Om Allah beter te leren kennen, is het belangrijk om Zijn eigenschappen te kennen. De eigenschappen van Allah kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën: essentiële eigenschappen, uiterlijke eigenschappen en daden.
De essentiële eigenschappen zijn de fundamentele attributen die Allah via de Koran en profetische overleveringen heeft onthuld. Dit omvat bijvoorbeeld Zijn bestaan, onsterfelijkheid en het feit dat Hij niemand nodig heeft.
Allah heeft verschillende uiterlijke kenmerken die Hij via de Koran en profetische overleveringen heeft geopenbaard. Op deze manier komt de moslim gelimiteerd te weten hoe Allah eruit ziet
De daden van Allah zijn divers. Dit zijn de dingen die Allah doet, die via de Koran en profetische overleveringen zijn onthuld. Allah doet onder andere dingen als herrijzen, neerdalen, spreken en meer. Moslims moeten deze daden kennen als ze hun liefde voor Hem willen vergroten.
In dit artikel kom je te weten wie Allah is door informatie van Zijn attributen mee te krijgen. Ook krijg je te weten hoe we Zijn eigenschappen dienen te begrijpen, volgens wat er van de geleerden is overgeleverd.
Om Allah te leren kennen, moeten we Zijn eigenschappen kennen. Moslims geloven dat de natuurlijke aanleg, genaamd Fitrah in het Arabisch, ons helpt om Allah's essentie te begrijpen.
Allah heeft de Fitrah aan iedereen gegeven zodat ze op de hoogte zijn van Zijn bestaan en andere essentiële eigenschappen.
Het is voor elke moslim bekend dat Allah bestaat. Dit wordt bevestigd door logisch denken, omdat het onmogelijk is dat wij bestaan zonder dat er een schepper bestaat.
Moslims geloven in het concept dat Allah één is. Het geloof in de Eenheid van Allah betekent dat Hij geen partners heeft. Tawheed is hét fundament van de Islam.
Het is van groot belang om Allah alleen te aanbidden en Zijn namen, eigenschappen en heerschappij niet met anderen te delen.
Het is belangrijk om te onthouden dat Allah niet te vergelijken is met de creatie. Het wordt als ongeloof gezien als iemand Allah met de creatie vergelijkt. Dit heet in het Arabisch "Tashbeeh" (vergelijken met creatie). Allah is uniek in al Zijn attributen en eigenschappen.
Het concept dat Allah alles weet in de islam betekent dat Hij op de hoogte is van wat nog zal gebeuren, wat al gebeurd is en wat nu gebeurt. Hij is van alles op de hoogte en niets ontsnapt aan Zijn Kennis.
De Qadarieten, ontkennen de Kennis van Allah omdat ze beweren dat Hij geen Kennis heeft van wat nog zal komen. Dit wordt in de islam als ongeloof gezien en dergelijke mensen worden niet als moslims beschouwd.
Moslims geloven dat Allah de macht en kracht heeft over alles en iedereen. Hij heeft controle over wat er gebeurt en kan laten gebeuren wat Hij wil. Dit omvat de regen, zon, wind en andere natuurverschijnselen. Hij zorgt voor alles.
Allah heeft ook uiterlijke eigenschappen. Niemand weet de hoedanigheid van Zijn uiterlijk en kan daarom niet ingebeeld worden. Wel is er beschreven wat voor uiterlijke eigenschappen Allah bezit.
Er zijn verschillende groeperingen die daar een eigen invulling van hebben. Zo zijn er groepen als de Ashaa'irah die beweren dat Allah geen uiterlijke eigenschappen heeft en dat ze figuurlijk genomen dienen te worden.
In het soennisme ligt het weer anders. Daar is het geloof dat Allah wel uiterlijke eigenschappen bezit en dat die in de Quran en Ahadith beschreven staan. Volgens hen worden deze letterlijk aangenomen, zonder Allah met Zijn creatie te vergelijken, en dit is wat overeenkomt met wat de vrome voorgangers van de islam geloven.
Er zijn ook groeperingen die het extreme in gaan door Allah met de creatie te vergelijken. Zij beweren bijvoorbeeld dat Allah ledematen heeft en op Zijn creatie lijkt.
Door Allah met de creatie te vergelijken verval je in Tashbeeh (creatie vergelijken met Allah), dit maakt een persoon ongelovig. Want Allah zegt in de Quran:
En niets of niemand is met Hem vergelijkbaar.
Surah Al-Ikhlas vers 4
Beneden zie je de uiterlijke beschrijvingen van Allah zoals die in de Koran en Hadith zijn overgeleverd. Je zult ook de uitspraken van de Salaf Saliheen (vrome voorgangers) zien om de juiste interpretatie van Zijn eigenschappen te begrijpen.
