Allah heeft de moslims bevolen de vijf dagelijkse gebeden te verrichten. Deze behoren tot de vijf pilaren van de islam. Het verlaten van een van deze vijf verplichte gebeden is een ernstige zaak.
In dit artikel lees je wat het oordeel is over iemand die het gebed verwaarloost, of dit nu gebeurt door laksheid of opzettelijk.
Zoals je kunt zien, bestaan er twee meningen over het verlaten van het gebed. Het fysiek nalaten van het gebed wordt door de ene groep gezien als een grote zonde, terwijl een andere groep dit beschouwt als grote kufr.
Beide meningen hebben een basis en worden door veel geleerden onder de Salaf Saliheen aangehangen. Dit is dus een kwestie van Ijtihad onder de Salaf Saliheen.
Wij volgen de opvatting dat het verlaten van het gebed uit laksheid een persoon niet tot kafir maakt. Het is echter wel een grote zonde en schaadt de kracht van Imaan.
Er is wel consensus onder de Salaf Saliheen dat degene die de verplichting van het gebed ontkent, als ongelovige wordt beschouwd.
Daarnaast is er consensus dat het verlaten van het gebed een daad van kufr is. Echter, de vorm van deze kufr en de precieze betekenis van 'verlaten' zijn onderwerpen waarover de Salaf Saliheen van mening verschilden.
978 - حدثنا محمد بن يحيى ، قال : حدثنا أبو النعمان ، قال : حدثنا حماد بن زيد ، عن أيوب ، قال : " ترك الصلاة كفر لا يختلف فيه " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 925 جزء 2]
Ayyub as-Sikhtiyani zei:
"Het verlaten van het gebed is ongeloof, en daar bestaat geen meningsverschil over."
[Ta'dhim Qadr as-Salaat 2/935]
ثم ذكرنا الأخبار المروية عن النبي صلى الله عليه وسلم في إكفار تاركها ، وإخراجه إياه من الملة ، وإباحة قتال من امتنع من إقامتها ، ثم جاءنا عن الصحابة رضي الله عنهم مثل ذلك ، ولم يجئنا ، عن أحد منهم خلاف ذلك.
ثم اختلف أهل العلم بعد ذلك في تأويل ما روي عن النبي صلى الله عليه وسلم ، ثم عن الصحابة رضي الله عنهم في إكفار تاركها ، وإيجاب القتل على من امتنع من إقامتها .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 925 جزء 2]
Ibn Nasr al-Maruzi zei:
"Ahl al-'Ilm (de geleerden) verschilden van mening over de interpretatie van wat er is overgeleverd van de Profeet (ﷺ), de uitspraken van de Sahaba over het ongeloof van degene die het gebed nalaat, en de doodstraf voor degene die weigert het gebed te verrichten."
[Ta'dhim Qadr as-Salaat 2/925]
Hieruit kunnen we zien dat Imam Maruzi duidelijk maakt dat er weldegelijk een meningsverschil bestond tussen de geleerden van Ahl Sunnah wal Jama'ah.
In dit artikel wordt uiteengezet wie welke mening aanhangt en wat de onderbouwingen zijn van de verschillende meningen over dit onderwerp.
Er is een grote groep onder de Salaf Saliheen die van mening is dat degene die een gebed buiten de vastgestelde tijd nalaat, hiermee een kafir wordt.
De Profeet (ﷺ) zei: "Het verschil tussen een man en afgoderij/ongeloof is het verlaten van het gebed." [Sahih Muslim 82]
Geleerden van de Salaf Saliheen die deze mening aanhangen zijn onder anderen: Jabir ibn Abdullah, Abu Darda, Nafi', Al-Hasan al-Basri, Ibrahim al-Nakha'i, Al-Awza'i, Ibn al-Mubarak, Imam Ahmad en Ishaaq ibn Rahawayh.
قال ابن المنذر :فقالت طائفة: هو كافر هذا قول: النخعي، وأيوب السختياني، وابن المبارك، وأحمد، وإسحاق، قَالَ أحمد: لا يكفر أحد بذنب إلا تارك الصلاة عمدا، فإن ترك صلاة إِلَى أن يدخل وقت صلاة أخرى يستتاب ثلاثا، وبه قَالَ: سُلَيْمَان بن داود، وأبو حية، وأبو بكر بن أبي شيبة.
[ص691 - كتاب الإقناع لابن المنذر]
Ibn al-Mundhir zei:
"Een groep zei dat zo iemand kafir wordt, en dit is de mening van onder anderen: Ibrahim al-Nakha'i, Ayyub al-Sakhtiyani, Ibn al-Mubarak, Ahmad en Ishaq. Ahmad zei: Niemand wordt tot ongelovige verklaard vanwege een zonde behalve degene die opzettelijk het gebed nalaat. Als hij een gebed verwaarloost totdat de tijd voor een nieuw gebed begint, wordt hem volgens de islam drie dagen gegeven om berouw te tonen. Dit is ook de mening van Sulaiman ibn Dawud, Abu Hayya en Abu Bakr bin Abi Shaybah."
[Kitab al-Iqnaa' - Ibn al-Mundhir - Pagina 691]
قال ابن عبد البر: واختلف العلماء في حكم تارك الصلاة عامدا وهو على فعلها قادر فروى عن علي بن أبي طالب وابن عباس وجابر وأبي الدرداء تكفير تارك الصلاة قالوا من لم يصل فهو كفار وعن عمر بن الخطاب أنه قال لاحظ في الاسلام لمن ترك الصلاة وعن ابن مسعود من لم يصل فلا دين له (1) وقال إبراهيم النخعي والحكم بن عتيبة وأيوب السختياني وابن المبارك وأحمد بن حنبل وإسحاق بن راهويه من ترك صلاة واحدة متعمدا حتى يخرج وقتها لغير عذر وأبى من قضائها وأدائها وقال لا أصلي فهو كافر ودمه وماله حلال ولا يرثه ورثته من المسلمين ويستتاب فإن تاب وإلا قتل وحكم ماله ما وصفنا كحكم مال المرتد وبهذا قال أبو داود الطيالسي وأبو خيثمة وأبو بكر بن أبي شيبة
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٤ - الصفحة ٢٢٥]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"De geleerden verschilden van mening over de uitspraak over iemand die het gebed opzettelijk nalaat terwijl hij in staat is om te bidden.
Volgens 'Ali ibn Abi Talib, Ibn Abbas, Jabir en Abu Darda is overgeleverd dat degene die niet bidt een ongelovige is. Ze zeiden: “Wie niet bidt is een ongelovige”. Volgens Umar ibn al-Khattab heeft degene die het gebed nalaat geen aandeel in de religie. Volgens Ibn Masoud heeft degene die het gebed nalaat geen religie.
Ibrahim al-Nakha'i, al-Hakam ibn 'Utaiba, Ayyub al-Sakhtiyani, Ibn al-Mubarak, Ahmad ibn Hanbal en Ishaq ibn Rahawayh zeiden: Iedereen die opzettelijk één van de vijf gebeden nalaat totdat de tijd verstreken is, zonder geldig excuus, en weigert het uit te voeren en zegt: “Ik bid niet”, is een ongelovige. Zijn moslimerfgenamen erven niet van hem. Hij moet berouw tonen, anders zal hij de doodstraf krijgen en worden zijn bezittingen behandeld als die van een afvallige. Dit is ook de mening van Abu Dawud al-Tayalisi, Abu Khaythamah en Abu Bakr ibn Abi Shaybah."
[Al-Tamheed - Ibn 'Abdul-Barr - Deel 4 - Pagina 225]
Zelf is Ibn 'Abdul-Barr het oneens met de mening dat het grote ongeloof is. Hij is van mening dat het een grote zonde is.
قال ابن قدامة: وَاخْتَلَفَتْ الرِّوَايَةُ، هَلْ يُقْتَلُ لِكُفْرِهِ، أَوْ حَدًّا؟ فَرُوِيَ أَنَّهُ يُقْتَلُ لِكُفْرِهِ كَالْمُرْتَدِّ، فَلَا يُغَسَّلُ، وَلَا يُكَفَّنُ، وَلَا يُدْفَنُ بَيْنَ الْمُسْلِمِينَ، وَلَا يَرِثُهُ أَحَدٌ، وَلَا يَرِثُ أَحَدًا، اخْتَارَهَا أَبُو إِسْحَاقَ بْنُ شَاقِلَا وَابْنُ حَامِدٍ، وَهُوَ مَذْهَبُ الْحَسَنِ، وَالنَّخَعِيِّ، وَالشَّعْبِيِّ، وَأَيُّوبَ السِّخْتِيَانِيُّ، وَالْأَوْزَاعِيِّ، وَابْنِ الْمُبَارَكِ وَحَمَّادِ بْنِ زَيْدٍ، وَإِسْحَاقَ، وَمُحَمَّدِ بْنِ الْحَسَنِ
[ص330 - كتاب المغني لابن قدامة]
Ibn al-Qudamah zei:
"De meningen verschilden. Moet degene die het gebed niet verricht worden gedood wegens ongeloof, of niet?
Een van de meningen is dat zo iemand als afvallige wordt beschouwd en de doodstraf krijgt wegens ongeloof, en dat hij niet wordt gewassen, noch begraven onder de moslims, en dat niemand van hem zal erven.
Dit is de mening van onder anderen: Abu Ishaaq ibn Shaaqilaa, Ibn Hamid, Al-Hasan al-Basri, Al-Nakha'i, Al-Sha'bi, Ayyub Al-Sakhtiyani, Al-Awza'i, Ibn Al-Mubarak, Hamad ibn Zaid, Ishaq ibn Rahawayh en Muhammad bin Al-Hasan.
[Al-Mughni - Ibn Qudamah - Pagina 330]
Zelf is Ibn Qudamah het oneens met de leer van Imam Ahmad wat betreft deze kwestie. Hij is van mening dat het een grote zonde is, dus geen grote ongeloof.
977 - حدثنا محمد بن يحيى ، قال : حدثنا محمد بن يوسف ، قال : حدثنا معقل بن عبيد الله الجزري ، قال : قلت لنافع : رجل أقر بما أنزل الله تعالى ، وبما بين نبي الله صلى الله عليه وسلم ، ثم قال : أترك الصلاة ، وأنا أعرف أنها حق من الله تعالى ، قال : ذاك كافر ، ثم انتزع يده من يدي غضبانا موليا " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 924 جزء 2]
Nafi' zei:
"Degene die erkent dat het gebed de recht van Allah is maar dit niet verricht, hij is een kafir."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 924]
وقال علي بن المديني: "ترك الصلاة كفر, ليس شيء من الأعمال تركه كفر إلا الصلاة, من تركها فهو كافر، وقد حل قتله".
