Er bestaat nogal een grote discussie over of de Niqab wel of niet een verplichting is in islam. De twee botsende meningen worden aangehaald met argumenten, maar welke mening is nou correct?
Als we kijken naar de context en reden waarom de verplichting van de Niqab was nedergedaald, dan zien we dat dit te maken had met de veiligheid, om te voorkomen dat slechte mannen haar lastigvallen en uit vergissing als slavin achten.
De Niqab is dus volgens de correcte mening geen verplichting, omdat het gezicht niet onder de 'awrah valt. In dit artikel wordt gedetailleerd uiteengezet waarom de Niqab niet verplicht is en wat de reden van de Niqab regelgeving oorspronkelijk was.
De vrouwen droegen eerst een khimar, en ontblootte hun gezichten en handen. Dit veranderde uiteindelijk, maar waarom precies? Wat is de reden geweest dat vrouwen ineens hun gezichten moesten bedekken?
De reden hiervoor is dat vrije gelovige vrouwen werden lastiggevallen door mannen met een zieke hart, die vrouwen lastigvielen als ze buiten waren.
Die mannen deden dat omdat ze dachten dat de vrouw die ze buiten zien een slavin zou zijn. Slechte mannen stonden bekend dat ze vrouwelijke slavinnen lastigvielen, dus ze konden geen echte onderscheid maken tussen een slavin en een vrije vrouw, en Allah bracht het bevel dat ze zich zouden moeten onderscheiden uit veiligheid.
O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen om hun Jilbab over zich heen te trekken. Dit is beter, zodat zij als zodanig herkend worden en niet lastiggevallen worden.
[Surah al-Ahzaab vers 59]
حدثنا أبو جعفر الرازي وهشيم عن حصين عن أبي مالك قال كان نساء نبي الله صلى الله عليه وسلم يخرجن بالليل لحاجتهن وكان ناس من المنافقين يتعرضون لهن فيؤذين فشكوا ذلك فقيل ذلك للمنافقين فقالوا إنما نفعله بالإماء فنزلت هذه الآية يا أيها النبي قل لأزواجك وبناتك ونساء المؤمنين يدنين عليهن من جلابيبهن ذلك أدنى أن يعرفن فلا يؤذين
[الطبقات الكبرى - محمد بن سعد - ج ٨ - الصفحة ١٧٦]
Abu Malik overleverde:
"De vrouwen van de Profeet (ﷺ) gingen 's nachts naar buiten voor hun behoeften, en sommige van de hypocrieten (munafiqun) belaagden hen en deden hen kwaad. Dit werd aan de hypocrieten gemeld, maar zij zeiden: 'Wij doen dit alleen met de slavinnen.'
Toen werd het volgende vers geopenbaard: 'O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen om hun Jilbab over zich heen te trekken. Dit is beter, zodat zij als zodanig herkend worden en niet lastiggevallen worden.'"
[Tabaqat al-Kubraa 8/176]
17788 - عَنِ السُّدِّىِّ رَضِيَ اللهُ، عَنْهُ فِي الْآيَةِ قَالَ: كَانَ أُنَاسٌ مِنْ فُسَّاقِ أَهْلِ الْمَدِينَةِ بِاللَّيْلِ حِينَ يَخْتَلِطُ الظَّلامُ، يَأْتُونَ إِلَى طُرُقِ الْمَدِينَةِ فَيَتَعَرَّضُونَ لِلنِّسَاءِ، وَكَانَتْ مَسَاكِنُ أَهْلِ الْمَدِينَةِ ضَيِّقَةً فَإِذَا كَانَ اللَّيْلُ خَرَجَ النِّسَاءُ إِلَى الطُّرُقِ، فَيَقْضِينَ حَاجَتَهُنَّ، فَكَانَ أُولَئِكَ الْفُسَّاقُ يَتْبَعُونَ ذَلِكَ مِنْهُنَّ، فَإِذَا رَأَوُا امْرَأَةً عَلَيْهَا جِلْبَابٌ قَالُوا: هَذِهِ حُرَّةٌ فَكُفُّوا، عَنْهَا، وَإِذَا رَأَوُا الْمَرْأَةَ لَيْسَ عَلَيْهَا جِلْبَابٌ قَالُوا: هَذِهِ أَمَةٌ فَوَثَبُوا عَلَيْهَا [1] .
[تفسير ابن أبي حاتم - ابن أبي حاتم الرازي - ج ١٠ - الصفحة ٣١٥٥]
Al-Suddi overleverde:
"Er waren enkele losbandige mannen in Medina die, wanneer de duisternis viel, naar de straten van de stad gingen en vrouwen belaagden. De huizen van de mensen van Medina waren krap, dus wanneer het nacht werd, gingen de vrouwen naar buiten naar de straten om hun behoeften te vervullen. Deze losbandige mannen volgden hen. Als ze een vrouw zagen die een jilbab (mantel) droeg, zeiden ze: 'Dit is een vrije vrouw, laat haar met rust.' Maar als ze een vrouw zagen die geen jilbab droeg, zeiden ze: 'Dit is een slavin,' en belaagden ze haar."
[Tafsir Ibn Abi Haatim 10/3155]
Het vers in Surah al-Ahzaab refereert dus naar een specifieke situatie, waarvoor de verplichting van de Niqab dus oorspronkelijk voor werd ingezet.
Het is voor hen een verplichting geweest gedurende die periode om zichzelf te onderscheiden van de vrouwelijke slavinnen die lastig gevallen werden door hypocrieten en mensen die overspelig wilden zijn.
Dus wat zouden de vrouwen bedekken na de openbaring van Surah al-Ahzaab vers 59? Ibn 'Abbas en anderen vermeldden dat wat bedekt moest worden het gezicht was, waarbij slechts één oog of beide ogen zichtbaar mocht zijn.
حدثني عليّ، قال: ثنا أَبو صالح قال ثني معاوية عن علي عن ابن عباس، قوله (يَاأَيُّهَا النَّبِيُّ قُلْ لأزْوَاجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَاءِ الْمُؤْمِنِينَ يُدْنِينَ عَلَيْهِنَّ مِنْ جَلابِيبِهِنَّ) أمر الله نساء المؤمنين إذا خرجن من بيوتهن في حاجة أن يغطين وجوههن من فوق رءوسهن بالجلابيب ويبدين عينا واحدة.
[ج: 2 ص: 324 - كتاب تفسير الطبري جامع البيان]
Ibn Abbas verklaarde over het vers: 'O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters, en de vrouwen van de gelovigen dat zij hun jilbab over zichzelf moeten trekken,' dat Allah de vrouwen van de gelovigen opdroeg om, wanneer zij hun huizen verlaten voor hun behoeften, hun gezichten te bedekken met de jilbab die over hun hoofden hangt, waarbij alleen één oog zichtbaar blijft."
[Tafsir Tabari pagina 20/324]
حدثني يعقوب قال ثنا ابن علية عن ابن عون عن محمد عن عبيدة في قوله (يَاأَيُّهَا النَّبِيُّ قُلْ لأزْوَاجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَاءِ الْمُؤْمِنِينَ يُدْنِينَ عَلَيْهِنَّ مِنْ جَلابِيبِهِنَّ) فلبسها عندنا ابن عون قال: ولبسها عندنا محمد قال محمد: ولبسها عندي عبيدة قال ابن عون بردائه فتقنع به، فغطى أنفه وعينه اليسرى وأخرج عينه اليمنى، وأدنى رداءه من فوق حتى جعله قريبا من حاجبه أو على الحاجب.
[ج: 2 ص: 325 - كتاب تفسير الطبري جامع البيان]
Yahya overleverde van Ibn Aliea, van Ibn Awn, van Muhammad ibn Sireen dat hij 'Ubaidah hoorde over het vers: 'O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters, en de vrouwen van de gelovigen dat zij hun jilbab over zichzelf moeten trekken.'
Ibn Awn demonstreerde de jilbab bij ons en Muhammad ibn Sireen demonstreerde het bij Ibn 'Awn.
Muhammad ibn Sireen zei dat 'Ubaidah (Sahabi) de jilbab droeg door het om zijn hoofd te bevestigen, waarbij hij zijn neus en linker oog bedekte en alleen zijn rechteroog zichtbaar liet. Hij trok zijn kleding zo dicht mogelijk bij zijn wenkbrauw of op de wenkbrauw zelf."
[Tafsir Tabari 20/325]
De interpretatie van Ibn 'Abbas en 'Ubaydah bin Abu Sufyan bin al-Harith duiden dus dat de gelovige vrouwen hun gezichten moesten bedekken en slechts één oog mochten ontbloten.
Er is ook een tweede gezegde over dit vers, namelijk dat beide ogen zichtbaar mogen zijn. En dit is vermeld door Ibn 'Abbas en Qatada.
حدثني محمد بن سعد قال ثني أَبي قال ثني عمي قال: ثني أَبي عن أبيه عن ابن عباس، قوله (يَاأَيُّهَا النَّبِيُّ قُلْ لأزْوَاجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَاءِ الْمُؤْمِنِينَ يُدْنِينَ عَلَيْهِنَّ مِنْ جَلابِيبِهِنَّ ... ) إلى قوله (وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَحِيمًا) قال: كانت الحرة تلبس لباس الأمة فأمر الله نساء المؤمنين أن يدنين عليهن من جلابيبهن. وإدناء الجلباب: أن تقنع وتشد على جبينها.
[ج: 2 ص: 325 - كتاب تفسير الطبري جامع البيان]
Betreffende de uitspraak (O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen dat zij hun jilbab over zichzelf moeten trekken...) tot de uitspraak (En Allah is Vergevingsgezind, Barmhartig):
Ibn Abbas zei: 'Vroeger droeg een vrije vrouw de kleding van een slavin. Allah beval de vrouwen van de gelovigen om hun jilbab over zichzelf te trekken. Het bedekken met de jilbab betekent dat ze het zo dragen dat het hun gezicht bedekt en bevestigd is aan de voorhoofd.'"