Het is bekend dat Allah ogen heeft. Zijn ogen zijn niet te vergelijken met Zijn creaties en moeten niet figuurlijk worden geïnterpreteerd, omdat de Salaf Saliheen Zijn eigenschappen letterlijk namen zonder ze te interpreteren.
Abdullah overleverde dat de Profeet (ﷺ) zei: "Allah is niet verborgen voor jou; Hij is niet eenogig," en wees met zijn hand naar zijn oog, terwijl hij eraan toevoegde: "Al-Masih Ad-Dajjal is blind in het rechteroog, en zijn oog ziet eruit als een uitpuilende druif." (Sahih al-Bukhari 7407)
Ad-Dārimi (vrome voorganger) zei: “De uitleg van de uitspraak van Allah's boodschapper, 'Voorwaar, Allah is niet eenogig' is dat Hij de Alziende is die twee ogen heeft, niet zoals de eenogige [Dajjal]." (An-Naqd ‘alā Bishr Al-Mareesee, p.48)
Zijn handen lijken niet op die van de creatie. Hij bezit twee handen die totaal uniek zijn. Het is binnen de islam een daad van ongeloof om Zijn uiterlijke eigenschappen met die van de creatie te vergelijken. En het is een innovatie om te verdiepen in de hoedanigheid van Zijn handen.
De vrome voorgangers namen de eigenschappen letterlijk zonder af te vragen waarom dit is overgeleverd of hoe Zijn uiterlijke eigenschappen eruit zien.
(Allah) zei: "O Iblies! Wat weerhoudt je om voor degene die Ik met Mijn beide Handen geschapen heb, neer te knielen? Ben jij te trots of ben jij één van hen die hoog verheven is?”
(38:75 Quran)
Abdur-Rahman Bin Al-Qasim (vrome voorganger) zei: "Het is niet toegestaan voor iemand om Allah te beschrijven behalve met datgene waarmee Hij zichzelf beschreef in de Quran. Iemand kan Allah zijn twee handen niet vergelijken, noch zijn gezicht met wat dan ook. Hij moet zeggen: 'Hij (Allah) heeft twee handen zoals Hij zichzelf beschreef in de Quran, en Hij heeft een gezicht zoals Hij zichzelf beschreef'. Hij moet stoppen bij wat Allah over zichzelf beschreef in de Quran, er is geen gelijkenis met Hem, noch een soortgelijke, Hij is Allah la ilaha illa huwa (niemand heeft het recht aanbeden te worden, behalve Hij)." (Usool As-Sunnah pagina 75 van Ibn Abi Zamanin)
In de Ahadith zien we dat de Profeet (ﷺ) zegt dat Allah Vingers heeft. Wanneer er verteld wordt dat Hij Vingers heeft, dien je te zeggen dat het zo is zonder dat je Zijn vingers vergelijkt met die van de creatie. Hij is namelijk uniek en niets of niemand lijkt op Hem.
Abdullah b. Amr b. al-'As overleverde dat de Profeet (ﷺ) zei: "Voorwaar, de harten van alle zonen van Adam zijn tussen de twee vingers (van Allah). Hij draait dat naar welke richting Hij maar wil. Oh Allah, de draaier van de harten, keer onze harten naar Uw gehoorzaamheid." (Sahih Muslim 2655)
Ook deze lijken niet op Zijn creatie. Hij is uniek en niets of niemand lijkt op Hem. Het is niet bevoegd om te vragen hoe Zijn voeten eruitzien, want dit is een innovatie, en elke innovatie is dwaling.
Ibn Abbas (vrome voorganger) zei: "De Kursi (voetenbank), is de plaats van de twee Voeten." (Al-‘Arsh nummer 61 van Ibn Abi Shaybah)
Abu Musa al-Ash'ari (vrome voorganger) zei: "De Kursi (voetenbank), is de plaats van de twee Voeten." (Al-‘Arsh nummer 60 Ibn Abi Shaybah)
Zijn gedaante is niet zoals die van ons, noch lijkt het op die van ons. Het is correct om te geloven dat Allah een gedaante heeft, en het figuurlijk interpreteren van Zijn gedaante is incorrect. Deze Eigenschap dient letterlijk genomen te worden net als al Zijn andere eigenschappen.