[شرح أصول الاعتقاد صفحة 187 جزء 1]
'Ali ibn al-Madini zei:
"Het verlaten van het gebed is kufr, en er is geen andere handeling die, wanneer deze wordt verlaten, kufr is, behalve het gebed. En wie het gebed verlaat, is kafir en ontvangt de doodstraf."
[Sharh Usul I'tiqad - Lalikaee - Volume 1 - Pagina 187]
رواية إسماعيل بن علية ولفظها: "ما علمنا شيئا من الأعمال قيل : تركه كفر ، إلا الصلاة "، رواه الخلال
[في "السنة"(4/144) رقم (137)]
'Abdullah ibn Shaqiq zei:
"Wij weten van geen enkele daad waarvan het verlaten als ongeloof (kufr) wordt beschouwd, behalve het gebed."
[Al-Sunnah - Abu Bakr al-Khallal - Deel 4 - Pagina 144]
989 - حدثني أحمد بن سيار ، قال : سمعت صدقة بن الفضل ، وسئل عن تارك الصلاة ؟ فقال : " كافر " ، فقال له السائل : أتبين منه امرأته ؟ فقال صدقة : " وأين الكفر من الطلاق ؟ لو أن رجلا كفر ، لم تطلق امرأته " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 929 جزء 2]
Ahmad ibn Siyar overleverde:
Ik hoorde Sadaqa ibn al-Fadl zeggen over degene die het gebed verlaat: 'Hij is een ongelovige.' Toen vroeg de vraagsteller: 'Zal zijn vrouw gescheiden worden?' Toen antwoordde Sadaqa: 'En waar is ongeloof in relatie tot echtscheiding? Als iemand ongelovig wordt, wordt zijn vrouw niet van hem gescheiden.'"
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Deel 2 - Pagina 929]
En dit is de mening van Sadaqa ibn al-Fadl met betrekking tot scheiding bij verrichten van Kufr, dat degene die grote kufr verricht niet automatisch gescheiden wordt.
قال عبد الله بن المبارك: "من ترك الصلاة متعمدا من غير علة ، حتى أدخل وقتا في وقت فهو كافر "
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 927 جزء 2]
Abdullah ibn al-Mubarak zei:
"Wie het gebed expres nalaat zonder excuus, totdat een ander gebed aanbreekt, is een kafir."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 927]
قال أبي: والذي يتركها لا يصليها، والذي يصليها في غير وقتها ادعوه ثلاثًا، فإن صلى وإلا ضربت عنقه، هو عندي بمنزلة المرتد يستتاب ثلاثًا فإن تاب، وإلا قتل على حديث عمر.
[مسائل عبد اللَّه" (١٩١ - ١٩٢)]
Imam Ahmad zei:
"Degene die het gebed nalaat, betekent dat hij het niet bidt. Degene die het gebed buiten de vastgestelde tijd verlaat, wordt verzocht berouw te tonen binnen drie dagen (zoals overgeleverd door 'Umar), anders de doodstraf. Voor mij is zo iemand als een afvallige."
[Masail Abdullah 191-192]
990 - قال أبو عبد الله : سمعت إسحاق يقول : قد صح عن رسول الله صلى الله عليه وسلم أن تارك الصلاة كافر ، وكذلك كان رأي أهل العلم من لدن النبي صلى الله عليه وسلم إلى يومنا هذا أن تارك الصلاة عمدا من غير عذر حتى يذهب وقتها كافر .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 930 جزء 2]
Ishaaq ibn Rahawayh zei:
"Het is authentiek overgeleverd van de Profeet dat wie het gebed verlaat een kafir is. Dit is de visie van de Sahaba tot aan de mensen van mijn tijd, dat wie het gebed zonder geldig excuus na de vastgestelde tijd verlaat, een ongelovige is."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 930]
قال ابن حبيب: "وأما تارك الصلاة إذا أمره الإمام بها، فقال: لا أصلي. فليقتل، ولا يؤخر إلى ما بينه وبين آخر وقتها، وهو بتركها كافر، تركها جاحداً أو مفرطاً أو مضيعاً أو متهاوناً، لقول النبي عليه الصلاة والسلام: «ليس بين العبد وبين الكفر إلا ترك الصلاة». وقاله كله: مطرف، وابن الماجشون، وابن عبدالحكم، وأصبغ. ورواه ابن القاسم، ومطرف عن مالك مجملاً بغير تلخيص".
[النوادر والزيادات (14/537)]
Ibn Habib (prominente geleerde binnen de Maliki madhab) zei:
"Degene die het gebed niet verricht of regelmatig nalaat (soms niet bidt) wordt beschouwd als een ongelovige. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (ﷺ): 'Het verschil tussen iemand en afgodendienst/ongeloof is het verlaten van het gebed.' Iemand die de verplichting van het gebed erkent maar het niet uitvoert, kan volgens de islamitische wet worden bestraft met de doodstraf. Dit geldt eveneens voor degenen die het gebed niet binnen de vastgestelde tijd verrichten."
[Al-Nawadir wa Ziyadat pagina 150 van Ibn Abi Zayd al-Qayrawani]
988 - وقال ابن أبي شيبة : قال النبي صلى الله عليه وسلم : " من ترك الصلاة فقد كفر .
فيقال له : ارجع عن الكفر ، فإن فعل ، وإلا قتل بعد أن يؤجله الوالي ثلاثة أيام "
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 929 جزء 2]
Ibn Abi Shaybah zei:
"Het verlaten van het gebed is ongeloof. Er zal hem worden opgedragen om berouw te tonen binnen drie dagen, anders de doodstraf."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 929]
ثم ذكرنا الأخبار المروية عن النبي صلى الله عليه وسلم في إكفار تاركها ، وإخراجه إياه من الملة ، وإباحة قتال من امتنع من إقامتها ، ثم جاءنا عن الصحابة رضي الله عنهم مثل ذلك ، ولم يجئنا ، عن أحد منهم خلاف ذلك .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 925 جزء 2]
Ibn Nasr al-Maruzi zei:
"De Sahaba zijn unaniem van mening dat het niet bidden van het gebed ongeloof is."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 925]
Er is een grote groep onder de Salaf Saliheen die van mening zijn dat degene die niet bidt maar wel erkent dat het gebed een verplichting is, geen ongelovige is.
Degenen die deze mening aanhouden zijn onder anderen de Sahaba, zoals Salman al-Farisi en Hudhayfah ibn al-Yaman, en de Tabi'een, zoals Makhoul en Imam al-Zuhri. Onder de Atba' al-Tabi'een die deze opvatting delen, bevinden zich onder anderen Imam Malik, Sufyan al-Thawri, Hammad ibn Zayd, Abu Thawr, Waki' en Imam Shafi'i.
قَالَ أَبُو عَبْدِ اللَّهِ رَحِمَهُ اللَّهُ تَعَالَى: قَدْ حَكَيْنَا مَقَالَةَ هَؤُلَاءِ الَّذِينَ أَكْفَرُوا تَارِكَ الصَّلَاةِ مُتَعَمِّدًا، وَحَكَيْنَا جُمْلَةَ مَا احْتَجُّوا بِهِ، وَهَذَا مَذْهَبُ جُمْهُورِ أَصْحَابِ الْحَدِيثِ، وَقَدْ خَالَفَتْهُمْ جَمَاعَةٌ أُخْرَى عَنْ أَصْحَابِ الْحَدِيثِ فَأَبَوْا أَنْ يُكَفِّرُوا تَارِكَ الصَّلَاةِ إِلَّا أَنْ يَتْرُكَهَا جُحُودًا، أَوْ إِبَاءً، وَاسْتِكْبَارًا، وَاسْتِنْكَافًا، وَمُعَانَدَةً فَحِينَئِذٍ يَكْفُرُ. وَقَالَ بَعْضُهُمْ: تَارِكُ الصَّلَاةِ كَتَارِكِ سَائِرِ الْفَرَائِضِ عَنِ الزَّكَاةِ، وَصِيَامِ رَمَضَانَ، وَالْحَجِّ، وَقَالُوا: الْأَخْبَارُ الَّتِي جَاءَتْ فِي الْإِكْفَارِ بِتَرْكِ الصَّلَاةِ نَظِيرُ الْأَخْبَارِ الَّتِي جَاءَتْ فِي الْإِكْفَارِ بِسَائِرِ الذُّنُوبِ نَحْوَ قَوْلِهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ: «سِبَابُ الْمُسْلِمِ فُسُوقٌ وَقِتَالُهُ كُفْرٌ» . «
١٠٠٣ - وَلَا تَرْجِعُوا بَعْدِي كُفَّارًا يَضْرِبُ بَعْضُكُمْ رِقَابَ بَعْضٍ» .
١٠٠٤ - وَقَوْلُهُ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ: «لَا تَرْغَبُوا عَنْ آبَائِكُمْ فَمَنْ رَغِبَ عَنْ أَبِيهِ فَقَدْ كَفَرَ» . وَقَوْلُهُ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ: «مَنْ حَلَفَ بِغَيْرِ اللَّهِ فَقَدْ أَشْرَكَ» . «وَالطِّيَرَةُ شِرْكٌ» . "
١٠٠٦ - وَمَا قَالَ مُسْلِمٌ لِمُسْلِمٍ: كَافِرٌ إِلَّا بَاءَ بِهِ ⦗٩٣٨⦘ أَحَدُهُمَا " وَمِمَّا أَشْبَهَ هَذِهِ الْأَخْبَارَ. قَالُوا: وَقَدْ وَافَقَنَا جَمَاعَةُ أَصْحَابِ الْحَدِيثِ عَلَى مَنِ ارْتَكَبَ بَعْضَ هَذِهِ الذُّنُوبِ لَا يَكُونُ كَافِرًا مُرْتَدًّا يَجِبُ اسْتِتَابَتِهِ وَقَتْلِهِ عَلَى الْكُفْرِ إِنْ لَمْ يَتُبْ، وَتَأَوَّلُوا لِهَذِهِ الْأَخْبَارِ تَأْوِيلَاتٍ اخْتَلَفُوا فِي تَأْوِيلَاتِهَا. قَالُوا: وَكَذَلِكَ الْأَخْبَارُ الَّتِي جَاءَتْ فِي إِكْفَارِ تَارِكِ الصَّلَاةِ يَحْتَمِلُ مِنَ التَّأْوِيلِ مَا احْتَمَلَهُ سَائِرُ الْأَخْبَارِ الَّتِي ذَكَرْنَاهَا وَاحْتَجُّوا مَعَ هَذَا لِتَرْكِهِمُ الْإِكْفَارَ بِتَرْكِ الصَّلَاةِ بِأَخْبَارٍ اسْتَدَلُّوا بِهَا عَلَى أَنَّ تَارِكَ الصَّلَاةِ حَتَّى يَذْهَبَ وَقْتُهَا لَا يَكْفُرُ إِذَا لَمْ يَتْرُكُهَا إِبَاءً، وَلَا جُحُودًا، وَلَا اسْتِكْبَارًا
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 929 جزء 2]
Imam al-Maruzi zei:
“We hebben de mening van degenen die een persoon die opzettelijk het gebed verlaat als een ongelovige beschouwen overgeleverd, en we hebben een samenvatting gegeven van het bewijs dat zij gebruiken. Dit is de positie van de meerderheid van de hadithgeleerden. Echter, een andere groep van de hadithgeleerden was het niet met hen eens en weigerde degene die het gebed verlaat als ongelovige te beschouwen, tenzij hij het verlaat uit ontkenning, afwijzing, arrogantie, minachting of koppigheid; alleen in zulke gevallen wordt hij een ongelovige.