[Tafsir Tabari 20/325]
حدثنا بشر قال ثنا يزيد قال ثنا سعيد عن قتادة قوله (يَاأَيُّهَا النَّبِيُّ قُلْ لأزْوَاجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَاءِ الْمُؤْمِنِينَ) أخذ الله عليهن إذا خرجن أن يقنعن على الحواجب (ذَلِكَ أَدْنَى أَنْ يُعْرَفْنَ فَلا يُؤْذَينَ) وقد كانت المملوكة إذا مرت تناولوها بالإيذاء، فنهى الله الحرائر أن يتشبهن بالإماء.
[ج: 2 ص: 325 - كتاب تفسير الطبري جامع البيان]
Qatada over het vers: 'O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters, en de vrouwen van de gelovigen...'
Allah heeft van hen bevolen dat, wanneer zij naar buiten gaan, zij hun gezichten bedekken tot over de wenkbrauwen. {Dit is beter, zodat zij herkend worden als vrije vrouwen en niet lastiggevallen worden.}
Vroeger werden slavinnen lastiggevallen wanneer ze voorbij liepen, dus Allah verbood de vrije vrouwen om zich te kleden zoals slavinnen."
[Tafsir Tabari 20/325]
Hierbij geeft Qatada aan dat de interpretatie van het vers is dat vrouwen hun gezichten hoorden te bedekken met uitzondering van de ogen.
Qatada maakt ook duidelijk dat vers 59 van Surah al-Ahzaab geopenbaard werd voor een specifieke reden, dus niet zozeer omdat het gezicht 'awrah zou zijn (zoals sommigen beweren).
Zoals we duidelijk maakten, is de oorspronkelijke reden van de Niqab geweest om de gelovige vrouwen te beschermen door zich anders te kleden dan slavinnen. Het was een manier om hypocrieten en slechte mannen weg te jagen, zodat de gelovigen niet worden lastig gevallen.
De openbaring van de Niqab is dus gekomen uit veiligheid, niet omdat het gezicht van de vrouw 'awrah zou zijn.
Vers 31 uit Surah al-Nur maakt duidelijk dat het gezicht geen 'awrah is. Ibn 'Abbas, 'Aisha en verschillende anderen onder de Sahaba en ook Tabi'een, geven aan dat het gezicht en de handen niet onder 'awrah vallen.
Dit wordt ook aangehangen door Fuqaha als Imam Malik en Imam Shafi'i, dat het gezicht en de handen geen 'awrah zijn.
Ze baseren deze visie op de vers uit Surah al-Nur, waarbij Sahaba en Tabi'een duidelijk maakten dat het gezicht en de handen niet onder 'awrah vallen.
وَقُل لِّلۡمُؤۡمِنَٰتِ يَغۡضُضۡنَ مِنۡ أَبۡصَٰرِهِنَّ وَيَحۡفَظۡنَ فُرُوجَهُنَّ وَلَا يُبۡدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا مَا ظَهَرَ مِنۡهَاۖ وَلۡيَضۡرِبۡنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَىٰ جُيُوبِهِنَّۖ وَلَا يُبۡدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا لِبُعُولَتِهِنَّ أَوۡ ءَابَآئِهِنَّ أَوۡ ءَابَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآئِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ أَخَوَٰتِهِنَّ أَوۡ نِسَآئِهِنَّ أَوۡ مَا مَلَكَتۡ أَيۡمَٰنُهُنَّ أَوِ ٱلتَّٰبِعِينَ غَيۡرِ أُوْلِي ٱلۡإِرۡبَةِ مِنَ ٱلرِّجَالِ أَوِ ٱلطِّفۡلِ ٱلَّذِينَ لَمۡ يَظۡهَرُواْ عَلَىٰ عَوۡرَٰتِ ٱلنِّسَآءِۖ وَلَا يَضۡرِبۡنَ بِأَرۡجُلِهِنَّ لِيُعۡلَمَ مَا يُخۡفِينَ مِن زِينَتِهِنَّۚ وَتُوبُوٓاْ إِلَى ٱللَّهِ جَمِيعًا أَيُّهَ ٱلۡمُؤۡمِنُونَ لَعَلَّكُمۡ تُفۡلِحُونَ
En zeg de gelovige vrouwen hun blikken neer te slaan en hun kuisheid te bewaken en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn.
En zij moeten hun khumur volledig over hun boezems dragen
en hun schoonheid niet openlijk tonen behalve voor hun echtgenoten, hun vaders, hun schoonvaders, hun zonen, of de zonen van haar echtgenoot, hun broeders en de zonen van hun broeders of de zonen van hun zusters of hun (moslim) vrouwen of de (vrouwelijke) slaven die hun rechterhanden bezitten of de oude mannelijke bedienden die geen begeerte meer hebben of kleine kinderen die geen besef van de geslachtsdaad hebben.
En laat hen niet met hun voeten stampen om zo hun verborgen sieraden te onthullen.
En keer jullie allen in berouw tot Allah, O gelovigen, opdat jullie zullen slagen.
(Surah al-Nur vers 31)
Laten we kijken naar de interpretatie van dit vers. Het stukje "en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn" is waaruit geconcludeerd wordt dat het gezicht en de handen niet onder 'awrah vallen.
... en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn.
(Surah al-Nur vers 31)
حدثنا حفص عن عبد الله بن مسلم عن سعيد بن جبير عن ابن عباس: * (ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها) * قال: وجهها وكفها.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn 'Abbas zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, haar gezicht en haar handen."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثني علي ، قال : ثنا عبد الله ، قال : ثني معاوية ، عن علي ، عن ابن عباس ، قوله : ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) قال : والزينة الظاهرة : الوجه ، وكحل العين ، وخضاب الكف ، والخاتم ، فهذه تظهر في بيتها لمن دخل من الناس عليها .
[تفسير الطبري صفحة 156 جزء 19]
Ibn Abbas zei: {en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de zichtbare versieringen zijn: het gezicht, Kohl van de ogen, de henna voor de handen, en de ring. Deze mogen zichtbaar van haar zijn mocht iemand haar huis betreden."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 156]
حدثنا شبابة بن سوار قال نا هشام بن الغاز قال نا نافع قال ابن عمر: الزينة الظاهرة: الوجه والكفان.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn 'Umar zei: "De zichtbare schoonheden zijn het gezicht en de handen."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا شبابة بن سوار قال نا هشام بن الغاز قال سمعت عطاء يقول: الزينة الظاهرة: الخضاب والكحل.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
'Ata zei: "De zichtbare schoonheden zijn de henna voor de handen en Kohl."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثني علي بن سهل ، قال : ثنا الوليد بن مسلم ، قال : ثنا أبو عمرو ، عن عطاء في قول الله ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) قال : الكفان والوجه .
[تفسير الطبري صفحة 156 جزء 19]
'Ata zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de handen en het gezicht."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 156]
حدثنا شبابة عن هشام قال سمعت مكحولا يقول: الزينة الظاهرة: الوجه والكفان.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Makhoul zei: "De zichtbare schoonheden zijn het gezicht en de handen."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا وكيع عن سفيان عن عبد الله بن مسلمة عن سعيد بن جبير قال: كفها وجهها.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Sa'eed ibn Jubayr zei: "Haar handen en haar gezicht."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
١٤٤٠٣ - حَدَّثَنَا أَبُو زُرْعَةَ، ثنا يحى بْنُ عَبْدِ اللَّهِ، حَدَّثَنِي ابْنُ لَهِيعَةَ عَنِ عَطَاءٍ عَنِ ابْنِ جُبَيْرٍ فِي قَوْلِ اللَّهِ: وَلا يُبْدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلا مَا ظَهَرَ مِنْهَا يَعْنِى: الْوَجْهَ وَالْكَفَّيْنِ فَزِينَةُ الْوَجْهِ الْكُحْلُ، وَزِينَةُ الْكَفَّيْنِ الْخِضَابُ، وَلا يَحِلُّ أَنْ يَرَى مِنْهَا غَرِيبٌ غَيْرَ ذَلِكَ.
[ص2575 - كتاب تفسير ابن أبي حاتم]
Sa'eed Ibn Jubayr zei: {en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, het gezicht en de handen. De sieraden van het gezicht zijn kohl en de sieraden van de handen zijn de henna. Het is niet toegestaan dat een niet-mahram wat anders ziet dan deze.
[Tafsir Ibn Abi Haatim - Pagina 2575]
حدثنا عفان قال حدثنا سعيد بن زيد قال حدثنا ليث عن مجاهد قال:
الخضاب والكحل.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Mujaahid zei: "de henna en Kohl."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
[ 139 ] حدثنا كثير بن هشام ثنا فرات بن سلمان عن عبد الكريم عن عكرمة في قوله عز وجل : ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) قال ثيابها وكحلها وخضابها .
[الجزء الثاني من حديث يحيى بن معين ( الفوائد ) ، برواية أبي بكر المروزي نویسنده : يحيى بن معين جلد : 1 صفحه : 201]
'Ikrimah zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, haar kleding, haar kohl en haar henna."
[Juz al-Thaani min Hadith Yahya ibn Ma'een (al-Fawaaid) - Abu Bakr al-Marwazi - Volume 1 - Pagina 201]
حدثنا عمرو بن بندق ، قال : ثنا مروان ، عن جويبر ، عن الضحاك في قول : ( ولا يبدين زينتهن ) قال الكف والوجه .
[تفسير الطبري صفحة 156 جزء 19]
Al-Dahhaak zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de hand en het gezicht."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 156]
حدثني ابن عبد الرحيم البرقي ، قال : ثنا عمر بن أبي سلمة ، قال : سئل الأوزاعي عن ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) قال : الكفين والوجه .
[تفسير الطبري صفحة 158 جزء 19]
Al-Awza'ee zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de handen en het gezicht."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 158]
ونقل المزني عن الشافعي: «قال : وإذا أراد أن يتزوج المرأة فليس له أن ينظر إليها حاسرة وينظر إلى وجهها وكفيها وهي متغطية بإذنها وبغير إذنها قال الله تعالى {ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها} [النور: 31] قال الوجه والكفان »
[مختصر الصفحة 219 باب النكاح]
Imam Shafi'i zei:
"{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, het gezicht en de handen."