De Profeet (ﷺ) zei: "Mijn Heer, gezegend is Hij en de Allerhoogste, kwam naar me toe in de beste gedaante. Dus zei hij: 'O Mohammed!' Ik zei: 'Hier ben ik, mijn Heer, en ik sta tot uw dienst.' Hij zei: 'Waar houdt de meest verheven groep zich mee bezig?' Ik zei: '[Heer] Ik weet het niet.' Dus plaatste Hij Zijn Hand tussen mijn schouders ..." [Sunan Tirmidhi 3234 (Hasan)]
Imam Tirmidhi (vrome voorganger) gaf als commentaar op deze hadith: "Het uiterlijk van Allah is genoemd in de droom van de profeet (ﷺ) en het plaatsen van zijn hand waarbij de profeet de koelte voelde op zijn borst is genoemd in deze hadith. Het is onmogelijk voor ons om te weten hoe de gedaante van Allah is en hoe zijn hand eruitziet." (Commentaar op hadith 3234)
We komen te weten wat de daden van Allah zijn door ons te verdiepen in de Quran en profetische overleveringen. Er zijn ook bepaalde daden die we vanuit onze Fitrah (natuurlijke aanleg) weten, zoals dat hij alles ziet, hoort en alles creëert.
Iedereen die een beloning in dit leven wenst: het is bij Allah dat de beloning voor dit wereldse leven en het Hiernamaals is. En Allah is de Alhorende, Alziende.
(Quran 4:134)
En laat hun woorden jou niet bedroeven, want alle macht en eer behoort aan Allah. Hij is Alhorend, Alwetend.
(Quran 10:65)
... En Allah is zich niet onachtzaam van wat jullie doen.
(Quran 2:85)
Alles wat hij doet, behoort tot zijn eigenschappen. Zo weten we door bronnen dat Allah in de laatste deel van de nacht naar de laagste hemel neerdaalt. We weten niet hoe Hij dit doet, maar we dienen Zijn daden te accepteren zoals ze naar ons komen.
De profeet (ﷺ) zei dat Allah naar de laagste hemel neerdaalt in elke laatste derde deel van de nacht. Hoe hij dit doet is onbekend, maar het is ook niet juist om je dat af te vragen aangezien de vrome voorgangers dit vermeden.
Abu Huraira leverde over dat Allah's Boodschapper (ﷺ) zei: "Onze Heer, de Gezegende en de Verhevene, daalt elke nacht af naar de laagste hemel wanneer een derde van het laatste deel van de nacht over is, en zegt: "Wie smeekt mij om hem te antwoorden? Wie vraagt mij om hem te geven? Wie vraagt mij om vergeving zodat ik hem kan vergeven?" (Sahih Muslim Boek 6, Hadith 201)
Ahlu Sunnah wal Jama'ah gelooft dat Allah in de letterlijke zin naar de laagste hemel neerdaalt. Ze geloven dat Hij beweegt. De aard van Zijn beweging is alleen bekend bij Hem.
Jahmiyyah en Asha'irah geloven niet dat Allah beweegt omdat ze het figuurlijk interpreteren. Op die manier wezen ze af waar Allah Zichzelf mee beschreef, en dat is ongeloof volgens de Salaf Saliheen.
Fudhayl ibn 'Iyadh zei: "Als een Jahmi tegen je zegt: "Ik geloof niet in een Heer die beweegt vanuit zijn plaats," zeg dan tegen hem: "Ik geloof in een Heer die handelt zoals Hij wil." [Khalq af’al al-'Ibaad 1/36 van Bukhari]
Het herrijzen van Allah is door velen onder de vrome voorgangers besproken. Het wordt in de letterlijke zin begrepen en dat is de juiste geloofsleer in de eigenschappen van Allah. Het is een essentieel punt van Aqeedah om te geloven dat Allah boven is, boven Zijn hemelen en boven Zijn Troon.
Groeperingen als Jahmiyyah, Asha'irah en Mu'tazilah, geloven niet dat Allah zich in letterlijke zin boven bevindt, en dit is een valse overtuiging volgens de Salaf Saliheen.
Hij is Degene Die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft Geschapen waarna Hij Zich op de Troon zetelde. Hij kent wat de aarde ingaat en wat er weer uitkomt, en wat uit de hemel neerdaalt en wat er in opstijgt. En Hij is met jullie, waar jullie ook zijn. En Allah is de Alziende over wat jullie doen.