Sommigen van hen zeiden: ‘Degene die het gebed verlaat is als degene die andere verplichtingen verwaarloost, zoals de zakat, het vasten tijdens Ramadan, en de Hajj.’
Zij zeiden: ‘De overleveringen die het verlaten van het gebed als ongeloof beschouwen, zijn vergelijkbaar met andere overleveringen die andere zonden als ongeloof beschouwen, zoals de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem):
“Het beledigen van een moslim is Fisq, en het bestrijden van hem is Kufr.”
“Keer na mij niet terug naar ongeloof door elkaars nekken te slaan.”
En zijn uitspraak (vrede zij met hem): “Wend je niet af van je vaders (door verkeerde afstamming toe te schrijven); wie zich afwendt van zijn vader heeft ongeloof gepleegd.”
En zijn uitspraak (vrede zij met hem): “Wie zweert bij iets anders dan Allah heeft shirk gepleegd,” en “Bijgeloof is shirk.”
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Volume 2 - Pagina 929]
Imam al-Maruzi stelt hier dat een groep van de hadithgeleerden gelooft dat degene die het gebed verlaat geen kafir is. Zijn al die geleerden van Ahl al-Hadith nu Murji'ah voor degenen die geloven dat het verlaten van het gebed grote kufr is? Dat zou uiteraard een belachelijke bewering zijn.
قالوا : وفي اتفاق عامة أهل العلم على أن التارك للصلاة حتى خرج وقتها متعمدا ، يعيدها قضاء ، ما يدل على أنه ليس بكافر ، لأن الكافر لا يؤمر بقضاء ما ترك من الصلاة في قول عامة العلماء .
وكان ممن ذهب هذا المذهب من علماء أصحاب الحديث الشافعي رضي الله عنه ، وأصحابه : أبو ثور ، وغيره ، وأبو عبيد في موافقيهم .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 957 جزء 2]
Imam al-Maruzi zei:
"Zij zeiden: 'De meerderheid van de geleerden is het erover eens dat degene die het gebed opzettelijk achterwege laat totdat de tijd ervan is verstreken, het moet inhalen, wat aangeeft dat hij geen ongelovige is. Omdat de ongelovige niet wordt opgedragen de gebeden die hij heeft gemist in te halen, aldus de meerderheid van de geleerden.'
Dit is de mening van onder anderen Al-Shafi'i en zijn metgezellen, waaronder Abu Thawr en anderen. Abu 'Ubayd is het ook met hen eens."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 957]
قال ابن المنذر :وقالت طائفة: يستتاب فإن تاب وإلا قتل، هذا قول: مكحول، ومالك بن أنس، وحماد بن زيد، ووكيع، والشافعي
قول ثالث قاله الزُّهْرِيّ: قَالَ: إن كَانَ إنما تركها ابتدع دينا غير الإسلام قتل، وإن كَانَ إنما هو فاسق ضرب ضربا مبرحا، وسجن
[ص691 - كتاب الإقناع لابن المنذر]
Ibn al-Mundhir zei:
"De groep die van mening is dat er een doodstraf wordt opgelegd voor degenen die het gebed niet verrichten, zijn onder anderen: Makhoul, Malik ibn Anas, Hammad ibn Zayd, Waki' en Al-Shafi'i.
Een andere mening wordt aangehouden door al-Zuhri, die gelooft dat het niet verrichten van het gebed geen doodstraf verdient maar eerder geslagen worden en gevangenisstraf."
[Al-Iqnaa' - Ibn al-Mundhir - Pagina 691]
قال ابن عبد البر: وفي هذه المسألة قول ثان قال الشافعي يقول الامام لتارك الصلاة صل فإن قال لا أصلي سئل فإن ذكر علة تحبسه أمر بالصلاة على قدر طاقته فإن أبي من الصلاة حتى يخرج وقتها قتله الامام وإنما يستتاب ما دام وقت الصلاة قائما يستتاب في أدائها وإقامتها فإن أبى قتل وورثه ورثته وهذا قول أصحاب مالك ومذهبهم وبعضهم يرويه عن مالك وروى محمد بن علي البجلي قال حدثنا يونس بن عبد الأعلى قال سمعت ابن وهب يقول قال مالك من آمن بالله وصدق المرسلين وأبى أن يصلي قتل وبه قال أبو ثور وجميع أصحاب الشافعي وهو قول مكحول وحماد بن زيد ووكيع
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٤ - الصفحة ٢٣١]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"Over deze kwestie is er een tweede gezegde: De imam legt degene op om te bidden, en als diegene weigert een gebed te bidden binnen de vastgestelde tijd, dan wordt hem in de islam de doodstraf opgelegd. En zijn erfgenamen mogen dan van hem erven (d.w.z. hij is moslim).
Sommigen schrijven deze mening toe aan Malik. Volgens Muhammad bin 'Ali Al-Bajli van Yunus bin Abdul-A'laa: “Ik hoorde Ibn Wahb zeggen: Malik zei: ‘Wie in Allah gelooft en in de boodschappers gelooft en weigert te bidden, zal de doodstraf krijgen.'
En hetzelfde is toegeschreven aan Abu Thawr en een meerderheid onder de metgezellen van Al-Shafi'i, en dit is ook de mening van Makhoul, Hammad ibn Zayd en Waki'."
[Al-Tamheed - Ibn Abd al-Barr - Deel 4 - Pagina 231]
قال ابن قدامة: وَالرِّوَايَةُ الثَّانِيَةُ، يُقْتَلُ حَدًّا، مَعَ الْحُكْمِ بِإِسْلَامِهِ، كَالزَّانِي الْمُحْصَنِ، وَهَذَا اخْتِيَارُ أَبِي عَبْدِ اللَّهِ بْنِ بَطَّةَ، وَأَنْكَرَ قَوْلَ مَنْ قَالَ: إنَّهُ يَكْفُر. وَذَكَرَ أَنَّ الْمَذْهَبَ عَلَى هَذَا، لَمْ يَجِدْ فِي الْمَذْهَبِ خِلَافًا فِيهِ.
وَهَذَا قَوْلُ أَكْثَرِ الْفُقَهَاءِ، وَقَوْلُ أَبِي حَنِيفَةَ، وَمَالِكٍ، وَالشَّافِعِيِّ.
[ص331 - كتاب المغني لابن قدامة]
Ibn Qudamah zei:
"De tweede mening die is overgeleverd betreft dat degene die het gebed verlaat, de doodstraf krijgt opgelegd, maar wel een moslim blijft, zoals een persoon die zinaa pleegt deze straf krijgt maar nog steeds moslim blijft.
En dit is de mening van Abu Abdullah ibn Battah, die de andere mening afkeurde: dat degene die het gebed verlaat ongelovig wordt. Hij geeft daarbij aan dat er binnen zijn madhab geen meningsverschil over bestaat.
Dit is ook de mening van de meerderheid van de Fuqaha, en de mening van Abu Hanifa, Malik en Al-Shafi'i."
[Al-Mughni - Ibn Qudamah - Pagina 331]
8564 - عبد الرزاق عن قيس بن الربيع عن إسماعيل بن (4) سميع عن مالك بن عمير عن والآن أبي عروة المرادي (5) قال: رجعت إلى أهلي فوجدت شاة لنا مذبوحة، فقلت لأهلي: ما شأنها؟ فقالوا:
خشينا أن تموت، قال: وفي الدار غلام لنا سبي لم يصل فذبحها، فأتيت ابن مسعود فسألته، فقال: كلوه.
[المصنف - عبد الرزاق الصنعاني - ج ٤ - الصفحة ٤٨٤]
Abu A'urwa al-Muradi zei: Ik kwam terug naar mijn gezin en vond een schaap dat geslacht was. Ik vroeg aan mijn gezin: Wat is hier gebeurd? Zij zeiden: We vreesden dat de schaap zou sterven. Ik zei: Er was een slaaf in huis die niet bad en het heeft geslacht. Toen ging ik naar Ibn Mas'oud en vroeg hem. Hij zei: Eet het.
[Musannaf Abdurrazzaaq - Deel 4 - Pagina 484]
نا محمد بن العلاء ، قال : أنا أبو معاوية
، قال : نا الأعمش ، عن سليمان بن ميسرة ، عن طارق بن شهاب ، قال :
كان لي أخ أكبر مني يقال له : أبو عزرة ، وكان يكثر ذكر سلمان ، فكنت مما كنت أسمع من كثرة ذكره إياهأحببته .
وكان سلمان إذا جاء مكة نزل القادسية ، فقال لي أخي : هل لك في سلمان ؟ قلت : نعم .
فانطلقنا فدخلنا عليه بالقادسية في خص فإذا
علج تزدريه العين حين تراه ، فإذا إزارهبين فخذيه .
فدخلنا عليه فإذا هو يخيط زنبيلا أو يدبغ
إهابا ، وإذا علجة تختلف عليه العاطية .