[Mukhtasar al-Muzani - Hoofdstuk over Nikaah - Pagina 219]
حدثني يونس ، قال أخبرنا ابن وهب ، قال : قال ابن زيد ، في قوله : ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) من الزينة : الكحل ، والخضاب ، والخاتم ، هكذا كانوا يقولون وهذا يراه الناس .
[تفسير الطبري صفحة 158 جزء 19]
Abdurrahman Ibn Zayd Ibn Aslam zei:
"{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, kohl, henna en de ringen. Dit is wat zij zeiden, en dit is wat hun visie erop is."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 158]
Uit al deze citaten en gezegdes blijkt dat de zichtbare versieringen/schoonheden het gezicht en de handen zijn. En het zijn authentieke overleveringen over de interpretatie op de vers {en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}.
Er zijn naast deze ook overleveringen die net wat anders benoemen. Zo is er overgeleverd dat de zichtbare versieringen het gezicht en de kleding is.
حدثنا معمر عن يونس عن أبن شهاب عن الحسن قال: الوجه والثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Hasan al-Basri zei: "De kleding en het gezicht."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا وكيع عن سفيان عن عاصم عن الشعبي قال: الكحل والثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Al-Sha'bi zei: "De kleding en Kohl."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
De overlevering van Al-Sha'bi geeft aan dat onder 'de zichtbare versieringen' zowel de kohl als de kleding worden verstaan.
Volgens ons begrip betekent dit dat de zichtbare versieringen de kleding en het gezicht zijn (waarbij kohl een sieraad voor het gezicht is, specifiek voor de ogen). Deze visie wordt ook gedeeld door Hasan al-Basri, zoals overgeleverd.
حدثنا وكيع عن حماد بن سلمة عن أم شبيب عن عائشة قالت: القلب والفتخة.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٣]
'Aisha zei: "De armband en de teenring."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 383]
ابن حازم قال حدثني قيس بن سعد أن أبا هريرة كان يقول في قوله تعالى] ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها [قال: «القلب والفتحة». قال جرير بن حازم: القلب: السوار. والفقخة: الخاتم».
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٦ - الصفحة ٣٦٩]
Abu Hurayrah zei: "De armband en de teenring."
[Al-Tamheed - Deel 6 - Pagina 369]
حدثنا الحسن ، قال : أخبرنا عبد الرزاق ، قال : أخبرنا معمر ، عن قتادة : ( ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها ) قال : المسكتان والخاتم والكحل ، قال قتادة : وبلغني أن النبي صلى الله عليه وسلم قال : " لا يحل لامرأة تؤمن بالله واليوم الآخر ، أن تخرج يدها إلا إلى هاهنا " . وقبض نصف الذراع .
[تفسير الطبري صفحة 156 جزء 19]
Qatada zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de armbanden, de ring en Kohl. En het bereikte mij dat de Profeet (ﷺ) zei: 'Het is niet toegestaan voor een vrouw die in Allah en de Laatste Dag gelooft om haar hand te tonen, behalve tot hier." En hij vouwde zijn mouw tot halverwege de onderarm.'"
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 156]
'Aisha en Abu Hurayrah delen de mening over dat de zichtbare versieringen de armbanden en teenring zijn.
Wat betreft de overlevering van Qatada: hij baseert zich op wat hij heeft gehoord over de Profeet (ﷺ), maar hij vermeldt de overdrachtsketen niet, wat kan betekenen dat wat hij heeft gehoord over de Profeet mogelijk niet helemaal authentiek is.
Zoals je kunt zien, is er enige onenigheid ontstaan over wat de zichtbare versieringen zijn waar Surah al-Nur, vers 31, naar verwijst.
De meeste fuqaha volgen de opvatting dat het gaat om het gezicht en de handen. Deze interpretatie is overgeleverd van Ibn 'Abbas, Ibn 'Umar en Anas ibn Malik.
Ahl Raiyy namen Aisha's standpunt over dat ook de voeten en voorarmen geen 'awrah zijn.
Degenen die beweren dat de Niqab verplicht is gebruiken de citaat van Ibn Mas'oud. Hij is namelijk van mening dat wat er met 'zichtbare schoonheden' de kleding mee wordt bedoeld.
Daarmee impliceert hij dat niets anders zichtbaar van haar mag zijn behalve haar kleding, dus niet het gezicht, en ook niet de handen. Imam Ahmad volgt deze mening.
حدثنا وكيع عن سفيان عن أبي إسحاق عن أبي الأحوص عن عبد الله: * (ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها) * قال: الثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn Mas'oud zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de kleding."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا أبو خالد الأحمر عن حجاج عن أبي إسحاق عن أبي الأحوص عن عبد الله قال: الزينة زينتان: زينة ظاهرة وزينة باطنة لا يراها إلا الزوج وأما الزينة الظاهرة فالثياب وأما الزينة الباطنة فالكحل والسوار والخاتم.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn Mas'oud zei:
"Er zijn twee soorten schoonheden: een zichtbare en een verborgen schoonheid. Alleen de echtgenoot ziet de verborgen schoonheid.
Wat de zichtbare schoonheid betreft, dat zijn de kledingstukken.
Wat de verborgen schoonheden betreft, dat zijn de Kohl, het armbandje en de ring."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
Hiermee maakt Ibn Mas'oud duidelijk dat hij van mening is dat de vrouw haar gezicht en handen bedekt bij non-mahram mannen.
حدثنا وكيع عن مسعر عن أبي إسحاق عن أبي الأحوص قال: الثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Abu al-Ahwas zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de kleding."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا وكيع عن سفيان علقمة بن مرثد عن إبراهيم قال: الثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٣]
Ibrahim an-Nakha'ee zei: "De kleding."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 383]
Het is dus duidelijk dat de meeste Fuqaha van mening zijn dat het gezicht en de handen geen 'awrah zijn en dat deze zichtbaar mogen zijn bij non-mahram mannen.
Daarnaast is overgeleverd van Tabari, Ibn 'Abdul-Barr, Ibn Qudamah en anderen, dat de correcte mening is dat het gezicht en handen geen 'awrah zijn.
وأولى الأقوال في ذلك بالصواب : قول من قال : عني بذلك : الوجه والكفان ، يدخل في ذلك إذا كان كذلك : الكحل ، والخاتم ، والسوار ، والخضاب .
وإنما قلنا ذلك أولى الأقوال في ذلك بالتأويل ; لإجماع الجميع على أن على كل مصل أن يستر عورته في صلاته ،
[تفسير الطبري صفحة 158 جزء 19]
Tabari zei:
"De meest correcte interpretatie hierover is dat ermee (vers over zichtbare schoonheden) het gezicht en de handen worden bedoeld, en hierbij horen ook kohl, ringen, armbanden en henna.
Wij zeggen dat deze uitleg de meest correcte is op basis van de consensus dat elke gelovige tijdens het gebed zijn of haar 'awrah moet bedekken, en dat het voor een vrouw toegestaan is om haar gezicht en handen zichtbaar te maken tijdens het gebed.
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 158]
ابن عبد الرحمن (عن أبي بكر بن عبد الرحمن) قال كل شيء من المرأة عورة حتى ظفرها قال أبو عمر قول (1) أبي بكر هذا خارج عن أقاويل أهل العلم لإجماع العلماء على أن للمرأة أن تصلي المكتوبة ويداها ووجهها مكشوف ذلك كله منها تباشر الأرض به وأجمعوا (على) أنها لا تصلى متنقبة ولا عليها أن تلبس فقازين في الصلاة وفي هذا أوضح الدلائل على أن ذلك منها غير عورة وجائز أن ينظر إلى ذلك منها كل من نظر إليها بغير ريبة ولا مكروه وأما النظر للشهورة فحرام تأملها من فوق ثيابها لشهوة فكيف بالنظر إلى وجهها مسفرة وقد روى نحو قول أبي بكر بن عبد الرحمن (عن أحمد)
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٦ - الصفحة ٣٦٥]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"Abu Bakr ibn Abdul Rahman zei: 'Alles aan de vrouw is 'awrah, zelfs haar vingernagels.' Deze uitspraak van Abu Bakr over dit punt wijkt af van de meningen van de geleerden, aangezien de geleerden het erover eens zijn dat een vrouw de verplichte gebeden mag verrichten met haar handen en gezicht zichtbaar.
En ze zijn het er ook over eens dat zij niet in niqab moet bidden, noch is het verplicht voor haar om handschoenen te dragen tijdens het gebed.
Dit is een van de duidelijkste bewijzen dat deze delen van haar lichaam geen 'awrah zijn en dat het toegestaan is voor iemand om ze te zien zonder lust.
Het is verboden om te kijken naar haar uit verlangens; het is ongepast om naar haar te kijken vanuit haar kleding uit verlangen, dus het is nog kwalijker om uit verlangen naar haar gezicht te kijken.
Er de uitspraak van Abu Bakr ibn Abdul Rahman is ook overgeleverd door Ahmad ibn Hanbal.
[Al-Tamheed - Volume 6 - Pagina 365]
وَلۡيَضۡرِبۡنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَىٰ جُيُوبِهِنَّۖ
... en zij moeten hun khumur volledig over hun boezems slaan
[Surah al-Nur vers 31]
قوله: وَلْيَضْرِبْنَ.
١٤٤٠٤ - بِهِ عَنْ سَعِيدِ بْنِ جُبَيْرٍ فِي قَوْلِ اللَّهِ: وَلْيَضْرِبْنَ يَعْنِى: وَلْيَشْدُدْنَ.
[ص2575 - كتاب تفسير ابن أبي حاتم]
Sa'eed Ibn Jubayr zei: "De uitspraak van de vers 'Wal yadribna' betekent het stevig vastmaken."
[Tafsir Ibn Abi Haatim - Pagina 2575]
Deze vers werd nedergedaald omdat de gelovige vrouwen hun boezems niet bedekten. Ze droegen een khimar (hoofddoek) dat soms een gedeelte van hun borst bedekte, maar wel hun nek en oren vertoonde.
In de tijd van Jahiliyyah droegen de vrouwen een hoofddoek die ze achter hun rug sloegen en de nek en oorbellen vertoonden.
En in Madinah werden de vrouwen van de Profeet opgedragen om zich niet buiten te vertonen tussen de mannen, en zich tot hun huizen te richten.