(Quran 57:4)
Imam Tirmidhi zei: "De kennis van Allah, Zijn vermogen en Zijn soevereiniteit is overal. Hij is op Zijn Troon zoals Hij Zichzelf beschreef." [Commentaar op Sunan Tirmidhi 5/327]
Al-Darimi zei: "De moslims zijn het er allemaal over eens dat Allah op Zijn Troon is, boven de hemelen." [Naqd Al-Darimi 3ala Al-Mirisi 1/340]
Al-Darimi zei: "Wij weten, zonder twijfel, dat Allah op Zijn Troon is, boven Zijn hemelen, zoals Hij Zichzelf beschreven heeft. Gescheiden van Zijn schepping." [Al-Radd 'ala Al-Jahmiyya van Al-Darimi p.36]
Al-Darimi zei: "Allah verheven is Hij, op Zijn Troon, boven Zijn hemelen, los van Zijn schepping, en wie Hem niet als zodanig kent, kent de God die hij aanbidt niet." [Al-Radd 'ala Al-Jahmiyya van Al-Darimi p.39]
Zoals we al weten, is de Quran de spraak van Allah. Het zijn Zijn woorden en daarom is de Quran ongeschapen. Allah spreekt naast de Quran ook, en Hij spreekt met geluid. De vrome voorgangers geloven dat Allah spreekt met geluid, en dat is de juiste methodologie.
Imam Ahmad zei: "Jahmiyyah verwerpen dat Allah met geluid spreekt, en wie dit doet is ongelovig. Zij (d.w.z. De Jahmiyyah) willen de betekenis voor de mensen verdraaien. Voorwaar, we nemen de Ahadith over de eigenschappen van Allah precies aan zoals ze zijn overgeleverd." [As Sunnah #534 van Abdullah ibn Ahmad]
Imam Bukhari zei: "De stem van Allah lijkt niet op de stemmen van de schepping, omdat de stem van God wordt gehoord van een afstand zoals het van dichtbij wordt gehoord. En de Engelen zijn verbijsterd door Zijn stem. Niets is gelijk aan Zijn eigenschappen, en de creatie bevat geen eigenschap van Allah.” [Khalq Af'al al-'Ibaad pagina 92 van Bukhari]
Deze Eigenschap is niet zoals de gelach van Zijn creatie. Zo nemen we het letterlijk dat Allah lacht. Hoe Hij dat doet, dat is niet overgeleverd, en het vragen naar de hoedanigheid is daarom een innovatie.
De Profeet (ﷺ) zei: "Allah lacht om de twee mannen van wie de één de ander doodt; beiden zullen het paradijs binnengaan." Zij (d.w.z. de metgezellen) zeiden: "Hoe (worden ze gedood), oh Boodschapper van Allah?" Hij zei: "Eén wordt gedood (op de weg van Allah) en gaat het Paradijs binnen. Dan vergeeft Allah de ander en leidt hem naar de Islam; dan vecht hij in de weg van Allah en sterft als martelaar." [Sahih Bukhari Boek 33, Hadith 190]
De correcte en juiste methodologie in het begrip van Allah's eigenschappen is om het letterlijk te nemen. De letterlijke aanname is waar de metgezellen van de Profeet (ﷺ), en hun studenten achterstaan.
De soennitische wijze hierin is dus om de leer van de metgezellen te volgen. Alles wat daar niet in overeenkomt wordt vermeden.
Sufyan Ibn 'Uyaynah zei: “Alles waar Allah Zichzelf mee beschreef in de Koran, de interpretatie ervan is de recitatie, zonder (te vragen) hoe, en zonder Hem te vergelijken (met de schepping).” [Kitab As-Sifat van Ad-Daraqutni pagina 70]
Awza'i zei: “Ik vroeg az-Zuhri en Makhul over de verzen die het over de eigenschappen van Allah hebben. Ze zeiden door het te laten staan hoe het er staat.” [Sharh Usool I'tiqaad 3/340, Dhammul-Kalaam 18]
Awza'i zei ook: "De verzen die over de eigenschappen van Allah gaan moet je laten staan hoe het er staat, zonder te vragen hoe." [Sharh Usool I'tiqaad #875 van Lalikaee]
Al-Waleed Ibn Muslim zei: “Ik vroeg Malik ibn Anas, Awza'i, Layth Ibn Sa'd en Sufyan Ath Thawri moge Allah hen genadig zijn, over de overleveringen die het hebben over de attributen van Allah. Ze zeiden allemaal: "Laat het hoe het is zonder te vragen hoe."" [Sharh Usool I'tiqaad pagina 118 van Lalikaee]
Abu Athari schrijft over basisprincipes binnen de Islam. Hij zet zijn kritische en goed onderzochte wijze in om de correcte kennis te verspreiden.
Zit je met vragen waar je graag een antwoord op wilt krijgen? Stel jouw algemene of specifieke vraag over de Islam. We staan voor je klaar en geven je binnen 48 uur antwoord.
Vraag stellen