فقال له أخي : ما هذه العلجة ؟ قال : هذه أصبتهامن المغنم أمس ، وقد أردتها على أن تصلي خمس صلواتفأبت ، فأردتها على أن تصلي أربعا فأبت ، فأردتها على أن تصلي ثلاثا فأبت ، فأردتها على أن تصلي ثنتين فأبت ، وأريدها على أن تصلي واحدة ، فهي تأبى .
قال : فعجبت إذا ، فقلت : ما تغني عنها صلاة واحدة ، إذا تركت سائرها ؟
قال : يا ابن أخي إن مثل هذه الصلوات الخمس كمثل
سهام الغنيمة
، فمن ضرب بخمس
أفضل ممن يضرب فيهابأربع ، ومن يضرب فيها بأربع أفضل ممن يضرب فيها
بثلاث
، ومن يضرب
فيها بثنتين أفضل ممن يضرب فيها بواحدة ، ومن يضرب فيها بواحدة أفضل ممن لا يضرب فيها بشيء .
وإنها إذا رغبت في صلاة واحدة رغبت فيهن
كلهن
[43- أبو داود في الزهد 253]
Tariq ibn Shihab overleverde:
Ik had een oudere broer genaamd Abu Azra, en hij noemde Salman (Al-Farisi) vaak, en door hoe vaak ik hem over hem hoorde spreken, begon ik hem te waarderen. Toen Salman naar Mekka kwam, verbleef hij in Al-Qadisiyyah. Mijn broer zei tegen mij: "Wil je Salman zien?" Ik zei: "Ja." Dus gingen we naar hem toe en kwamen binnen in Al-Qadisiyyah, in een klein hutje.
Daar was een man, wie men op het eerste gezicht zou verachten, met zijn izaar tussen zijn dijen. We kwamen binnen en hij was ofwel een mand aan het naaien of leer aan het looien. Er was ook een vrouw die langs hem liep en hem bediende.
Mijn broer vroeg hem: "Wie is deze vrouw?" Hij (Salman) antwoordde: "Ik heb haar gisteren uit de oorlogsbuit verkregen. Ik vroeg haar om vijf gebeden te bidden, maar ze weigerde. Ik vroeg haar om vier te bidden, en ze weigerde. Ik vroeg haar om drie te bidden, en ze weigerde. Ik vroeg haar om twee te bidden, en ze weigerde. Nu vraag ik haar om er één te bidden, maar ze weigert."
Mijn broer zei: "Ik was verbaasd hierover, en ik vroeg: 'Wat heeft één gebed voor nut als ze de rest laat liggen?'"
Hij (Salman) zei: "O mijn neef, deze vijf gebeden zijn als pijlen van de oorlogsbuit. Wie met vijf slaat, is beter dan wie met vier slaat, en wie met vier slaat, is beter dan wie met drie slaat, en wie met drie slaat, is beter dan wie met twee slaat, en wie met twee slaat, is beter dan wie met één slaat, en wie met één slaat, is beter dan degene die helemaal niet slaat. Als ze verlangt naar het bidden van één, zal ze verlangen naar het bidden van ze allemaal. Deze gebeden verzoenen wat tussen hen ligt, zolang men de grote zonden vermijdt.
[Kitab Al-Zuhd - Abu Dawud - Volume 43 - Pagina 253]
Als Salman al-Farisi echt geloofde dat het verlaten van het gebed grote kufr vormt, dan zou hij ervoor hebben gezorgd dat er haar de straf van afvalligheid werd opgelegd.
Omdat hij haar bleef adviseren om te bidden, kan niet gezegd worden dat hij de mening heeft dat het verlaten van het gebed grote kufr is.
حَدَّثَنَا عَلِيُّ بْنُ مُحَمَّدٍ، حَدَّثَنَا أَبُو مُعَاوِيَةَ، عَنْ أَبِي مَالِكٍ الأَشْجَعِيِّ، عَنْ رِبْعِيِّ بْنِ حِرَاشٍ، عَنْ حُذَيْفَةَ بْنِ الْيَمَانِ، قَالَ قَالَ رَسُولُ اللَّهِ ـ صلى الله عليه وسلم ـ " يَدْرُسُ الإِسْلاَمُ كَمَا يَدْرُسُ وَشْىُ الثَّوْبِ حَتَّى لاَ يُدْرَى مَا صِيَامٌ وَلاَ صَلاَةٌ وَلاَ نُسُكٌ وَلاَ صَدَقَةٌ وَلَيُسْرَى عَلَى كِتَابِ اللَّهِ عَزَّ وَجَلَّ فِي لَيْلَةٍ فَلاَ يَبْقَى فِي الأَرْضِ مِنْهُ آيَةٌ وَتَبْقَى طَوَائِفُ مِنَ النَّاسِ الشَّيْخُ الْكَبِيرُ وَالْعَجُوزُ يَقُولُونَ أَدْرَكْنَا آبَاءَنَا عَلَى هَذِهِ الْكَلِمَةِ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ فَنَحْنُ نَقُولُهَا " . فَقَالَ لَهُ صِلَةُ مَا تُغْنِي عَنْهُمْ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ وَهُمْ لاَ يَدْرُونَ مَا صَلاَةٌ وَلاَ صِيَامٌ وَلاَ نُسُكٌ وَلاَ صَدَقَةٌ فَأَعْرَضَ عَنْهُ حُذَيْفَةُ ثُمَّ رَدَّهَا عَلَيْهِ ثَلاَثًا كُلَّ ذَلِكَ يُعْرِضُ عَنْهُ حُذَيْفَةُ ثُمَّ أَقْبَلَ عَلَيْهِ فِي الثَّالِثَةِ فَقَالَ يَا صِلَةُ تُنْجِيهِمْ مِنَ النَّارِ . ثَلاَثًا .
Hudhayfah ibn Al-Yaman meldde:
De Profeet (ﷺ) zei: "Islam zal slijten zoals borduurwerk op een kledingstuk slijt, totdat niemand weet wat vasten, gebed, Hajj en zakat zijn. De Koran zal 's nachts worden weggenomen, en er zal geen vers van overblijven op aarde. En er zal een groep mensen overblijven, oude mannen en oude vrouwen, die zullen zeggen: 'We vonden onze voorouders deze woorden zeggen: 'La ilaha illa Allah,' dus zeggen wij het ook."
Silah zei tegen hem: "Wat heeft het voor nut om 'La ilaha illallah' te zeggen als zij niet weten wat vasten, gebed, Hajj en zakat zijn?"
Hudhayfah keerde zich van hem af. Dus herhaalde hij zijn vraag drie keer, en Hudhayfah keerde zich elke keer af, totdat de derde keer, toen hij drie keer zei: "O Silah! Het zal hen redden van het Vuur."
[Sunan Ibn Majah 4049]
Het is duidelijk volgens deze overlevering, dat Hudhayfah ibn al-Yaman niet van mening is dat het verlaten van het gebed grote kufr is.
قال أبو عبد الله : [ ص: 957 ]
1035 - وقد حدثني محمد بن يحيى ، قال : حدثنا عبد العزيز بن عبد الله الأويسي ، قال : حدثنا إبراهيم بن سعد ، عن ابن شهاب ، أنه سئل عن الرجل ، يترك الصلاة ؟ قال : " إن كان إنما تركها أنه ابتدع دينا غير دين الإسلام قتل ، وإن كان إنما هو فاسق ضرب ضربا مبرحا ، وسجن " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 957 جزء 2]
Ibn Shihab al-Zuhri zei:
"Wie het gebed verlaat omdat hij een andere religie dan de islam volgt, zal de doodstraf krijgen. Maar wie slechts een zondaar is, zal worden geslagen en gevangen worden gezet."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 957]
Imam al-Zuhri maakt hierbij duidelijk dat ook hij de mening deelt dat het niet bidden geen grote ongeloof is. Hij zegt namelijk dat een persoon alleen kafir wordt als hij het gebed zou ontkennen, en dat een persoon die het niet verricht een grote zondaar is die straf verdient.
Deze mening onderscheidt zich van de andere mening waarbij de persoon die het gebed niet verricht de doodstraf krijgt.
Imam Zuhri is van mening dat de doodstraf niet geldt bij een persoon die het gebed niet verricht, maar eerder dat zo een persoon geslagen dient te worden en vast worden gezet in de gevangenis.
وروى محمد بن علي البجلي قال حدثنا يونس بن عبد الأعلى قال سمعت ابن وهب يقول قال مالك من آمن بالله وصدق المرسلين وأبى أن يصلي قتل
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٤ - الصفحة ٢٣١]
Imam Malik zei:
"Wie in Allah gelooft en in de boodschappers gelooft en weigert te bidden, zal de doodstraf krijgen."
[Al-Tamheed - Ibn Abd al-Barr - Deel 4 - Pagina 231]
Doordat Imam Malik zijn uitspraak begon met 'Wie in Allah gelooft en in de boodschappers gelooft', wordt aangenomen dat hij hiermee de moslim bedoelde, ondanks het verlaten van het gebed.
Het kan ook niet worden gezegd dat omdat Malik de doodstraf toepast op degenen die het gebed verwaarlozen, dit betekent dat hij het ziet als een grote vorm van ongeloof. Die bewering is onjuist, want Malik past ook de doodstraf toe op Ahl al-Bid'ah, die niet vervallen zijn in groot ongeloof.
وقد رأى مالك استتابة الأباضية والقدرية فإن تابوا والا قتلوا ذكر ذلك إسماعيل القاضي عن أبي ثابت عن ابن القاسم وقال قلت لأبي ثابت هذا رأى مالك في هؤلاء حسب قال بل في كل أهل البدع قال القاضي وإنما رأى مالك ذلك فيهم لافسادهم في الأرض وهم أعظم إفسادا من المحاربين لأن إفساد الدين أعظم من إفساد المال لا أنهم كفار قال أبو عمر فهذا مالك يريق دماء هؤلاء وليسوا عنده كفارا فكذلك تارك الصلاة عنده من هذا الباب قتله لا من جهة الكفر
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٤ - الصفحة ٢٣٨]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"Malik hield de mening dat de Ibadiyya en de Qadariyya gevraagd moesten worden om berouw te tonen; als ze berouw toonden, werden ze gespaard, anders werden ze gedood. Dit werd vermeld door Isma'il al-Qadi, die vertelde van Abu Thabit, van Ibn al-Qasim. Hij (Isma'il al-Qadi) zei: 'Ik vroeg Abu Thabit: Is dit de mening van Malik specifiek over deze groepen?' Hij zei: 'Nee, dit geldt voor alle mensen van innovatie.'