De gelovige vrouwen droegen gedurende die tijd nog niet zo bedekkende kleding. Zij droegen en vertoonden hun oorbellen, kettingen, armbanden, enkelbandjes etc.
وَلَا يُبۡدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا لِبُعُولَتِهِنَّ أَوۡ ءَابَآئِهِنَّ أَوۡ ءَابَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآئِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ أَخَوَٰتِهِنَّ أَوۡ نِسَآئِهِنَّ أَوۡ مَا مَلَكَتۡ أَيۡمَٰنُهُنَّ أَوِ ٱلتَّٰبِعِينَ غَيۡرِ أُوْلِي ٱلۡإِرۡبَةِ مِنَ ٱلرِّجَالِ أَوِ ٱلطِّفۡلِ ٱلَّذِينَ لَمۡ يَظۡهَرُواْ عَلَىٰ عَوۡرَٰتِ ٱلنِّسَآءِۖ
En blijf in jullie huizen. En stel je (schoonheid) niet tentoon zoals in de tijden van de Jahiliyyah werd gedaan.
[Surah al-Ahzaab vers 33]
٢٣٤٠ - نا عَبْدُ الرَّزَّاقِ قَالَ: أرنا مَعْمَرٌ , عَنِ ابْنِ أَبِي نَجِيحٍ , عَنْ مُجَاهِدٍ , فِي قَوْلِهِ تَعَالَى: {وَلَا تَبَرَّجْنَ تَبَرُّجَ الْجَاهِلِيَّةِ الْأُولَى} [الأحزاب: ٣٣] قَالَ: «كَانَتِ الْمَرْأَةُ تَتَمَشَّى بَيْنَ الرِّجَالِ فَذَلِكَ تَبَرُّجُ الْجَاهِلِيَّةِ»
[ص37 - كتاب تفسير عبد الرزاق]
Mujaahid, over de vers {En vertoon je niet zoals de vrouwen van de tijd van Jahiliyyah} (Soera Al-Ahzab 33:33), zei hij: 'Vroeger liep een vrouw tussen de mannen (uit pronkzucht en om opgemerkt te worden), en dat was de vertoning van de tijd van Jahiliyyah.'"
[Tafsir Abdurrazzaaq - Pagina 37]
حدثني يعقوب، قال: ثنا ابن علية، قال: سمعت ابن أَبي نجيح، يقول في قوله (وَلا تَبَرَّجْنَ تَبَرُّجَ الْجَاهِلِيَّةِ الأولَى) قال: التبختر. وقيل إن التبرج هو إظهار الزينة، وإبراز المرأة محاسنها للرجال.
[تفسير الطبري صفحة 260 جزء 20]
Ibn Abi Najih, over de vers {En vertoon je niet zoals de vrouwen (tabarruj) van de tijd van Jahiliyyah} (Soera Al-Ahzab 33:33), zei hij: "'tabarruj' betekent pronkzucht en overdreven gedrag. Er wordt echter ook gezegd dat 'tabarruj' verwijst naar het tonen van versieringen en het benadrukken van de schoonheid van de vrouw aan mannen.""
[Tafsir Tabari - Volume 20 - Pagina 260]
De vrouwen van de Profeet vertoonden bedekten zichzelf en toonden hun versieringen niet, vanwege de vers {En blijf in jullie huizen. En stel je (schoonheid) niet tentoon zoals in de tijden van de Jahiliyyah werd gedaan}.
Sommige gelovige vrije vrouwen toonden hun sieraden, zoals overgeleverd door Muqaatil ibn Hayyaan. Deze praktijk veranderde echter nadat Surah al-Nur, vers 31 werd geopenbaard.
Na de openbaring van Surah al-Nur, vers 31, begonnen de gelovige vrouwen hun nekken, oren en boezems te bedekken met hun khimar.
وقوله : ( وليضربن بخمرهن على جيوبهن ) يقول تعالى ذكره : وليلقين خمرهن ، وهي جمع خمار ، على جيوبهن ، ليسترن بذلك شعورهن وأعناقهن وقرطهن .
[تفسير الطبري صفحة 159 جزء 19]
Tabari zei:
"{en zij moeten hun khumur volledig over hun boezems dragen}, laat hen hun khimar over hun boezems (jayb) trekken, zodat ze daarmee hun haar, nek en oorbellen bedekken."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 159]
Opmerkelijk is dat Tabari niet het gezicht benoemt bij de interpretatie van deze vers. De vers gaat dus over het bedekken van de boezems, nek en oorbellen.
Deze werden namelijk vertoond door de gelovige vrouwen van die tijd. Zij bedekten hun hoofden met een khimar die ze in plaats van naar voren naar achteren sloegen. Daardoor vertoonden zij hun nek/keel en boezem, maar ook een deel van hun oren.
En dit is bevestigd in een overlevering van Muqaatil ibn Hayyan waarin hij beschrijft hoe de vrouwen zich kleedden in die tijd.
قرأت على محمد بن الفضل، ثنا محمد بن علي بن الحسن، ثنا محمد ابن مزاحم، ثنا بكير بن معروف عن مقاتل بن حيان قوله: وقل للمؤمنات يغضضن من ابصارهن.
قال: بلغنا والله أعلم - ان جابر بن عبد الله الأنصاري حدث ان أسماء بنت مرشدة كانت في نخل لها في بني حارثة، فجعل النساء يدخلن عليها غير مئتزرات فيبدو ما في أرجلهن، يعني: الخلاخل وتبدو صدورهن وذوائبهن، فقالت أسماء: ما أقبح هذا، فانزل الله عز وجل في ذلك: وقل للمؤمنات يغضضن من ابصارهن فيقول: يخفضن من ابصارهن.
[تفسير ابن أبي حاتم - ابن أبي حاتم الرازي - ج ٨ - الصفحة ٢٥٧٣]
Muqaatil ibn Hayyaan overleverde van Jaabir ibn Abdullah al-Ansaari:
"Asmaa bint Marthad was bij de palmbomen die ze bezat in Banu Haritha. Vrouwen kwamen zonder hun schorten naar haar toe, en hun enkels, met name hun enkelbanden, en gedeelte van hun boezem en haar zichtbaar werden.
Asmaa zei: 'Wat een afschuwelijke zaak is dit!'
Toen werd de ayah van Allah geopenbaard: 'En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun blikken neerslaan...' (Surah An-Nur 24:31). Dit betekent dat zij hun blikken moeten verlagen."
[Tafsir Tabari - Deel 19 - Pagina 159]
Na de openbaring van Surah al-Nur, vers 31, pasten de gelovige vrouwen die de kledingdracht van de Jahiliyyah periode aanhielden hun kleding aan en begonnen ze hun boezems, nek en oren te bedekken met hun khimar.
Hierin is ook sterk bewijs dat niet alle gelovige vrouwen vroeger een Niqab droegen. En dat Surah al-Ahzaab 59 werd geopenbaard voor een specifieke incident en dus in realiteit niet bedoeld was als algemene verplichting.
قَوْلُهُ تَعَالَى: بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ.
١٤٤٠٥ - حَدَّثَنَا إِبْرَاهِيمُ بْنُ مَالِكٍ، ثنا الْحَسَنُ بْنُ الرَّبِيعِ، ثنا دَاوُدُ بْنِ عَبْدِ الرَّحْمَنِ عَنْ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ عُثْمَانَ، عَنْ صَفِيَّةَ بِنْتِ شَيْبَةَ عَنْ عَائِشَةَ قَالَتْ: فَلَمَّا نَزَلَتْ:
وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ انْقَلَبَ رِجَالٌ مِنَ الأَنْصَارِ إِلَى نِسَائِهِمْ يِتْلُونَهَا عليهن، فقامت كل مرأة مِنْهُنَّ إِلَى مِرْطِهَا فَصَدَعَتْ مِنْهُ صِدْعَةً فَاخْتَمَرْتُ بها فأصبحن من الصبح وكأن على رؤسهن الْغِرْبَانَ
[ص2575 - كتاب تفسير ابن أبي حاتم]
'Aisha zei: "Toen de vers 'En laat hen hun khumur over hun boezems slaan' werd geopenbaard, keerden enkele mannen van de Ansar zich naar hun vrouwen om hen de vers te reciteren. Iedere vrouw van hen ging naar haar mirt, scheurde een stuk ervan af en gebruikte het als khimar. Bij het ochtendgebed leken ze op vrouwen met zwarte kraaien op hun hoofden."
[Tafsir Ibn Abi Haatim - Pagina 2575]
وَقَالَ أَحْمَدُ بْنُ شَبِيبٍ حَدَّثَنَا أَبِي، عَنْ يُونُسَ، قَالَ ابْنُ شِهَابٍ عَنْ عُرْوَةَ، عَنْ عَائِشَةَ ـ رضى الله عنها ـ قَالَتْ يَرْحَمُ اللَّهُ نِسَاءَ الْمُهَاجِرَاتِ الأُوَلَ، لَمَّا أَنْزَلَ اللَّهُ {وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ} شَقَّقْنَ مُرُوطَهُنَّ فَاخْتَمَرْنَ بِها.
'Aisha zei:
"Moge Allah genade hebben met de vrouwen van de Muhaajireen. Toen Allah de Woorden openbaarde: "En zij moeten hun khumur volledig over hun boezems dragen" [Surah Al-Nur vers 31], scheurden zij hun Murut (mantel) en maakten zij daar khimars van."
(Sahih al-Bukhari 4758)
حَدَّثَنَا أَبُو نُعَيْمٍ، حَدَّثَنَا إِبْرَاهِيمُ بْنُ نَافِعٍ، عَنِ الْحَسَنِ بْنِ مُسْلِمٍ، عَنْ صَفِيَّةَ بِنْتِ شَيْبَةَ، أَنَّ عَائِشَةَ ـ رضى الله عنها ـ كَانَتْ تَقُولُ لَمَّا نَزَلَتْ هَذِهِ الآيَةُ {وَلْيَضْرِبْنَ بِخُمُرِهِنَّ عَلَى جُيُوبِهِنَّ} أَخَذْنَ أُزْرَهُنَّ فَشَقَّقْنَهَا مِنْ قِبَلِ الْحَوَاشِي فَاخْتَمَرْنَ بِهَا.
