'Amr bin 'Abasa Sulami overleverde: "Ik dacht in de periode van Jahiliyyah dat de mensen in fout verkeerden en op niets waren. Ze aanbaden idolen." Sahih Muslim 832

'Amr bin 'Abasa was een metgezel van de Profeet salaAllahu 'alayhi wa salam. In de bovenbenoemde overlevering verteld hij hoe hij dacht voordat hij zich tot de religie bekeerde.

Hij zag de mensen op dwaling en oordeelden hen daarop. Ze waren op niets (dwaling) en aanbaden idolen. Zijn waarneming van de situatie deed hem generaliseren.

Geleerden ná de Sahaba

De moslimgeleerden ná de metgezellen praktiseerde ook het concept van algemene Takfir. Zij waren er strict mee en bekeken de toestand van volkeren. Sufyan Ath-Thawri, Ya'qoub Al-Qomi, Imam Ahmad, Barbahari, Ibn Battah en anderen praktiseerden generalisatie.

Sufyan Ath-Thawri

Yahya ibn Al-Qattan zei: “Toen Sufyān Ath-Thawrī (161 AH) Basrah binnenging, begon hij zich te verdiepen in de zaak van Ar-Rabī' Ibn Subayh en zijn status bij de mensen. Dus vroeg hij: 'Wat is zijn geloofsleer?' Ze antwoordden: 'Zijn geloofsleer is niet anders dan de Sunnah." Dus vroeg Sufyan: 'Wie zijn zijn boezemvrienden?' Ze zeiden: 'De mensen die de Qadr ontkennen (Qadariyyah).' Hij zei: "Dan is hij een Qadarī." (Al Ibanah #426 van Ibn Battah) Ibn Battah gaf hier commentaar op en zei: “Moge Allah's genade zijn met Sufyān Ath-Thawrī. Hij sprak inderdaad met wijsheid en sprak de waarheid. Hij sprak met kennis die in overeenstemming is met het Boek en de Sunnah. En [hij heeft gesproken] in overeenstemming met wat nodig is door wijsheid, waargenomen met de ogen en bekend bij de mensen van inzicht en opleiding. Allah (de Allerhoogste) zegt in de Quran: “O jullie die geloven! Neem niet degenen buiten uzelf (d.w.z. buiten Ahlus-Sunnah) als uw metgezellen, aangezien zij niet zullen nalaten hun best te doen om u te bederven. Ze willen je ernstig schaden."

Sufyan Ath-Thawri (161 AH) zei: "Bid slechts achter een persoon die je vertrouwt en die zich op Ahlu Sunnah bevindt." [Sharh Usul Al-I'tiqad #314 van Lalikaee]

Naast Sufyan waren er anderen van de Salaf die hier strict in waren. Het bidden achter een persoon van dwaling werd vermeden.

Ya'qoub Al-Qomi

De Imam Ya'qoub al-Qomi (180 AH) werd geboren in Qom, en het is een stad met een Rafidhi-meerderheid.
Jarir bin Abdul-Hamid zei altijd als hij Ya'qoub al-Qomi zag: "Dit is de gelovige van het volk van Fir'awn. Vanwege de veelheid van Rafidhah in de stad Qom.” [Tarikh al-Islam 4/767 en Tabaqat al-Muhaditheen bi Asbhan (2/34) #86]

De stad van Qom bevindt zich in Iran. Het was destijds een stad waarbij de Rafidhah (Sjieten) de meerderheid hadden. Tegenwoordig is dit ook het geval in Iran. De meerderheid zijn Sjieten.

Nu is het de vraag waarom Ya'qoub Al-Qomi en Jarir bin Abdul-Hamid anderen niet als moslims zagen. De sjieten gaven de Salaam, ze baden het gebed, gaven Zakat etc. Dit bewijst dat Islamitische rituelen geen onderscheidende factor is om iemand als moslim te oordelen.

Imam Ahmad

Abu Bakr Al-Marwadhi hoorde de Iqama, dus vroeg hij Imam Ahmad (241 AH) of hij achter de Imam kan bidden. Imam Ahmad antwoordde: "Ik was er vroeger makkelijker in. Maar nu dat innovatie wijdverspreid is, dien je pas achter iemand te bidden als je hem kent." [Tabaqat Al-Hanabilah 1/59]

In die citaat van Imam Ahmad zien we dat hij een algemene oordeel velde. Hij zag vanwege de verspreiding van innovatie pas iemand op het rechte pad wanneer hij diegene daarop kende.

Al-Barbahari

Al-Barbahari (329 AH) zei: "Het is pas toegestaan om iemand als Soenniet te verklaren wanneer diegene alle karakteristieken ervan betreft." [Sharh as-Soennah 145]

Het ondervragen is hierbij belangrijk. Zie je dat een persoon alle karakteristieken van een Soenniet heeft? Dan is het pas toegestaan hem zo te zien.

Al-Barbahari (329 AH) zei: "Wees heel voorzichtig, vooral met de mensen van jouw tijd. En kijk uit met wie je zit, naar wie je luistert en wie je als metgezel neemt. Want welzeker, het is alsof de schepping (de mensheid) afvallig is geworden, behalve degenen die door Allah worden beschermd." [Sharh as-Soennah 140]

De geleerde was bewust van het feit dat de meerderheid van de mensen op ongeloof bevonden. Hij waarschuwt hierdoor om voorzichtig te zijn met wie je vertrouwt.

Ibn Battah Al-'Ukbari

Ibn Battah (387 AH) zei: "We zijn waarlijk gekomen in een tijd waarin slechts een klein aantal veilig is in zijn religie, en redding van dwaling moeilijk is geworden tot het punt dat het onmogelijk lijkt, behalve zij die door Allah zijn beschermd door kennis." [Al-Ibanah 1/366 van Ibn Battah]

Ibn Battah was bewust van zijn tijd en realiteit. Hij waarschuwt zijn lezers, en zegt dat redding onmogelijk lijkt te zijn. Maar zij die door Allah beschermd zijn met kennis, kunnen zichzelf redden.

Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.

Heb je vragen over de Islam?

Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.

Vraag stellen
‹ Persoonlijke Takfir