Al-Qadi zei: 'Malik hield deze mening vanwege de corruptie die zij op aarde veroorzaakten, want hun corruptie was groter dan die van struikrovers, en het corrumperen van religie is erger dan het corrumperen van rijkdom. Echter, hij beschouwde hen niet als ongelovigen.'"
Ibn 'Abdul-Barr vervolgt: "'Dus Malik zou de doodstraf toepassen op deze mensen zonder hen als ongelovigen te beschouwen. Evenzo zou iemand die het gebed verlaat, volgens hem, gedood worden, niet vanwege ongeloof.'"
[Al-Tamheed - Ibn 'Abdul-Barr - Deel 4 - Pagina 238]
إن للصلاة وقتين أول وآخر، فإن أخرها عن الوقت الأول كان غير مفرط حتى يخرج الوقت الآخر، فإذا خرج الوقت قبل أن يصلى كان آثما بتركه ذلك وقد أمكنه
[كتاب الأم - الإمام الشافعي - ج ٢ - الصفحة ١٢٩]
Imam Shafi'i zei:
"De gebedstijd heeft twee periodes: een begin- en een eindtijd. Als men het gebed uitstelt tot na de beginperiode maar binnen de eindperiode, dan heeft men niet gefaald zolang men het gebed vóór de eindtijd verricht. Als men het gebed echter heeft verzuimd en de tijd is verstreken voordat men het heeft gebeden, dan is men zondig door het niet verrichten ervan, hoewel men daartoe in staat was."
[Kitab al-Umm - Imam Shafi'i - Deel 2 - Pagina 129]
(قال الشافعي) حضور الجمعة فرض فمن ترك الفرض تهاونا كان قد تعرض شرا إلا أن يعفو الله كما لو أن رجلا ترك صلاة حتى يمضى وقتها كان قد تعرض شرا إلا أن يعفو الله.
[كتاب الأم - الإمام الشافعي - ج ١ - الصفحة ٢٣٩]
Imam Shafi'i zei:
"Het bijwonen van het vrijdaggebed is verplicht. Iedereen die uit nalatigheid de verplichting opgeeft, is blootgesteld aan kwaad, tenzij God hem vergeeft, net als een man die een gebed verlaat totdat de tijd ervoor is verstreken zichzelf blootstelt aan kwaad, tenzij God hem vergeeft."
[Kitab al-Umm - Imam Shafi'i - Deel 1 - Pagina 239]
Uit deze uitspraken maakt Imam Shafi'i zijn mening duidelijk dat hij gelooft dat degene die het gebed niet verricht, een zondaar is.
979 - حدثنا محمد بن عبدة ، قال : سمعت يعمر بن بشر أبا عمرو ، قال : سمعت عبد الله بن المبارك رضي الله عنه ، [ ص: 926 ] قال : " من أخر صلاة حتى يفوت وقتها متعمدا من غير عذر كفر .
ثم قال : خالفني سفيان ، وغيره من أصحاب عبد الله ، وأنكروه ، فدخلوا على عبد الله بالزبد انقان ، فأخبروه أن يعمر روى عليك كذا ، وكذا ، ولم ينكره ، وقال : فما قلت أنت ؟ فقال سفيان لعبد الله : إنه روى عليك كذا ، وكذا ، فقال له عبد الله ، فما قلت أنت ؟ قال : إذا تركها ، ردا لها ، فقال : ليس هذا قولي ، قست علي يا أبا عبد الله .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفح 926 جزء 2]
Ya'mur ibn Bishr overleverde:
"Sufyan al-Thawri was het oneens met 'Abdullah ibn al-Mubarak over degene die het gebed verlaat. Ibn al-Mubarak vroeg Sufyan: 'Wat zeg jij erover?' Sufyan antwoordde: 'Het is kufr als hij de verplichting ontkent.' Ibn al-Mubarak zei: 'Dat is niet mijn mening, je hebt mij verkeerd begrepen, o Abu Abdullah.'"
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 926]
Sufyan al-Thawri geloofde dat iemand die het gebed niet verricht, een grote zondaar is en pas als hij de verplichting ontkent een kafir wordt.
Sufyan dacht dat Ibn al-Mubarak deze mening deelde toen hij hem hierover aansprak. Ibn al-Mubarak gaf echter aan dat hij deze opvatting niet deelde en dat Sufyan zijn werkelijke standpunt niet correct had begrepen.
Dit toont aan hoe twee grote geleerden, die bovendien hechte metgezellen van elkaar waren, over een belangrijk onderwerp van mening konden verschillen. Maar het laat ook zien dat zij geen ruzie maakten omwille van dit meningsverschil, noch het contact met elkaar verbraken.
فقد سئل الإمام أبو عبد الله محمد بن سحنون [202هـ-256هـ] كما في [فتاوى ابن سحنون (ص438–439)] عن تارك الصلاة من غير عذر وما حكمه؟ قال -رحمه الله-:
((ذلك على وجهين:
إذا جحد وجوبها وقال: ليست بواجبة عليّ ولا على أحد، أو أنكر وجوب الوضوء أو الصوم أو الزكاة، أو جحد فرضاً من فرائض الإسلام أي فرض كان، فحكمه حكم المرتد يستتاب ثلاثة أيام، فإن لم يتب وتمادى على جحده قُتل كفراً،
واختلف في ماله، فقيل: يكون في بيت مال المسلمين إن كان بيت المال صالحاً،
وإن كان ظلوماً غشوماً فيفرق بين الفقراء والمساكين،
وقيل: ماله لورثته من المسلمين.
وإن ترك الصلاة تهاوناً بها وعجزاً وتفريطاً، وهو مقر بوجوبها، فإنه يؤدب ويعاقب عقوبة شديدة ؛ لأن ترك الصلاة من أكبر الكبائر وأعظم الذنوب عند الله تعالى، وهذا إذا أقر بوجوبها ووعد بفعلها،
وإذا أقر بوجوبها وامتنع من أدائها، وقال: لا أصلي، فإنه يُنظر إلى خروج الوقت الذي أمر فيه بالصلاة، فإن لم يصلها قُتل،واختلف في قتله،
فقيل: يقتل حدّاً ويدفن في مقابر المسلمين ويرثه ورثته المسلمون، لأنه مؤمن عاص، وعليه جمهور العلماء من الصحابة والتابعين،
وقيل: يقتل كفراً ولا يدفن في مقابر المسلمين، ولا يرثه ورثته من المسلمين، ويكون ماله لبيت مال المسلمين، وهو قول ابن حبيب وجماعة من التابعين، وسندهم في ذلك قول النبي صلى الله عليه وسلم: "بين العبد المؤمن والكافر ترك الصلاة"، ظاهر الحديث على أي وجه تركها، وقال جمهور العلماء: معنى الحديث: إذا تركها جاحداً لوجوبها)).
[فتاوى ابن سحنون (ص438–439)]
Ibn Sahnoun zei:
Deze kwestie heeft twee kanten:
Als hij de verplichting ervan ontkent en zegt: Het is niet verplicht voor mij of voor iemand anders, of de verplichting van wassing, vasten of zakat ontkent, of een van de verplichtingen van de islam ontkent, wat die ook is, dan is zijn oordeel hetzelfde als die van een afvallige. Hij krijgt dan de mogelijkheid berouw te tonen binnen drie dagen. Als hij geen berouw toont en door blijft gaan met zijn ontkenning, zal hij de doodstraf krijgen als een ongelovige.
Er was onenigheid over wat er gedaan moet worden met de bezittingen van zo een persoon, en er werd gezegd: het zal in de gezamenlijke welvaart van de moslims worden bijgevoegd als deze persoon goed was.
Als hij onrechtvaardig en bedrieglijk is, wordt zijn bezitting uitgegeven aan de armen en behoeftigen.
Er werd ook gezegd: Zijn bezitting gaat naar zijn islamitische erfgenamen.
Als hij het gebed verlaat uit nalatigheid, terwijl hij erkent dat het verplicht is, dan zal hij gedisciplineerd worden en gestraft worden met een zware straf. Omdat het opgeven van het gebed een van de grootste zonden is volgens Allah, en dit is als hij de verplichting ervan erkent maar het niet verricht.
Als hij erkent dat het verplicht is, maar weigert het uit te voeren, en zegt: Ik bid niet, dan is het alsof hij het gebed niet heeft gebeden binnen zijn vastgestelde tijd, en als hij het niet verricht, dan krijgt hij de doodstraf.
Er was wat onenigheid wat betreft de doodstraf.
Mening één: hij moet gedood worden en begraven worden op moslimbegraafplaatsen, en zijn moslim-erfgenamen zullen van hem erven, omdat hij een ongehoorzame gelovige is, en de meerderheid van de geleerden van de Sahaba en Tabi'een is het hierover eens.
Mening twee: Hij wordt gedood als een ongelovige en wordt niet begraven op moslimbegraafplaatsen, en zijn moslim-erfgenamen erven niet van hem, en zijn geld gaat naar de moslimschatkist. Dit is de mening van Ibn Habib en een groep Tabi'een. en hun steun daarvoor is de uitspraak van de Profeet, moge God hem zegenen en vrede schenken: “Tussen een gelovige en een ongelovige is het opgeven van het gebed”. Echter is volgens de meerderheid van geleerden de interpretatie van 'verlaten' in deze hadith: als een persoon de verplichting ervan ontkent.
[Fatawa Ibn Sahnoun - Pagina 438-439]
سئل الإمام ابن أبي زيد القيرواني (310-386) عن تارك الصلاة عمدا، وهو مُقرٌّ بها، هل يُزوج مسلمة، وتؤكل ذبيحته؟
فأجاب: «أتى عظيما من الكبائر، ولايُخرجه ذلك من الإسلام، وتؤكل ذبيحته، ويُصلى عليه، ويورث ويُناكح، وهو قول مالك وشعبة خلافا لابن حبيب، فإنه يُكفِّره, وقد أفرط في القول, وإن كان روى عنه عليه أفضل وأشرف السلام: (ليس بين العبد والكفر إلا ترك الصلاة), فلم يحمله العلماء على كفر الحجة, واحتجوا بحديث عبادة بن الصامت وفيه: (أنه ليس له عند الله عمل؛ إن شاء عذَّبه وإن شاء أدخله الجنة) الحديث, فلو كان كافرا لحرَّم الجنة عليه لأنها محرمة عليهم».