'Aisha zei:
"Toen Allah de Woorden openbaarde: "En zij moeten hun khumur volledig over hun boezems dragen" [Surah Al-Nur vers 31], scheurden wij onze schorten en gebruikten wij die als Khimar."
(Sahih al-Bukhari 4759)
De handeling van de Sahabiyat na de openbaring van Surah al-Nur vers 31, was dat zij khimars maakten en dit meteen droegen om de openbaring in praktijk te nemen.
وَلَا يُبۡدِينَ زِينَتَهُنَّ إِلَّا لِبُعُولَتِهِنَّ أَوۡ ءَابَآئِهِنَّ أَوۡ ءَابَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآئِهِنَّ أَوۡ أَبۡنَآءِ بُعُولَتِهِنَّ أَوۡ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ إِخۡوَٰنِهِنَّ أَوۡ بَنِيٓ أَخَوَٰتِهِنَّ أَوۡ نِسَآئِهِنَّ أَوۡ مَا مَلَكَتۡ أَيۡمَٰنُهُنَّ أَوِ ٱلتَّٰبِعِينَ غَيۡرِ أُوْلِي ٱلۡإِرۡبَةِ مِنَ ٱلرِّجَالِ أَوِ ٱلطِّفۡلِ ٱلَّذِينَ لَمۡ يَظۡهَرُواْ عَلَىٰ عَوۡرَٰتِ ٱلنِّسَآءِۖ
... en hun schoonheid niet openlijk tonen behalve voor hun echtgenoten, hun vaders, hun schoonvaders, hun zonen, of de zonen van haar echtgenoot, hun broeders en de zonen van hun broeders of de zonen van hun zusters of hun (moslim) vrouwen of de (vrouwelijke) slaven die hun rechterhanden bezitten of de oude mannelijke bedienden die geen begeerte meer hebben of kleine kinderen die geen besef van de geslachtsdaad hebben.
[Surah al-Nur vers 31]
Deze vers vult aan dat de gelovige vrouwen hun verborgen versieringen zoals de oren, boezem en nek niet horen te vertonen, behalve aan hun mahram-mannen.
Er zijn veel verschillende argumenten naar voren gebracht door zij die geloven dat de Niqab een verplichting is voor de moslimvrouw.
Veel hiervan zijn in dit artikel al reeds behandeld en uiteengezet. Neem bijvoorbeeld Surah al-Ahzaab vers 59 waarover beweerd wordt dat het zou gaan over een algemene verplichting.
Dat is dus niet het geval, omdat de verplichting specifiek is en ging om de veiligheid van de gelovige vrouwen, en niet om 'awrah.
Maar naast dit zijn er veel andere argumenten die ook uiteengezet zullen worden. Hieronder zijn deze behandeld en is benoemd welke deze zijn.
يَـٰٓأَيُّهَا ٱلنَّبِىُّ قُل لِّأَزْوَٰجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَآءِ ٱلْمُؤْمِنِينَ يُدْنِينَ عَلَيْهِنَّ مِن جَلَـٰبِيبِهِنَّ ۚ ذَٰلِكَ أَدْنَىٰٓ أَن يُعْرَفْنَ فَلَا يُؤْذَيْنَ ۗ وَكَانَ ٱللَّهُ غَفُورًۭا رَّحِيمًۭا ﴿٥٩﴾
O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen om hun Jilbab over zich heen te trekken. Dit is beter, zodat zij als zodanig herkend worden en niet lastiggevallen worden.
[Surah al-Ahzaab vers 59]
Zij die beweren dat de Niqab verplicht is gebruiken dit vers om te beweren dat Allah het voor de gelovige vrouwen verplicht heeft gesteld om het gezicht te bedekken.
Echter gaat de verplichting om een specifieke reden, namelijk dat deze openbaring is gekomen door een incident tussen de gelovige vrouwen en slechte mannen die hen lastig vielen.
Allah geeft ook aan dat ze dan als vrije vrouwen zullen worden gezien, dus er is een context achter deze openbaring.
De context is dat de gelovige vrouwen zich hadden moeten onderscheiden van de slavinnen, omdat de gelovige vrouwen soms aangezien werden als slavinnen. Daardoor werden ze lastig gevallen door sommige mannen waarvan hypocrieten en overspelers.
حدثنا أبو جعفر الرازي وهشيم عن حصين عن أبي مالك قال كان نساء نبي الله صلى الله عليه وسلم يخرجن بالليل لحاجتهن وكان ناس من المنافقين يتعرضون لهن فيؤذين فشكوا ذلك فقيل ذلك للمنافقين فقالوا إنما نفعله بالإماء فنزلت هذه الآية يا أيها النبي قل لأزواجك وبناتك ونساء المؤمنين يدنين عليهن من جلابيبهن ذلك أدنى أن يعرفن فلا يؤذين
[الطبقات الكبرى - محمد بن سعد - ج ٨ - الصفحة ١٧٦]
Abu Malik overleverde:
"De vrouwen van de Profeet (ﷺ) gingen 's nachts naar buiten voor hun behoeften, en sommige van de hypocrieten (munafiqun) belaagden hen en deden hen kwaad. Dit werd aan de hypocrieten gemeld, maar zij zeiden: 'Wij doen dit alleen met de slavinnen.'
Toen werd het volgende vers geopenbaard: 'O Profeet, zeg tegen jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen om hun Jilbab over zich heen te trekken. Dit is beter, zodat zij als zodanig herkend worden en niet lastiggevallen worden.'"
[Tabaqat al-Kubraa 8/176]
Het is dus niet het geval dat deze openbaring was gekomen omdat het gezicht van de moslimvrouw ineens 'awrah werd en daarom bedekt moest worden.
Een ander argument is de vertaling van vers 31 uit Surah al-Nur die door sommigen wordt gebruikt.
en hun versieringen niet mogen tonen, behalve wat zichtbaar is (zoals de ogen voor de noodzaak om de weg te zien, of de buitenkant van de handen, of een oog, of kleding zoals een sluier, handschoenen, hoofddoek, schort), en dat zij hun sluier over hun Juyub moeten trekken (d.w.z. hun lichamen, gezichten, nekken en boezem)
[Surah al-Nur vers 31]
Zoals je kunt zien staan er een aantal zaken tussen haakjes. Dat zijn interpretaties die zijn toegevoegd aan de vertaling van de vers.
Allereerst wordt er van uitgegaan dat 'wat zichtbaar is' onder andere de ogen, handen en kleding is. Sommigen van hen verwijderen de handen uit deze interpretatie.
Zij die geloven dat de Niqab verplicht is geloven dat het gezicht en de handen van de verborgen versieringen zijn. Dat komt omdat zij de interpretatie van Ibn Mas'oud volgen.
حدثنا وكيع عن سفيان عن أبي إسحاق عن أبي الأحوص عن عبد الله: * (ولا يبدين زينتهن إلا ما ظهر منها) * قال: الثياب.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn Mas'oud zei: "{en hun schoonheid niet te tonen behalve hetgeen ervan zichtbaar zijn}, de kleding."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
حدثنا أبو خالد الأحمر عن حجاج عن أبي إسحاق عن أبي الأحوص عن عبد الله قال: الزينة زينتان: زينة ظاهرة وزينة باطنة لا يراها إلا الزوج وأما الزينة الظاهرة فالثياب وأما الزينة الباطنة فالكحل والسوار والخاتم.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٣ - الصفحة ٣٨٤]
Ibn Mas'oud zei:
"Er zijn twee soorten schoonheden: een zichtbare en een verborgen schoonheid. Alleen de echtgenoot ziet de verborgen schoonheid.
Wat de zichtbare schoonheid betreft, dat zijn de kledingstukken.
Wat de verborgen schoonheden betreft, dat zijn de Kohl, het armbandje en de ring."
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 3 - Pagina 384]
Dat is een bevestigde mening van Ibn Mas'oud, maar er zijn natuurlijk ook velen die het hierin niet met hem eens zijn. Neem bijvoorbeeld Ibn 'Abbas, Ibn 'Umar en velen onder de Tabi'een.
Sommigen beweren dat Surah al-Ahzaab vers 53 van toepassing was op alle gelovige vrouwen en dat elke gelovige vrouw zich moet afscheiden met een barriére en een gezichtssluier moest dragen.
Dit is incorrect, omdat Surah al-Ahzaab vers 53 werd nedergedaald voor de vrouwen van de Profeet (ﷺ). En daarmee werd niet bedoeld dat ze een gezichtssluier moesten dragen, maar eerder dat ze zich moesten afscheiden met een barriére als een muur of gordijn bijvoorbeeld.
Dus het is incorrect om te beweren dat de vers voor alle gelovige vrouwen geldt en dat ermee bedoeld werd dat ze de gezichtssluier moesten dragen. De context van de vers is namelijk anders.
De vrouwen van de Profeet werden opgedragen zich van niet-mahrams af te scheiden via een barriére, niet met een gezichtssluier. de openbaring over de gezichtssluier kwam een aantal verzen na Ayah al-Hijab (Surah al-Ahzaab vers 53).
أَنَّ عَائِشَةَ ـ رضى الله عنها ـ زَوْجَ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم قَالَتْ كَانَ عُمَرُ بْنُ الْخَطَّابِ يَقُولُ لِرَسُولِ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم احْجُبْ نِسَاءَكَ. قَالَتْ فَلَمْ يَفْعَلْ، وَكَانَ أَزْوَاجُ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم يَخْرُجْنَ لَيْلاً إِلَى لَيْلٍ قِبَلَ الْمَنَاصِعِ، خَرَجَتْ سَوْدَةُ بِنْتُ زَمْعَةَ، وَكَانَتِ امْرَأَةً طَوِيلَةً فَرَآهَا عُمَرُ بْنُ الْخَطَّابِ وَهْوَ فِي الْمَجْلِسِ فَقَالَ عَرَفْتُكِ يَا سَوْدَةُ. حِرْصًا عَلَى أَنْ يُنْزَلَ الْحِجَابُ. قَالَتْ فَأَنْزَلَ اللَّهُ عَزَّ وَجَلَّ آيَةَ الْحِجَابِ.
