Tegenwoordig zijn er verschillende soorten leiders op de wereld. In elk land heb je te maken met een president of koning die macht over het land heeft.
De Islam leert moslims om met iedereen om te kunnen gaan. Zelfs met hen die je onrecht aandoen. Hoe ga je om wanneer dit gebeurt?
Islamitische geleerden hebben de wereld in twee hoofddelen gedeeld, namelijk: Dar al-Kufr of Dar al-Islam. Op basis van waar je leeft, krijg je te maken met een leider. Deze leider is of ongelovig, of deze leider is moslim.
In dit artikel kom je te weten hoe de moslim met de ongelovige en moslim leider om dient te gaan.
Middels verschillende overleveringen komen we te weten hoe we met de ongelovige leider om dienen te gaan. Allereerst is het belangrijk om vrede en rechtvaardigheid voorop te zetten. Zo is het niet de bedoeling om bedrog en onrechtvaardigheid terug te geven wanneer dit bij jou gebeurt.
Tuurlijk, niet elke leider zorgt voor perfecte vrede in het land. Er zullen problemen zijn, en hier dient de moslim wijs mee om te gaan.
Door de geschiedenis van Islam zijn verschillende leermomenten ontstaan. Zo heb je bijvoorbeeld dat richting het eerste eeuw van Islam de moslims tegen hun leider rebelleerden. Deze leider heet Al-Hajjaj.
Al-Hajjaj was een leider waaronder een groep moslims destijds woonden. Deze moslims bestonden onder andere uit enkele bekende metgezellen en Tabi'een (studenten van de metgezellen).
De moslims ondervonden problemen met Al-Hajjaj. Ze geloofden dat hij ongeloof pleegde waardoor ze hem wilden vervangen. Daar hadden ze helaas niet de macht en kracht voor, waardoor er een grote onrust zaaide.
Al-Hajjaj accepteerde het niet, dus bevocht hij de moslims vanwege hun opstand. In dit gevecht stierven velen onder de moslims.
Het is niet de bedoeling om voor chaos te zorgen. In de Islam is het verboden in opstand te komen als dit weinig tot geen slagingskans heeft.
De moslims kunnen hun leider in een land van Islam vervangen als hier de mogelijkheid voor bestaat. Is die kans er niet, dan dient de moslim geduldig te blijven en hun huidige leider te gehoorzamen.
In een belangrijke overlevering van Imam Ahmad werd hem gevraagd of er gerebelleerd mag worden. Hij keurde het zwaar af doordat het voor onrust zal zorgen, en dat de moslim dit niet dient te doen, zodat het niet uit de hand loopt.
Abul-Harith Ahmad ibn Muhammad Al-Sa'igh overleverde: "Ik vroeg Abū 'Abdillāh (Imām Ahmad) over iets dat in Baghdād gebeurde waardoor sommige mensen overwogen in opstand te komen [tegen de leider]. Ik zei: "O Abū 'Abdillah, wat zeg je over het deelnemen aan de opstand met deze mensen?" Hij (Imam Ahmad) keurde het af en zei: “Subḥānallāh! Het bloed [van het volk], het bloed [van het volk]! Ik geloof hier niet in en zeg ook niet tegen anderen dat ze het moeten doen. Voor ons is het beter om onze situatie in geduld te ondergaan dan de fitnah (verdrukking) waarin bloed wordt vergoten, eigendommen worden afgenomen en het verbodene wordt geschonden (bijvoorbeeld de eer van vrouwen). Zie je niet wat er met de mensen van vroeger gebeurde (Fitnah van de moslims en Al-Hajjaj)?!” Ik zei vervolgens: "En de mensen vandaag, Abū 'Abdillah, zijn ze niet in fitnah [vanwege de leider]?" Hij antwoordde: "Als dat zo is, is het een beperkte fitnah, maar als het zwaard wordt geheven, zal de fitnah alles verzwelgen en zal er geen manier zijn om te ontsnappen. Het is beter voor u om deze [huidige moeilijkheid] geduldig te ondergaan, waar Allah uw religie voor u veilig houdt.” Ik zag hoe hij het afkeurde toen ik over de overweging van de mensen begon te hebben, omdat hij zei: "Verspil het bloed van het volk niet. Ik geloof hier niet in en ik raad het ook niet aan.”" [Al-Sunnah pagina 89 van Abu Bakr Al-Khallal]
Er zijn verschillende overleveringen over de omgang met de moslim leider. Deze leider regeert met de wetten van de Shari'ah en is het hoofd van een land van Islam.
Door de geschiedenis heen waren er verschillende Islamitische leiders. Denk bijvoorbeeld aan de Khulafa ar-Rashidien (de vier rechtgeleide kaliefen). Deze zijn Abu Bakr, 'Umar, 'Uthman en 'Ali.
Elk van deze kaliefen ervaarden opstand van enkelen onder hun inwoners. Zo heb je bijvoorbeeld het welbekende verhaal van de Kharijieten en hun opstand tegen kalief 'Ali.
De moslims zijn bevolen de Islamitische leider te gehoorzamen, zelfs als ze je eigendommen innemen en je verkeerd behandelen. Dit is omdat het afkeren en verwerpen van de Islamitische leider tot een grote zonde behoort.
Rebelleren tegen de Islamitische leider, is ten strengste verboden in Islam. Dat heet ook wel het verrichten van Al-Khuruj. Het behoort tot de zonde van het afkeren van de Jama'ah (moslim gemeenschap). Zij die tegen de moslim leider komen te rebelleren, zullen gevraagd worden om hiermee te stoppen, of anders worden ze bevochten.
De Profeet (ﷺ) zei: "Iemand die in zijn Amir (leider) iets vind waar hij een hekel aan heeft zal geduldig moeten blijven, want als hij zich ook maar een beetje van de Jama'ah afscheid en daarop vervolgens komt te sterven, zal hij de dood sterven van iemand die tot de tijdperk van Jahiliyyah behoorde (ongehoorzaam)." [Sahih Muslim 1849a]
Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.
Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.
Vraag stellen