[فتاوى ابن أبي زيد القيرواني (ص:145)]
Imam Ibn Abi Zayd al-Qayrawani werd gevraagd naar iemand die opzettelijk het gebed verlaat terwijl hij de verplichting ervan erkent. Is zo iemand toegestaan om met een moslimvrouw te trouwen, en is hun geslacht vlees toegestaan?
Hij antwoordde: "Het is een ernstige zonde, maar het brengt hen niet uit de islam. Hun geslachte vlees is toegestaan, op hen kan gebeden worden, en zij kunnen erven en trouwen. Dit is het standpunt van Malik en Shu'ba, in tegenstelling tot Ibn Habib, die dergelijke personen als ongelovigen beschouwt.
Ibn Habib heeft zijn standpunt extreem gemaakt, hoewel hij wel van hem (de Profeet), vrede zij met hem, heeft overgeleverd: 'Er is niets tussen de dienaar en ongeloof behalve het verlaten van het gebed.'
De geleerden hebben deze hadith echter niet geïnterpreteerd als grote vorm van ongeloof. Ze verwijzen naar de hadith van 'Ubadah ibn al-Samit, die stelt: 'Hij heeft geen verbond met Allah; als Hij wil, zal Hij hem straffen, en als Hij wil, zal Hij hem toelaten tot het Paradijs.'
Dus als hij een ongelovige was, zou het Paradijs verboden voor hem zijn, omdat het verboden is voor ongelovigen."
[Fatawa Ibn Abi Zayd al-Qayrawani - Pagina 145]
وأصح شيء في هذا الباب من جهة النظر ومن جهة الأثر أن تارك الصلاة إذا كان مقرا بها غير جاحد ولا مستكبر فاسق مرتكب لكبيرة موبقة من الكبائر الموبقات وهو مع ذلك في مشيئة الله عز وجل إن شاء غفر له وإن شاء عذبه
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٢٣ - الصفحة ٢٩٥]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"En het meest correcte wat betreft deze kwestie, is dat degene die het gebed niet verricht een grote zondaar is, en pas ongelovig wordt als hij de verplichting ervan ontkent. Als Allah wil, dan vergeeft Hij hem, en als Hij wil, dan bestraft Hij hem."
[Al-Tamheed - Ibn Abd al-Barr - Deel 4 - Pagina 295]
وَلِأَنَّ ذَلِكَ إجْمَاعُ الْمُسْلِمِينَ، فَإِنَّا لَا نَعْلَمُ فِي عَصْرٍ مِنْ الْأَعْصَارِ أَحَدًا مِنْ تَارِكِي الصَّلَاةِ تُرِكَ تَغْسِيلُهُ، وَالصَّلَاةُ عَلَيْهِ، وَدَفْنُهُ فِي مَقَابِر الْمُسْلِمِينَ، وَلَا مُنِعَ وَرَثَتُهُ مِيرَاثَهُ، وَلَا مُنِعَ هُوَ مِيرَاثَ مُوَرِّثِهِ، وَلَا فُرِّقَ بَيْنَ زَوْجَيْنِ لِتَرْكِ الصَّلَاةِ مِنْ أَحَدِهِمَا؛ مَعَ كَثْرَةِ تَارِكِي الصَّلَاةِ، وَلَوْ كَانَ كَافِرًا لَثَبَتَتْ هَذِهِ الْأَحْكَامُ كُلُّهَا، وَلَا نَعْلَمُ بَيْنَ الْمُسْلِمِينَ خِلَافًا فِي أَنَّ تَارِكَ الصَّلَاةِ يَجِبُ عَلَيْهِ قَضَاؤُهَا، وَلَوْ كَانَ مُرْتَدًّا لَمْ يَجِبُ عَلَيْهِ قَضَاءُ صَلَاةٍ وَلَا صِيَامٍ.
وَأَمَّا الْأَحَادِيثُ الْمُتَقَدِّمَةُ فَهِيَ عَلَى سَبِيلِ التَّغْلِيظِ، وَالتَّشْبِيهِ لَهُ بِالْكُفَّارِ، لَا عَلَى الْحَقِيقَةِ، كَقَوْلِهِ - عَلَيْهِ السَّلَامُ -: «سِبَابُ الْمُسْلِمِ فُسُوقٌ، وَقِتَالُهُ كُفْرٌ» . وَقَوْلِهِ: «كُفْرٌ بِاَللَّهِ تَبَرُّؤٌ مِنْ نَسَبٍ وَإِنْ دَقَّ» . وَقَوْلُهُ: «مَنْ قَالَ لِأَخِيهِ يَا كَافِرُ. فَقَدْ بَاءَ بِهَا أَحَدُهُمَا» . وَقَوْلُهُ: «مَنْ أَتَى حَائِضًا أَوْ امْرَأَةً فِي دُبُرِهَا، فَقَدْ كَفَرَ بِمَا أُنْزِلَ عَلَى مُحَمَّدٍ» . قَالَ: «وَمَنْ قَالَ: مُطِرْنَا بِنَوْءِ الْكَوَاكِبِ. فَهُوَ كَافِرٌ بِاَللَّهِ، مُؤْمِنٌ بِالْكَوَاكِبِ» . وَقَوْلُهُ: «مَنْ حَلَفَ بِغَيْرِ اللَّهِ فَقَدْ أَشْرَكَ» .
وَقَوْلِهِ: «شَارِبُ الْخَمْرِ كَعَابِدِ وَثَنٍ» . وَأَشْبَاهِ هَذَا مِمَّا أُرِيدَ بِهِ التَّشْدِيدُ فِي الْوَعِيدِ، وَهُوَ أَصْوَبُ الْقَوْلَيْنِ، وَاَللَّهُ أَعْلَمُ.
[ص332 - كتاب المغني]
Ibn Qudamah zei:
En omdat dit de consensus van de moslims is, weten wij van niemand uit de tijd van de metgezellen of uit enig ander tijdperk die het wassen, bidden en begraven van iemand die de gebeden verwaarloost heeft achtergelaten. We kennen niemand die is verhinderd om te erven of wiens erfenis is verdeeld, of die van zijn echtgenoot is gescheiden vanwege het verwaarlozen van de gebeden, ondanks het grote aantal mensen die de gebeden verwaarlozen. Als hij een ongelovige zou zijn, zouden al deze regels zijn gevestigd.
En we kennen geen meningsverschil onder de moslims dat iemand die het gebed verwaarloost verplicht is om het in te halen, en als hij een afvallige zou zijn, zou hij niet verplicht zijn om gebeden of vasten in te halen.
Wat betreft de bovengenoemde overleveringen (over de kufr van het verwaarlozen van het gebed), zijn ze bedoeld om de ernst te benadrukken en om hem te vergelijken met ongelovigen, maar niet letterlijk. Bijvoorbeeld, de Profeet (ﷺ) zei: "Het beledigen van een moslim is een zonde, en het vechten tegen hem is ongeloof." Hij zei ook: "Ongeloof in Allah is het afwijzen van je afstamming, zelfs als deze klein is." En hij zei: "Wie tegen zijn broer zegt: 'O ongelovige,' dan heeft een van hen dit verdiend." En hij zei: "Wie seksuele gemeenschap heeft met een menstruerende vrouw of met een vrouw in haar anus heeft ongeloofd in wat aan Muhammad is geopenbaard." Hij zei ook: "Wie zegt: 'We worden door de sterren beschenen,' is een ongelovige in Allah, een gelovige in de sterren." En: "Wie zweert bij iets anders dan Allah heeft shirk begaan." En: "Degene die alcohol drinkt is als een afgodenaanbidder." Dergelijke uitspraken zijn bedoeld om de ernst van de dreiging te benadrukken.
Dit wordt beschouwd als de nauwkeurigere van de twee meningen. En Allah weet het beste.
[Al-Mughni - Pagina 332]
Voor elke kwestie waarin de Salaf Saliheen verschilden, vind je verschillende argumenten terug. In de meeste gevallen worden er overleveringen gebruikt voor deze argumenten.
Voor zij die het niet verrichten van het gebed als grote zonde zien en geen grote ongeloof, zijn er verschillende overleveringen die aangehaald worden.
وَقَالَ الْخَلَّالُ، فِي " جَامِعِهِ ": ثنا يَحْيَى، ثنا عَبْدُ الْوَهَّابِ، ثنا هِشَامُ بْنُ حَسَّانَ، عَنْ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ عَبْدِ الرَّحْمَنِ، عَنْ أَبِي شَمِيلَةَ، «أَنَّ النَّبِيَّ - صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ - خَرَجَ إلَى قُبَاءَ فَاسْتَقْبَلَهُ رَهْطٌ مِنْ الْأَنْصَارِ يَحْمِلُونَ جِنَازَةً عَلَى بَابٍ، فَقَالَ النَّبِيُّ - صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ -: مَا هَذَا؟ قَالُوا: مَمْلُوكٌ لِآلِ فُلَانٍ، كَانَ مِنْ أَمْرِهِ. قَالَ: أَكَانَ يَشْهَدُ أَنْ لَا إلَهَ إلَّا اللَّهُ؟ قَالُوا: نَعَمْ، وَلَكِنَّهُ كَانَ وَكَانَ. فَقَالَ لَهُمْ: أَمَا كَانَ يُصَلِّي؟ فَقَالُوا: قَدْ كَانَ يُصَلِّي وَيَدَعُ. فَقَالَ لَهُمْ: ارْجِعُوا بِهِ، فَغَسِّلُوهُ، وَكَفِّنُوهُ، وَصَلُّوا عَلَيْهِ، وَادْفِنُوهُ، وَاَلَّذِي نَفْسِي بِيَدِهِ، لَقَدْ كَادَتْ الْمَلَائِكَةُ تَحُولُ بَيْنِي وَبَيْنَهُ» .
[ص332 - كتاب المغني]
Abu Shamilah vertelde:
De Profeet (ﷺ) ging naar Quba en een groep van de Ansar begroette hem met een lijkkist. De Profeet (ﷺ) vroeg: 'Wat is dit?' Ze zeiden: 'Het is een slaaf van het gezin van so-and-so, en hij was een van hen.' De Profeet (ﷺ) vroeg: 'Getuigde hij dat er geen god is behalve Allah?' Ze zeiden: 'Ja, maar hij deed dit en dat.' De Profeet (ﷺ) vroeg: 'Bad hij?' Ze zeiden: 'Hij bad soms en liet het soms achterwege.' De Profeet (ﷺ) zei: 'Breng hem terug, was hem, wikkel hem in een lijkwade, bid voor hem en begraaf hem. Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, de engelen stonden bijna tussen mij en hem.'"