'Aisha overleverde:
Umar bin Al-Khattab zei tegen de Boodschapper van Allah (ﷺ): "Draag jouw vrouwen de Hijab op." Maar hij deed dit niet. De vrouwen van de Profeet (ﷺ) gingen 's nachts alleen naar buiten om hun behoefte te doen op een plaats genaamd Al-Manasi. Op een keer ging Sawda, de dochter van Zam'a, naar buiten en zij was een lange vrouw. 'Umar bin Al-Khattab zag haar terwijl hij in een bijeenkomst was en zei: "Ik heb je herkend, O Sawda!" 'Umar zei dit omdat hij graag wilde dat er openbaring zou komen met betrekking tot al-Hijab.
Toen openbaarde Allah de verzen over Al-Hijab.
[Sahih al-Bukhari 6240]
'Umar herkende Sauda omdat zij zich buiten vertoonde zonder de gezichtssluier. Dit was toen nog geen verplichting.
'Umar wilde graag dat de vrouwen van de Profeet (ﷺ) zich niet vertoonden aan de buitenwereld en slechts gezien konden worden achter een Hijab (barriére als een muur of gordijn).
Toen openbaarde Allah de vers {En als jullie om iets vragen, vraag hen (vrouwen van de Profeet (ﷺ)) dan achter een Hijab, dat is zuiverder voor jullie harten en voor hun harten}.
وَإِذَا سَأَلْتُمُوهُنَّ مَتَـٰعًۭا فَسْـَٔلُوهُنَّ مِن وَرَآءِ حِجَابٍۢ ۚ ذَٰلِكُمْ أَطْهَرُ لِقُلُوبِكُمْ وَقُلُوبِهِنَّ
En als jullie om iets vragen, vraag hen (de vrouwen van de Profeet (ﷺ)) dan achter een Hijab, dat is zuiverder voor jullie harten en voor hun harten.
(Surah al-Ahzaab vers 53)
Dit is dus een speciale regel voor de vrouwen van de Profeet (ﷺ), en het is niet nedergedaald voor de andere gelovige vrouwen.
De Ayah al-Hijab gaat over een barriére die geplaatst moest worden tussen de vrouwen van de Profeet (ﷺ) en de niet-mahram gelovige mannen.
عَنْ عَائِشَةَ ـ رضى الله عنها ـ قَالَتْ خَرَجَتْ سَوْدَةُ بَعْدَ مَا ضُرِبَ الْحِجَابُ لِحَاجَتِهَا، وَكَانَتِ امْرَأَةً جَسِيمَةً لاَ تَخْفَى عَلَى مَنْ يَعْرِفُهَا، فَرَآهَا عُمَرُ بْنُ الْخَطَّابِ فَقَالَ يَا سَوْدَةُ أَمَا وَاللَّهِ مَا تَخْفَيْنَ عَلَيْنَا، فَانْظُرِي كَيْفَ تَخْرُجِينَ، قَالَتْ فَانْكَفَأَتْ رَاجِعَةً، وَرَسُولُ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم فِي بَيْتِي، وَإِنَّهُ لَيَتَعَشَّى. وَفِي يَدِهِ عَرْقٌ فَدَخَلَتْ فَقَالَتْ يَا رَسُولَ اللَّهِ إِنِّي خَرَجْتُ لِبَعْضِ حَاجَتِي فَقَالَ لِي عُمَرُ كَذَا وَكَذَا. قَالَتْ فَأَوْحَى اللَّهُ إِلَيْهِ ثُمَّ رُفِعَ عَنْهُ وَإِنَّ الْعَرْقَ فِي يَدِهِ مَا وَضَعَهُ فَقَالَ " إِنَّهُ قَدْ أُذِنَ لَكُنَّ أَنْ تَخْرُجْنَ لِحَاجَتِكُنَّ ".
'Aisha overleverde:
"Sauda ging naar buiten om haar behoefte te doen na Ayah al-Hijab werd geopenbaard. Ze was een lange vrouw die niet vreesde om herkend te worden. Toen zag 'Umar ibn al-Khattab haar en zei: "O Sauda, bij Allah, je kunt zo niet verborgen blijven voor ons, want kijk hoe je naar buiten gaat (zonder afscheiding)."
Ze keerde terug terwijl de Boodschapper van Allah (ﷺ) in mijn huis aan het avondeten was, en hij had een bot met vlees in zijn hand. Ze kwam binnen en zei: "O Boodschapper van Allah, ik ging naar buiten voor mijn behoeften en 'Umar zei tegen mij dit en dat."
Toen kreeg hij openbaring, en toen de openbaring voorbij was en het bot nog steeds in zijn hand was omdat hij het niet had neergelegd, zei hij: "Jullie hebben toestemming gekregen om naar buiten te gaan voor jullie behoeften."
[Sahih al-Bukhari 4795]
Na de openbaring van Ayah al-Hijab werd Sauda herkend door 'Umar toen ze in de nacht naar buiten ging voor haar behoeften.
'Umar herkende haar omdat de gezichtssluier nog niet van toepassing was. Hij vertelde haar om zich niet buiten te vertonen zonder een barriére, omdat Ayah al-Hijab zegt dat de vrouwen van de Profeet zich moesten afscheiden van niet-mahram mannen.
'Umar wilde dus dat ze zich niet zou vertonen (niet herkend naar buiten gaat) door de vers over al-Hijab.
Sauda vertelde dit aan de Profeet (ﷺ), en hij maakte duidelijk dat zijn vrouwen gewoon naar buiten mogen gaan voor hun behoeften, ookal zouden ze herkend kunnen worden.
Het lijkt erop dat 'Umar twee gevallen had waarin hij Sauda buiten herkende. De eerste keer dat hij haar buiten herkende en hier wat over zei was voordat Ayah al-Hijab werd geopenbaard.
'Umar vroeg de Profeet om zijn vrouwen al-Hijab te laten praktiseren waarbij ze zich bijvoorbeeld met een muur of gordijn afscheiden van niet-mahrams.
Na de openbaring van Ayah al-Hijab herkende 'Umar haar weer toen ze in de nacht naar buiten ging voor haar behoeften. Hij vertelde haar dat ze zich moet afscheiden en niet zo naar buiten kan gaan terwijl anderen haar kunnen herkennen.
Sauda ging toen naar de Profeet (ﷺ) en hij maakte duidelijk dat er een uitzondering is voor als ze naar buiten gaan voor hun behoeften.
أخبرنا محمد بن عمر حدثني معمر ومحمد عن الزهري عن نبهان عن أم سلمة أنها كانت عند النبي صلى الله عليه وسلم هي وميمونة قالت فبينا نحن عنده أقبل بن أم مكتوم فدخل عليه وذلك بعد أن أمر بالحجاب فقال النبي صلى الله عليه وسلم احتجبا منه قلنا يا رسول الله أليس هو أعمى لا يبصر ولا يعرفنا قال أفعمياوان أنتما ألستما تبصرانه
[الطبقات الكبرى - محمد بن سعد - ج ٨ - الصفحة ١٧٦]
Umm Salama zei: 'Wij waren bij de Profeet (ﷺ), samen met Maymuna. Terwijl wij bij hem waren, kwam Ibn Umm Maktum naar binnen, en dat was na het bevel van al-Hijab.
De Profeet (ﷺ) zei: "Voer al-Hijab uit bij hem." We zeiden: "O Boodschapper van Allah, maar hij is toch blind? Hij kan ons niet zien en herkennen." Hij antwoordde: "Zijn jullie ook blind? Zien jullie hem niet?"
[Tabaqat al-Kubraa - Volume 8 - Pagina 176]
De vrouwen van de Profeet (ﷺ) waren dus opgedragen om bij iedereen die een niet-mahram was, al-Hijab te praktiseren. Dat was dat ze zich afscheidden met een barriére (gordijn of muur) tussen hen en de niet-mahram, zelfs al was het een blinde persoon.
Ayah al-Hijab gaat dus over het afscheiden van de niet-mahram door een barriére ertussen te plaasen. Deze vers gaat niet over de gezichtsbedekking, want die openbaring kwam een aantal verzen na Ayah al-Hijab.
Dus bij openbaring van deze vers, waren de vrouwen van de Profeet (ﷺ) en de andere gelovige vrouwen nog niet opgedragen om hun gezichten te bedekken (uit een specifieke situatie voor veiligheid).
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ بَشَّارٍ، حَدَّثَنَا عَمْرُو بْنُ عَاصِمٍ، حَدَّثَنَا هَمَّامٌ، عَنْ قَتَادَةَ، عَنْ مُوَرِّقٍ، عَنْ أَبِي الأَحْوَصِ، عَنْ عَبْدِ اللَّهِ، عَنِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم قَالَ " الْمَرْأَةُ عَوْرَةٌ فَإِذَا خَرَجَتِ اسْتَشْرَفَهَا الشَّيْطَانُ " . قَالَ أَبُو عِيسَى هَذَا حَدِيثٌ حَسَنٌ غَرِيبٌ .
De Profeet (ﷺ) zei:
"De vrouw is 'awrah, dus wanneer zij naar buiten gaat, probeert de Shaytan haar te verleiden."
[Sunan Tirmidhi 1173]
De Hadith is verklaard als Hasan Gharib door Imam Tirmidhi. Het bereikt niet een hoge status van authenticiteit, maar het is een geaccepteerde overlevering.
Zij die geloven dat Niqab verplicht is gebruiken deze Hadith om aan te duiden dat het gezicht en de handen van de vrouw 'awrah zijn.
Het is incorrect om dat te beweren, want de Hadith bevat een algemene bewoording, dat de vrouw 'awrah is. Voor consistentie zou van hen verwacht worden dat zij daarmee zeggen dat ook de ogen 'awrah zijn, maar dat is niet wat zij geloven.
De Hadith is dus algemeen, en het bevat excepties. Er is namelijk door velen overgeleverd dat de 'awrah van de vrouw alles is behalve het gezicht en de handen.
Als zij die beweren dat de Niqab verplicht is ook excepties maken, dan zijn ze niet zo consistent dan ze beweren te zijn. Ook de ogen kunnen een bron van verleiding zijn, maar toch geloven zij niet dat dit 'awrah is.