[Al-Mughni - Pagina 332]
De slaaf-gelovige bad niet consequent en verwaarloosde zijn gebeden, maar de Profeet (ﷺ) zei niet dat hij een ongelovige was. De Profeet (ﷺ) gaf eerder instructies om de slaaf te wassen en te begraven bij de moslims.
8564 - عبد الرزاق عن قيس بن الربيع عن إسماعيل بن (4) سميع عن مالك بن عمير عن والآن أبي عروة المرادي (5) قال: رجعت إلى أهلي فوجدت شاة لنا مذبوحة، فقلت لأهلي: ما شأنها؟ فقالوا:
خشينا أن تموت، قال: وفي الدار غلام لنا سبي لم يصل فذبحها، فأتيت ابن مسعود فسألته، فقال: كلوه.
[المصنف - عبد الرزاق الصنعاني - ج ٤ - الصفحة ٤٨٤]
Abu A'urwa al-Muradi zei: Ik kwam terug naar mijn gezin en vond een schaap dat geslacht was. Ik vroeg aan mijn gezin: Wat is hier gebeurd? Zij zeiden: We vreesden dat de schaap zou sterven. Ik zei: Er was een slaaf in huis die niet bad en het heeft geslacht. Toen ging ik naar Ibn Mas'oud en vroeg hem. Hij zei: Eet het.
[Musannaf Abdurrazzaaq - Deel 4 - Pagina 484]
Ibn Mas'oud is een van de Sahaba die zich uitsprak over degene die het gebed niet verricht. Het is van hem overgeleverd dat hij zei dat degene die niet bidt geen religie heeft.
935 - حدثنا حميد بن مسعدة ، قال : حدثنا بشر بن المفضل ، قال : حدثنا شعبة ، عن عاصم ابن بهدلة ، عن زر بن حبيش ، قال : كان عبد الله رضي الله عنه يعجبه أن يقعد حيث تعرض المصاحف ، فجاءه ابن الحضارمة رجل من [ ص: 899 ] ثقيف ، فقال : أي درجات الإسلام أفضل ؟ قال : " الصلاة على وقتها ، من ترك الصلاة فلا دين له " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 899 جزء 2]
Ibn Mas'oud zei: "Wie niet bidt heeft geen religie."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Ibn Nasr al-Maruzi - Deel 2 - Pagina 899]
We zien dus dat Ibn Mas'oud het verlaten van het gebed niet als grote ongeloof acht, omdat hij het toestond om het geslachte vlees van een persoon te eten die het gebed niet verricht.
Zijn uitspraak over degene die het gebed niet bidt was eerder eentje uit het uiten van ernst.
سَمِعْتُ رَسُولَ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم يَقُولُ " خَمْسُ صَلَوَاتٍ كَتَبَهُنَّ اللَّهُ عَزَّ وَجَلَّ عَلَى الْعِبَادِ فَمَنْ جَاءَ بِهِنَّ لَمْ يُضَيِّعْ مِنْهُنَّ شَيْئًا اسْتِخْفَافًا بِحَقِّهِنَّ كَانَ لَهُ عِنْدَ اللَّهِ عَهْدٌ أَنْ يُدْخِلَهُ الْجَنَّةَ وَمَنْ لَمْ يَأْتِ بِهِنَّ فَلَيْسَ لَهُ عِنْدَ اللَّهِ عَهْدٌ إِنْ شَاءَ عَذَّبَهُ وَإِنْ شَاءَ أَدْخَلَهُ الْجَنَّةَ "
'Ubada ibn Saamit overleverde:
Ik hoorde de Boodschapper van Allah (ﷺ) zeggen: Allah de Majesteitelijke en Machtige heeft vijf gebeden voor de mensheid bevolen, en voor iedereen die ze doet en er niets van verspilt door er lichtelijk mee om te gaan is een pact voor hem met Allah dat Hij hem in het Paradijs zal toelaten. Wie ze niet doet is er geen pact voor hem met Allah. Als Hij wil, straft Hij hem, en als Hij wil, laat Hij hem toe in het Paradijs.
[Muwatta - Boek 2 - Hadith 14]
Uit deze overlevering blijkt dat degene die een gebed niet verricht, zich blootstelt aan een grote zonde maar geen grote ongeloof.
Wie het verlaten van het gebed als grote ongeloof ziet, interpreteert deze Hadith op een andere wijze. Namelijk dat wat ermee wordt bedoeld het perfectioneren van de verplichte zaken binnen het gebed betreft, en niet het verlaten van het gebed.
حَدَّثَنَا يَحْيَى بْنُ يَحْيَى، أَخْبَرَنَا جَعْفَرُ بْنُ سُلَيْمَانَ، عَنْ أَبِي عِمْرَانَ الْجَوْنِيِّ، عَنْ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ الصَّامِتِ، عَنْ أَبِي ذَرٍّ، قَالَ قَالَ لِي رَسُولُ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم " يَا أَبَا ذَرٍّ إِنَّهُ سَيَكُونُ بَعْدِي أُمَرَاءُ يُمِيتُونَ الصَّلاَةَ فَصَلِّ الصَّلاَةَ لِوَقْتِهَا فَإِنْ صَلَّيْتَ لِوَقْتِهَا كَانَتْ لَكَ نَافِلَةً وَإِلاَّ كُنْتَ قَدْ أَحْرَزْتَ صَلاَتَكَ " .
Abu Dharr overleverde:
De Boodschapper van Allah (ﷺ) zei tegen mij: "O Abu Dharr, je zult binnenkort na mij heersers vinden die de gebeden zo goed als doden (buiten vastgestelde tijd verrichten). Je moet het gebed op de vastgestelde tijd verrichten. Als je het gebed op de vastgestelde tijd verricht, zal jouw gebed met hen als een vrijwillig gebed (nafl) worden beschouwd. Anders heb je in ieder geval je gebed behouden."
[Sahih Muslim 648b]
Hierin is ook een bewijs dat degene die het gebed uitstelt buiten zijn vastgestelde tijd, geen ongelovige wordt.
Want hoe kan het dan zo zijn dat de Profeet (ﷺ) beval het gebed nog steeds achter de Imam te bidden die het gebed te laat verricht? Zegt de Profeet (ﷺ) het gebed te moeten verrichten achter een ongelovige?!
1024 - حدثنا أبو بكر الصغاني ، قال : حدثنا محمد بن إسحاق المسيبي ، قال : أخبرني أبي : إسحاق ، عن قدامة بن موسى الجمحي ، عن عمرو بن حسن بن حسين ، وبشير ، مولى المدنيين ، قالا : دخلنا على جابر بن عبد الله رضي الله عنه ، فقال : اشتد غضب الله تعالى على أول من أخر وقت الصلاة ، وهل تدريان من هو ؟ قالا : لا ، قال الحجاج : إني محدثكما حديثا فاكتماه عني ، فإذا مت ، فلينبشوا قبري ، سمعت رسول الله صلى الله عليه وسلم يقول : " إنه سيكون بعدي أئمة يؤخرون وقت الصلاة ، فصلوا [ ص: 949 ] الصلاة لوقتها ، واجعلوا صلاتكم معهم سبحة " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 949 جزء 2]
Jaabir ibn 'Abdullah zei:
"De woede van Allah, de Verhevene, is groot op degene die de eerste was die het gebed buiten zijn vastgestelde tijd verrichtte. En weet je wie dat is? Het is Al-Hajjaj. Ik hoorde de Boodschapper van Allah (ﷺ) zeggen: 'Er zullen na mij leiders komen die de gebedstijd uitstellen. Bid het gebed op zijn tijd, en beschouw jullie gebed met hen als een vrijwillig gebed (nafl).' "
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Deel 2 - Pagina 949]
1014 - حدثنا عمرو بن زرارة ، قال : أخبرنا أبو بكر بن عياش ، [ ص: 943 ] عن عاصم ، عن زر بن حبيش ، عن عبد الله بن مسعود رضي الله عنه قال : قال رسول الله صلى الله عليه وسلم : " لعلكم ستدركون أقواما يصلون الصلاة لغير وقتها ، فإذا أدركتموهم ، فصلوا في بيوتكم للوقت الذي تعرفون ، ثم صلوا معهم ، واجعلوها سبحة " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 943 جزء 2]
'Abdullah ibn Mas'oud zei:
"De Boodschapper van Allah (ﷺ) zei: 'Er zullen mensen komen die het gebedstijd uitstellen. Bid dan in jullie huizen, en daarna met hen, en dat zal een vrijwillig gebed voor je zijn.'"
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Deel 2 - Pagina 943]
1025 - حدثنا محمد بن يحيى ، قال : أخبرنا إبراهيم بن العلاء بن الضحاك الزبيدي ، قال : حدثنا إسماعيل بن عياش العنسي ، قال : حدثنا راشد بن داود الصنعاني ، عن أبي أسماء الرحبي ، عن شداد بن أوس رضي الله عنه قال : " سيكون من بعدي أئمة يميتون الصلاة عن مواقيتها ، فصلوا الصلاة لوقتها ، واجعلوا صلاتكم معهم سبحة " .
قال عمرو بن إسحاق بن إبراهيم الحمصي: فلما كان الحجاج أخر الصلاة عن مواقيتها ، فكنت أصلي الصلاة لوقتها ، وأجعل صلاتي معه سبحة
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 950 جزء 2]
Shaddad ibn Aws overleverde:
"Er zullen na mij leiders komen die het gebed buiten hun voorgeschreven tijden uitvoeren. Bid het gebed op zijn voorgeschreven tijd en beschouw jullie gebed met hen als een vrijwillig gebed (nafl)."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Deel 2 - Pagina 950]
1059 - حدثنا إسحاق ، قال : حدثنا عبدة بن سليمان ، قال : حدثنا الزبرقان ، قال : قلت لأبي وائل : إن الحجاج يؤخر الصلاة عن وقتها ؟ فقال : " صلها في بيتك ، ثم ائت المسجد ، ولا تدعها " .
[تعظيم قدر الصلاة للمروزي صفحة 973 جزء 2]
Al-Zubayqan overleverde:
Ik zei tegen Abu Waail (Shaqiq ibn Salamah): "Al-Hajjaj stelt het gebed uit buiten zijn vastgestelde tijd." Hij (Abu Waail) zei: "Bid het op tijd in je huis, ga dan naar de moskee, en verlaat het gezamelijke gebed niet."