أخبرنا محمد بن الحسن بن هارون، قال: حدثنا محمد بن الصباح، قال: حدثنا عبد الله بن رجاء، عن ابن عجلان، عن سمي، عن أبي بكر بن عبد قال قال: كل شيء من المرأة عورة حتى ظفرها
[أحكام النسا ص33 من ابو بكر الخلال]
Abu Bakr ibn Abd al-Rahman (student of Abu Hurayrah) zei: "Alles van de vrouw is 'awrah, zelfs haar vingernagel."
[Ahkam an-Nisaa - Abu Bakr al-Khallal - Pagina 33 - Athar 23]
Imam Ahmad deelt ook deze mening, namelijk dat alles van de vrouw 'awrah is, zelfs haar vingernagel. Hij zegt dat haar gezicht en handen 'awrah zijn, en schuift aan bij de mening van Ibn Mas'oud over de interpretatie van Surah al-Nur vers 31.
18 - أخبرني أحمد بن محمد بن مطر، قال: حدثنا أبو طالب، أنه سمع أبا عبد الله يقول: ظفر المرأة عورة، واذا خرجت فلا يبين منها لا يدها ولا ظفرها ولا خفها، فإن الخف يصف القدم، وأحب إليَّ أن تجعل كفها إلى عند يدها، حتى إذا خرجت يدها لا يبين منها شيء.
كتاب أحكام النسا ص32 من ابو بكر الخلال
Imam Ahmad zei:
"De nagel van de vrouw is 'awrah, en wanneer ze naar buiten gaat, mag haar hand, vingernagels en voeten niet zichtbaar zijn. De leren schoenen (khoeffayn) beschrijven de voet (dus ze dient dit te vermijden), en ik houd ervan dat ze haar handen bedekt met lange handschoenen, zodat er niets van haar handen te zien is.
[Ahkaam an-Nisaa - Abu Bakr al-Khallal - Pagina 32 - Athar 18]
We respecteren Imam Ahmad en iedereen die de mening deelt dat het gezicht en de handen 'awrah zijn, hoewel we het niet met hen eens zijn over dit onderwerp.
Er zijn vele anderen die van mening zijn dat het gezicht en de handen geen 'awrah zijn, en dat lijkt de correctere mening te zijn.
وَحَدَّثَنِي عَنْ مَالِكٍ، عَنْ هِشَامِ بْنِ عُرْوَةَ، عَنْ فَاطِمَةَ بِنْتِ الْمُنْذِرِ، أَنَّهَا قَالَتْ كُنَّا نُخَمِّرُ وُجُوهَنَا وَنَحْنُ مُحْرِمَاتٌ وَنَحْنُ مَعَ أَسْمَاءَ بِنْتِ أَبِي بَكْرٍ الصِّدِّيقِ .
Fatima bint al-Mundhir zei: "We bedekten onze gezichten tijdens de staat van ihram in het gezelschap van Asma bint Abi Bakr as-Siddiq."
[Al-Muwatta Boek 20, Hadith 16]
Er wordt beweerd dat als het gezicht geen 'awrah zou zijn geweest, Fatima bint al-Mundhir en Asmaa bint Abi Bakr dit niet zouden hebben gedaan.
Het verbod op de Niqab tijdens de staat van Ihram voor vrouwen is authentiek overgeleverd door Bukhari en anderen. Dus hoe begrijpen we dan deze handelingen?
Het is incorrect om te beweren dat de vrouwen hun gezicht als 'awrah achtten en daarom hun gezicht bedekten tijdens Ihram. Het is eerder een toegestane zaak, en niet zozeer verplicht om het gezicht te bedekken.
Er is namelijk een verbod op de Niqab tijdens Ihram, dus als het echt verplicht zou zijn geweest, dan was het niet verboden om het gezicht op die manier te bedekken.
اَ تَلْبَسُوا الْقَمِيصَ وَلاَ السَّرَاوِيلاَتِ وَلاَ الْعَمَائِمَ، وَلاَ الْبَرَانِسَ إِلاَّ أَنْ يَكُونَ أَحَدٌ لَيْسَتْ لَهُ نَعْلاَنِ، فَلْيَلْبَسِ الْخُفَّيْنِ، وَلْيَقْطَعْ أَسْفَلَ مِنَ الْكَعْبَيْنِ، وَلاَ تَلْبَسُوا شَيْئًا مَسَّهُ زَعْفَرَانٌ، وَلاَ الْوَرْسُ، وَلاَ تَنْتَقِبِ الْمَرْأَةُ الْمُحْرِمَةُ وَلاَ تَلْبَسِ الْقُفَّازَيْنِ
Een persoon stond op en vroeg: "O boodschapper van Allah. Welke kleding mag men dragen in de staat van Ihram?"
De Profeet (ﷺ) antwoordde: "Draag geen hemd of broek, geen hoofddeksel (zoals een tulband) of een gewaad met een kap. Als iemand geen schoenen heeft, mag hij leren sokken dragen, mits ze kort genoeg zijn tot boven de enkels. Draag ook niets dat geparfumeerd is met Wars of saffraan.
En de vrouw in de staat van Ihram mag haar gezicht niet bedekken (met Niqab) of handschoenen dragen."
[Sahih al-Bukhari 1838]
وَحَدَّثَنِي عَنْ مَالِكٍ، عَنْ نَافِعٍ، أَنَّ عَبْدَ اللَّهِ بْنَ عُمَرَ، كَانَ يَقُولُ لاَ تَنْتَقِبُ الْمَرْأَةُ الْمُحْرِمَةُ وَلاَ تَلْبَسُ الْقُفَّازَيْنِ .
'Abdullah ibn 'Umar zei dat een vrouw in ihram noch een Niqab noch handschoenen mocht dragen."
[Al-Muwatta Boek 20, Hadith 15]
Echter is wel de mogelijkheid geboden om toch het gezicht te bedekken, maar op een manier waarbij de kledingstuk niet vastgebonden is aan het gezicht en geen oogopeningen heeft.
حدثنا أبو بكر قال حدثنا حاتم بن إسماعيل عن جعفر عن أبيه أن عليا كان ينهي النساء عن النقاب وهن حرم، ولكن يسدلن الثوب عن وجوههن سدلا.
[المصنف - ابن أبي شيبة الكوفي - ج ٤ - الصفحة ٣٧٩]
'Ali verbood de vrouwen om de Niqab te dragen tijdens staat van Ihram (zoals de Hadith hierover), maar dat ze haar kledingstuk wel over haar gezicht kon laten hangen.
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 4 - Pagina 379]
Het is volledig vrijblijvend en aan de vrouw zelf of ze haar gezicht wil bedekken tijdens de Ihram. Het is geen verplichting voor haar om dat te doen. Dat wordt duidelijk gemaakt uit gezegdes van 'Aisha en Imam Malik.
قال ابن القاسم:
أن مالكا كان يوسع للمرأة أن تسدل رداءها من فوق رأسها على وجهها إذا أرادت سترا فان كانت لا تريد سترا فلا تسدل
[المدونة باب الحج 1/463]
Ibn Al-Qasim zei:
"Malik zei dat het voor een vrouw toegestaan was om haar sluier van boven haar hoofd over haar gezicht te laten vallen als ze bedekking wilde. En als ze het niet nodig vond, dat ze het niet hoefde te laten vallen."
[Al-Muduwanah - Ibn Sahnoun - Hoofdstuk over Hajj - Volume 2 - Pagina 463]
قلت : فهل كان يأمرها مالك إذا أسدلت رداءها أن تجافيه عن وجهها ؟
قال : ما علمت أنه كان يأمرها بذلك ، قلت : وإن أصاب وجهها الرداء ؟
قال : ما علمت أن مالكا ينهى عن أن يصيب الرداء وجهها إذا أسدلته . قلت : فهل كان يكره للمحرمة أن ترفع خمارها من أسفل إلى رأسها على وجهها ؟ قال : لم أسمع من مالك في هذا شيئا ولا يشبه هذا السدل ، قال : لأن هذا لا يثبت إذا رفعته حتى تعقده ، قال فعليها إن فعلت الفدية .
[المدونة باب الحج 1/463]
Ik vroeg: Beval Malik dat de vrouw de kledingstuk dat ze van haar hoofd omlaag trekt niet haar gezicht moet raken?
Ibn al-Qasim antwoordde: "Ik weet niet of hij haar beval dat (kledingstuk niet gezicht laten aanraken) te doen."
Ik vroeg: Dus wat als de kledingstuk haar gezicht raakt?
Ibn al-Qasim antwoordde: "Ik weet niet van Malik dat hij iets zei over het raken van het gezicht door de kledingstuk als deze over het gezicht hangt."
Ik vroeg: 'En vond Malik het ongewenst voor de vrouw in ihram om haar hoofddoek van onder naar boven te trekken om haar gezicht ermee te bedekken?'
Hij antwoordde: 'Ik heb van Malik hierover niets gehoord en het lijkt niet op het laten hangen van de mantel. Dit kan niet blijven hangen zonder het te binden, dus als ze het doet, moet ze een boetedoening uitvoeren.'
[Al-Muduwanah - Ibn Sahnoun - Hoofdstuk over Hajj - Volume 2 - Pagina 463]
قلت : أرأيت المحرمة تتبرقع وتجافيه عن وجهها هل يكرهه مالك ؟
قال : نعم ، قلت : ويرى فيه الكفارة إن فعلت ؟
قال : نعم .
[المدونة باب الحج 1/464]
Ik vroeg: Wat vind je van een vrouw in ihram die een niqab draagt en het van haar gezicht afhoudt? Vindt Malik dat ongewenst?
Hij zei: Ja. Ik vroeg: En vindt hij dat een boetedoening vereist als ze het doet?
Hij zei: Ja."
[Al-Muduwanah - Ibn Sahnoun - Hoofdstuk over Hajj - Volume 1 - Pagina 464]
Dus een vrouw mag geen Niqab dragen in Ihram, zelfs al laat ze het van boven haar hoofd op haar gezicht vallen. Ze mag dus geen gezichtssluier dragen met opening voor de oog of twee ogen.