[Ta'dhim Qadr as-Salat - Deel 2 - Pagina 973]
حدثنا حميد بن عبد الرحمن عن حسن عن إبراهيم بن مهاجر قال : كان الحجاج يؤخر الجمعة فكنت أنا أصلي وإبراهيم وسعيد بن جبير فصلينا الظهر ثم نتحدث وهو يخطب ثم نصلي معهم ثم نجعلها نافلة .
[المصنف ابن أبي شيبة صفحة 54 جزء 2]
Ibrahim ibn Muhaajir overleverde:
"Al-Hajjaj stelde de vrijdaggebed uit. Ik, Ibrahim (an-Nakha'ee) en Sa'id ibn Jubayr zouden dan eerst Dhuhr verrichten, en terwijl hij (Al-Hajjaj) de preek hield, praatten we met elkaar. Vervolgens baden we de vrijdaggebed met hem (Al-Hajjaj) en beschouwden het als een vrijwillig gebed.'"
[Musannaf Ibn Abi Shaybah - Deel 2 - Pagina 54]
Ibrahim ibn Muhaajir, Ibrahim an-Nakha'ee en Sa'eed ibn Jubayr verrichtten dus eerst Dhuhr voordat ze in de moskee kwamen. Dit deden ze omdat Al-Hajjaj de vrijdaggebed uitstelden voorbij de vastgestelde tijd.
Zij achtten het niet als een geldige Jumu'ah gebed omdat dit buiten de vastgestelde tijd werd verricht, en dat was hun reden om te kunnen praten tijdens de khutbah.
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ إِبْرَاهِيمَ بْنِ عَلِيٍّ، ثنا أَبُو عَرُوبَةَ، ثنا عُمَرُ بْنُ عُثْمَانَ قَالَ: ثنا أَبِي قَالَ: سَمِعْتُ جَدِّي قَالَ: كَتَبَ عُمَرُ إِلَى عَدِيِّ بْنِ أَرْطَأَةَ: «بَلَغَنِي أَنَّكَ تَسْتَنُّ بِسُنَّةِ الْحَجَّاجِ، فَلَا تَسْتَنَّ بِسُنَّتِهِ، فَإِنَّهُ كَانَ يُصَلِّي الصَّلَاةَ لِغَيْرِ وَقْتِهَا، وَيأْخُذُ الزَّكَاةَ مِنْ غَيْرِ حَقِّهَا، وَكَانَ لِمَا سِوَى ذَلِكَ أَضْيَعَ»
[ص345 - كتاب حلية الأولياء]
'Umar ibn 'Abdul-'Aziz schreef aan 'Adiy ibn Artah:
"Ik heb gehoord dat je de voetstappen van al-Hajjaj volgt. Volg hem niet! Want hij (Al-Hajjaj) bad het gebed buiten zijn vastgeschreven tijd, nam van zakat geld zonder daar recht op te hebben en deed meer andere kwalijke zaken."
[Hilyatul Awliyaa - Deel 5 - Pagina 345]
حَدَّثَنَا عَلِيُّ بْنُ مُحَمَّدٍ، حَدَّثَنَا أَبُو مُعَاوِيَةَ، عَنْ أَبِي مَالِكٍ الأَشْجَعِيِّ، عَنْ رِبْعِيِّ بْنِ حِرَاشٍ، عَنْ حُذَيْفَةَ بْنِ الْيَمَانِ، قَالَ قَالَ رَسُولُ اللَّهِ ـ صلى الله عليه وسلم ـ " يَدْرُسُ الإِسْلاَمُ كَمَا يَدْرُسُ وَشْىُ الثَّوْبِ حَتَّى لاَ يُدْرَى مَا صِيَامٌ وَلاَ صَلاَةٌ وَلاَ نُسُكٌ وَلاَ صَدَقَةٌ وَلَيُسْرَى عَلَى كِتَابِ اللَّهِ عَزَّ وَجَلَّ فِي لَيْلَةٍ فَلاَ يَبْقَى فِي الأَرْضِ مِنْهُ آيَةٌ وَتَبْقَى طَوَائِفُ مِنَ النَّاسِ الشَّيْخُ الْكَبِيرُ وَالْعَجُوزُ يَقُولُونَ أَدْرَكْنَا آبَاءَنَا عَلَى هَذِهِ الْكَلِمَةِ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ فَنَحْنُ نَقُولُهَا " . فَقَالَ لَهُ صِلَةُ مَا تُغْنِي عَنْهُمْ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ وَهُمْ لاَ يَدْرُونَ مَا صَلاَةٌ وَلاَ صِيَامٌ وَلاَ نُسُكٌ وَلاَ صَدَقَةٌ فَأَعْرَضَ عَنْهُ حُذَيْفَةُ ثُمَّ رَدَّهَا عَلَيْهِ ثَلاَثًا كُلَّ ذَلِكَ يُعْرِضُ عَنْهُ حُذَيْفَةُ ثُمَّ أَقْبَلَ عَلَيْهِ فِي الثَّالِثَةِ فَقَالَ يَا صِلَةُ تُنْجِيهِمْ مِنَ النَّارِ . ثَلاَثًا .
Hudhayfah ibn Al-Yaman overleverde:
De Profeet (ﷺ) zei: "De islam zal verslijten zoals borduurwerk op een kledingstuk verslijt, totdat niemand meer weet wat vasten, gebed, Hajj en zakat zijn. De Quran zal 's nachts worden weggenomen en er zal geen enkel vers ervan op aarde achterblijven. En er zullen mensen overblijven, oude mannen en oude vrouwen, die zullen zeggen: “We zagen onze voorvaders deze woorden zeggen: ‘La ilaha illallah’, dus wij zeggen ze ook."
Silah zei tegen hem: "Wat voor goeds zal het zeggen van La ilaha illallah doen als ze niet weten wat vasten, gebed, Hajj en zakat zijn?"
Hudhayfah wendde zich van hem af. Dus herhaalde hij zijn vraag drie keer, en Hudhayfah wendde zich elke keer van hem af, tot na de derde keer en hij driemaal zei: "O Silah! Het zal hen redden van de hel."
[Sunan Ibn Majah 4049]
Uit deze overlevering is te herleiden dat de Sahabi Hudhayfah ibn Al-Yaman van mening is dat het niet verrichten van het gebed, niet meteen grote ongeloof betekent.
De Sahabi geeft aan dat de Shahada de moslim kan redden van het hellevuur.
Het is niet correct om te beweren dat de groep onder de Salaf Saliheen die van mening zijn dat het niet verrichten van het gebed een grote zonde is, dat zij de mening van de Murjiah hanteren.
Dit is niet correct omdat de Murjiah, waaronder Abu Hanifa, namelijk geloven dat het helemaal geen grote zonde is om het gebed niet te verrichten. Zij zien er geen groot probleem in, omdat ze beweren dat zelfs zonder daden de Imaan volmaakt zou zijn, omdat het al in het hart zit.
Hierbij zeggen ze dus dat degene die het gebed niet verricht, een volmaakte gelovige is en gewoon het Paradijs zou binnentreden.
De Salaf Saliheen geloven dat natuurlijk niet, omdat daden ook deel uitmaken van Imaan. Een groep is slechts van mening dat het verlaten van de verrichting van het gebed, niet gelijkstaat tot ongeloof die je uit de religie doet treden.
Hierdoor onderscheidt deze groep onder de Salaf Saliheen zich van de Murjiah, omdat ze erkennen dat het verlaten ervan een grote zonde is en dat Imaan wordt afgenomen hierdoor.
Het is simpelweg onjuist om te beweren dat iedereen die gelooft dat het verlaten van het gebed geen grote kufr is, tot de Murjiah behoort.
(قال ابن عبد البر: ألا أن المرجئة) تقول (المؤمن) المقر مستكمل الايمان وقد ذكرنا اختلاف أئمة (أهل) السنة والجماعة في تارك الصلاة فأما أهل البدع فإن المرجئة قالت تارك الصلاة مؤمن مستكمل الإيمان إذا كان مقرا غير جاحد ومصدقا غير مستكبر وحكيت هذه المقالة عن أبي حنيفة وسائر المرجئة وهو قول جهم
[التمهيد - ابن عبد البر - ج ٤ - الصفحة ٢٤٢]
Ibn 'Abdul-Barr zei:
"En wat betreft de Murjiah, zij zeggen dat degene die het gebed niet verricht, een volmaakte gelovige is (omdat ze niet geloven dat daden deel uitmaken van Imaan). Voor hen is het genoeg om het gebed te erkennen, en is het verlaten ervan geen vermindering van Imaan, en dit is de gezegde van Abu Hanifa en de rest van de Murjiah, en het is ook de gezegde van Jahm ibn Safwan."
[Al-Tamheed - Ibn Abd al-Barr - Deel 4 - Pagina 242]
In situaties zoals deze, waar de Salaf Saliheen van mening verschilden over Aqeedah-kwesties zoals het gebed, is het niet passend om iemand die een andere opvatting heeft dan jij, te beschuldigen van afvalligheid.
Takfir mag alleen worden toegepast op zaken die duidelijk en onbetwist zijn, en waarover geen verschil van mening bestaat.
De twee groepen onder de Salaf Saliheen hebben elkaar nooit tot ongelovigen verklaard in de discussie over het verlaten van het gebed, noch verklaarden ze elkaar als Khawarij of Murjiah. Dit is een kwestie van Ijtihaad, en niemand kan een ander aanvallen in zaken van Ijtihaad.
Behandel dit zoals de Salaf Saliheen dat deden: als een meningsverschil binnen de Fiqh. Zij vielen elkaar niet aan en deden geen takfir op elkaar.
De opvatting dat 'wie het gebed verlaat geen kafir is' leidt op zichzelf niet tot het verlaten van de religie wanneer men deze mening aanhangt. Dit komt doordat er onder de geleerden van Ahl Sunnah wal Jama'ah geen eenduidigheid bestaat over deze kwestie, wat blijkt uit het bestaande meningsverschil.
En wie zich tegen de handelingen van de Salaf Saliheen opstelt door de andere groep als ongelovigen te verklaren vanwege hun 'afwijkende mening', zou dan ook geleerden zoals Muhammad ibn Nasr al-Maruzi, Ibn Sahnoun, Ishaq ibn Rahawayh, Malik ibn Anas en Muhammad ibn Idris al-Shafi'i als ongelovigen moeten verklaren. Deze geleerden hebben namelijk de andere groep nooit tot ongelovigen verklaard.
Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.
Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.
Vraag stellen