( وأخبرنا ) أبو عبد الله الحافظ أنبأ أبو عمرو بن مطر ثنا يحيى بن محمد ثنا عبيد الله بن معاذ ثنا أبي ثنا شعبة ، عن يزيد الرشك ، عن معاذة ، عن عائشة رضي الله عنها قالت : المحرمة تلبس من الثياب ما شاءت إلا ثوبا مسه ورس أو زعفران ولا تتبرقع ولا تلثم وتسدل الثوب على وجهها إن شاءت .
[كتاب السنن الكبرى صفحة 48 جزء 5]
'Aisha zei:
"De vrouw in ihram mag de kleding dragen die ze wil, behalve een kledingstuk dat met wars of saffraan is behandeld, en zij mag geen gezichtsluier (Niqab) dragen of een bedekkende sluier dragen; maar zij mag haar kleding over haar gezicht laten hangen als ze dat wenst."
[Sunan al-Kubraa - Volume 5 - Pagina 48]
En deze gezegdes maken duidelijk dat de vrouw vrijblijvend de keuze heeft om haar gezicht te bedekken met haar kledingstuk. En dat het dus geen verplichting voor haar is. Hierin is bewijs dat het gezicht geen 'awrah is.
Maar ook in het verbod op een gezichtssluier tijdens de staat van Ihram is duidelijk te zien dat het gezicht geen 'awrah kan zijn.
Hoewel het voor haar geen verplichting is om haar gezicht tijdens Ihram te bedekken, is het wel aanbevolen voor haar om dit te doen (zonder Niqab), en dit is de mening van Imam Shafi'i. Ze draagt dus een gezichtssluier die ze van boven haar hoofd omlaag trekt en op haar gezicht laat vallen. Deze gezichtssluier mag geen openingen bevatten voor de ogen (dus geen Niqab).
وأحب للمشهورة بالجمال ان تطوف وتسعى ليلا وإن طافت بالنهار سدلت ثوبها على وجهها أو طافت في ستر
[كتاب الأم - الإمام الشافعي - ج ٢ - الصفحة ٢٣٢]
Imam al-Shafi'i zei:
"Het verdient de voorkeur voor de vrouw die bekend staat om haar schoonheid om 's nachts de Tawaf te verrichten (zodat er minder blootstelling is aan niet-mahram mannen), en als ze overdag de Tawaf verricht, dat ze haar kledingstuk over haar gezicht trekt of zich ermee bedekt."
[Al-Umm - Volume 2 - Pagina 232]
باب فِي كَمْ تُصَلِّي الْمَرْأَةُ فِي الثِّيَابِ
أَنَّ عَائِشَةَ، قَالَتْ لَقَدْ كَانَ رَسُولُ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم يُصَلِّي الْفَجْرَ، فَيَشْهَدُ مَعَهُ نِسَاءٌ مِنَ الْمُؤْمِنَاتِ مُتَلَفِّعَاتٍ فِي مُرُوطِهِنَّ ثُمَّ يَرْجِعْنَ إِلَى بُيُوتِهِنَّ مَا يَعْرِفُهُنَّ أَحَدٌ.
Hoofdstuk: In hoeveel kledingstukken een vrouw haar gebed kan verrichten
'Aisha overleverde:
Sommige gelovige vrouwen, die bedekt waren in hun Murut (kledingstuk dat heel het lichaam bedekt), namen deel aan het Fajr-gebed met de Boodschapper van Allah (ﷺ). Daarna zouden zij terugkeren naar hun huizen zonder herkend te worden."
[Sahih al-Bukhari 372]
Ze verrichtten hun gebed in één kledingstuk dat heel het lichaam bedekt. En dit was tijdens het Fajr-gebed. Na het gebed vertrokken ze naar hun huizen, zonder herkend te worden.
Nou wordt er beweerd dat zij dus niet herkend zouden worden omdat zij hun gezicht bedekten. Maar ook kan de interpretatie zijn dat zij niet herkend konden worden vanwege de donker. En dit is bevestigd in een andere Hadith.
أَنَّ عَائِشَةَ، أَخْبَرَتْهُ قَالَتْ، كُنَّ نِسَاءُ الْمُؤْمِنَاتِ يَشْهَدْنَ مَعَ رَسُولِ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم صَلاَةَ الْفَجْرِ مُتَلَفِّعَاتٍ بِمُرُوطِهِنَّ، ثُمَّ يَنْقَلِبْنَ إِلَى بُيُوتِهِنَّ حِينَ يَقْضِينَ الصَّلاَةَ، لاَ يَعْرِفُهُنَّ أَحَدٌ مِنَ الْغَلَسِ.
'Aisha overleverde:
De gelovige vrouwen, die bedekt waren in hun Murut (kledingstuk dat heel het lichaam bedekt), namen deel aan het Fajr-gebed met de Boodschapper van Allah (ﷺ). Daarna zouden zij terugkeren naar hun huizen zonder herkend te worden, vanwege de donker."
[Sahih al-Bukhari 578]
Als wordt beweerd dat zij zich volledig bedekten, dan klopt dit niet. Dat komt omdat hun handen dan onbedekt zouden zijn tijdens hun gebed. Want een jilbab, of Mirt wordt niet gebruikt om de handen te bedekken.
En ook tijdens het gebed konden zij hun gezichten niet hebben bedekt met hun Murut, wat betekent dat een Mirt (kledingstuk dat het gehele lichaam bedekt) niet noodzakelijk het gezicht bedekt.
Zij droegen dus eerder één kledingstuk dat hun gehele lichaam bedekt, inclusief hun hoofd. Hun gezicht en handen waren onbedekt tijdens het Fajr-gebed. Dit betekent dus dat de Mirt niet altijd het gezicht bedekt.
De term "Mirt" werd vroeger vaker gebruikt om het kledingstuk aan te duiden dat we nu beter kennen als de "Jilbab", waarbij alles bedekt wordt behalve het gezicht en de handen.
(أخبرنا) أبو محمد عبد الله بن يوسف أنبأ أبو سعيد ابن الاعرابي (ح وأخبرنا) أبو الحسين بن بشران أنبأ إسماعيل بن محمد الصفار قالا نا سعدان بن نصر ثنا سفيان بن عيينة عن عاصم الأحول قال كنا ندخل على حفصة بنت سيرين وقد جعلت الجلباب هكذا وتنقبت به فنقول لها رحمك الله قال الله تعالى (والقواعد من النساء اللاتي لا يرجون نكاحا فليس عليهن جناح ان يضعن ثيابهن غير متبرجات بزينة) هو الجلباب قال فتقول لنا أي شئ بعددك فنقول (وان يستعففن خير لهن) فنقول هو اثبات الجلباب
[السنن الكبرى - ج ٧ - الصفحة ٩٣]
'Asim Al-Ahwal overleverde:
"Wij bezochten Hafsah bint Sirin, en zij droeg de jilbab op zo'n manier dat ze ook haar gezicht ermee bedekte. Wij zeiden tegen haar: 'Moge Allah genade met je hebben. Allah de Almachtige zei: "En de oudere vrouwen die niet meer hopen te trouwen, voor hen is het geen overtreding om hun (buitenste) gewaden af te leggen, maar zonder (hun) sieraad te vertonen" (Al-Nur 24:60). Dit verwijst naar de jilbab." Zij antwoordde ons: "Wat komt na die vers?" Wij zeiden: "Maar het na te laten is beter voor hen" (Al-Nur 24:60). En wij voegden toe: "Dit verwijst naar het dragen van de jilbab."
[Sunan al-Kubraa - Volume 7 - Pagina 93]
Sommigen beweren dat omdat Hafsah bint Sirin haar gezicht bedekte terwijl ze de jilbab droeg, dit moet betekenen dat de vers verwijst naar de gezichtsbedekking.
Maar nee, het advies werd gegeven over het dragen van de jilbab, wat anders is dan het dragen van de niqab.
Jilbab verwijst naar een los buitenste kledingstuk dat een vrouw draagt als ze naar buiten gaat, zodat ze bedekt wat ze gewoonlijk thuis draagt en om haar vorm te verbergen. Het is extra los en oude vrouwen zijn vrijgesteld van het dragen hiervan vanwege de vers.
(أخبرنا) أبو زكريا يحيى بن أبي إسحاق المزكى أنبأ أبو الحسن أحمد بن محمد بن عبدوس ثنا عثمان بن سعيد الدارمي ثنا عبد الله ابن صالح عن معاوية بن صالح عن علي بن أبي طلحة عن ابن عباس رضي الله عنهما في قوله تعالى (والقواعد من النساء اللاتي لا يرجون نكاحا) قال هي المرأة لا جناح عليها ان تجلس في بيتها بدرع وخمار وتضع عنها الجلباب ما لم تتبرج لما يكرهه الله وهو قوله (فليس عليهن جناح ان يضعن ثيابهن غير متبرجات بزينة) ثم قال (وان يستعففن خير لهن)
[السنن الكبرى - ج ٧ - الصفحة ٩٣]
Ibn 'Abbas zei:
"Wat betreft de woorden van Allah {En de oudere vrouwen die niet langer hopen op een huwelijk} (Al-Nur 24:60)}, het is de vrouw op wie er geen blaam rust als ze in haar huis zit met een eenvoudige jurk en een hoofddoek, en ze mag het bovenkleed (jilbab) verwijderen zolang ze geen versieringen vertoont op een manier die Allah mishaagt. Dit is wat er bedoeld wordt met de vers {Er rust geen blaam op hen als ze hun bovenkleding afleggen, op voorwaarde dat ze hun versieringen niet vertonen (Al-Nur 24:60)}. {Maar om zich bescheiden te onthouden is beter voor hen}"
[Sunan al-Kubraa - Volume 7 - Pagina 93]
Zie in de uitleg van Ibn 'Abbas dat er geen sprake is van de gezichtsbedekking. De vers spreekt over jilbab, wat een bovenkledingstuk is, dat wel of geen extra laag voor het gezicht kan betreffen.
De vers zegt dus niet dat oude vrouwen hun gezichtsbedekking kunnen verwijderen, het spreekt over het buitenste losse kledingstuk dat bekend staat als jilbab.
Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.
Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.
Vraag stellen